zondag 26 december 2010

Zinloos


Vandaag had ik een verhaal willen schrijven over alle zinloze dingen in december. Maar na de eerste zin zak ik al weer vermoeid terug op mijn kussen. De griep heeft mij te pakken. Ik lig in bed. Mijn man heeft net de laptop gebracht zodat ik naar de top 2000 kan luisteren. Ik kan het niet laten om toch af en toe wat te typen.

Ik ben in slaap gevallen. Koorts zorgt ervoor dat mijn lichaam een oven lijkt. Het is zinloos om te denken dat ik nu een verhaal kan schrijven. Bovendien moet ik oppassen met wat ik schrijf. In september schreef ik dat ik niet van kerstkaarten houd. Dat heb ik geweten. Ik heb nog nooit zoveel kerstkaarten gehad. Eén gezin in mijn familie vond het nodig om op 12 november de eerste kaart al te sturen en ze zijn er niet mee opgehouden tot Kerst. Zelfs van hun konijn kreeg ik een kaart.
Als ik nu schrijf dat ik niet van vuurwerk houd, ben ik bang dat ze hun duizendklappers en gillende keukenmeiden voor ons huis komen afsteken. Wees dan gewaarschuwd! Ik ben van plan om bonensoep te maken op de laatste dag van het jaar. Dus ik knal terug!

Weer in slaap gevallen. Ik had jullie nog willen vertellen over het speciale recept van de soep. Een beetje van mezelf en een beetje van mijn vader. Dat hou je tegoed. Ik geef het op en ga nu eerst uitzieken. Een knallende jaarwisseling gewenst en tot volgend jaar.

zondag 19 december 2010

Verlosser


What’s in a name? De geslachtsregisters in de bijbel sla ik meestal maar over. Het is in mijn ogen een saaie opeenvolging van namen. En dan ook nog alleen maar namen van mannen. Daarom vind ik het geslachtsregister van Jezus in Mattheüs 1 zo opvallend. In een cultuur, waarin alleen de mannen telden – en dus ook alleen de mannen geteld werden - vond Mattheüs, geïnspireerd door de Heilige Geest, het nodig om ook vijf vrouwen te noemen. En wat voor vrouwen!!!

Eerst Tamar. Weduwe van twee zonen van Juda. Ze had het recht om ook met de jongste zoon te trouwen, om zodoende kinderen te krijgen. Maar Juda bedenkt allerlei smoesjes om dit tegen te houden, bang als hij is ook zijn laatste zoon kwijt te raken. Tamar neemt dan het heft in eigen handen. Ze doet zich voor als hoer en heeft gemeenschap met haar schoonvader Juda. Ze wordt zwanger van een tweeling. De gewoontes en leefregels van die tijd komen ons vreemd voor, maar niet de geraffineerde manier om toch te krijgen wat je wilt.
Dan wordt Rachab genoemd. Rachab deed zich niet voor als hoer, Rachab wás hoer. Toen het volk Israël voor de poorten van Jericho lag, raakte ze onder de indruk van de macht van hun God. Ze brak met haar oude leven en trouwde met de Israëliet Salmon.
De derde vrouw is Ruth, een buitenlandse. Over haar geschiedenis is een heel Bijbelboek geschreven. Ze was getrouwd met een Israëliet, die met zijn familie was gevlucht naar Moab omdat er hongersnood was in Israël. Nadat de man van Ruth, haar zwager en haar schoonvader gestorven waren, ging haar schoonmoeder terug naar Israël. Ruth ging mee omdat ze niks meer te zoeken had in een land dat afgoden dient. 'Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God,' zei ze vol vertrouwen. Dat vertrouwen wordt niet beschaamd. Ze trouwde met Boaz en kreeg zodoende een plaats in het geslachtsregister van Jezus.
Daarna komen we een vrouw tegen zonder naam, verbonden aan een koning. Koning David!
Van deze vrouw wordt gezegd dat ze de vrouw van Uria is. En dat was ze toen David zijn oog op haar liet vallen. Koning David, waarvan ergens in de bijbel wordt gezegd dat hij “de man naar Gods hart” is. Maar dus ook de man die overspel pleegde met Bathseba, want zo heette ze.
Als laatste wordt Maria genoemd. Ongetrouwd zwanger! Wat zal er over haar gepraat zijn. Wat zal ook Jozef haar verloofde een moeilijke tijd gehad hebben, voordat een engel hem opdracht gaf het kind, dat Maria verwachtte, Jezus te noemen.

Jezus, gekomen om zijn volk te bevrijden van de zonden. En wat een troost zit er alleen al in zijn geslachtsregister. Hij kwam voor zondaren, voor hoeren, voor overspeligen en voor buitenlanders, die door Hem ook bij het volk van God mogen horen. Voor de kwetsbare, de verstotene, voor iedereen die het moeilijk heeft.
En deze lijn laat Hij zelf ook zien tijdens zijn leven. Hij ging naar de hoeren en tollenaars omdat – zo zei Hij zelf - gezonde mensen geen dokter nodig hebben, maar zieken wel.
Hij zocht het uitschot van de samenleving op en bracht daar de blijde boodschap van verlossing van zonden door zijn bloed.
En Hij wil dat wij hem nadoen. We hebben een boodschap te vertellen. Zijn boodschap! Ergens las ik: 'God zegt niet tegen zondaars dat ze naar de kerk moeten. Hij zegt wel tegen de kerk dat ze naar zondaars toe moet.'

What’s in a name? In Jezus naam ligt alles besloten waarvoor hij kwam: Verlossen!
Zijn naam zegt het, zijn geslachtsregister laat het zien. Het maakt niet uit wie je bent, waar je vandaan komt of wat je gedaan hebt, Jezus kwam om te verlossen.
Deze week is het Kerst. We vieren dan de geboortedag van Jezus. Laten we deze verjaardag niet vieren zonder de Jarige!

Fijne kerstdagen allemaal!

vrijdag 10 december 2010

Drupneus


Maandag 6 december. De temperatuur schommelt rond het vriespunt. Het is bijna windstil en er valt niks neerslachtigs uit de lucht. Vandaag krijgen we nieuwe kozijnen!
Dankbaarheid is het beste woord om mijn stemming te beschrijven. Wat ben ik blij dat we vorige week niet aan de beurt waren. Met een gevoelstemperatuur van -15 door de snijdende wind en al die sneeuw lijkt me dat geen pretje.

Niet dat het nu prettig was. Een huis waarin het maar 8 graden is, is niet echt aangenaam. Elke keer als er weer een raam in kwam was het feest. Omdat het er warmer van werd. En mooier!
Gelukkig hadden we ons houtkacheltje nog waar we bij konden zitten. Maar die kon onmogelijk het hele vertrek verwarmen. Bovendien vloog de warmte zo naar buiten. Net of je midden in de winter bij een vuurkorf staat.

We hebben drupneuskozijnen uitgezocht. Ik heb me laten vertellen dat een Belgische firma deze naam verzonnen heeft. Ach ja, onze zuiderburen hebben we meer rare naamkes. Toen ik bij één van de mannen, die het vakwerk bij ons verrichtten, een drup aan de neus zag hangen vond ik de naam toch niet zo verkeerd gekozen.

Het was een mooi duo dat bij ons aan het werk was. De radio ging aan en begeleid door Nederlandstalige muziek ging het tweetal aan het werk. 'Er is geen banger hart dan dat van mij,' klonk er uit de radio. Nou, een bang hart was teveel gezegd. Het was meer dat ik er een zwaar hoofd in had. Vooral toen ik erachter kwam dat het voor één van de mannen de eerste dag bij de firma was. 'Dat hebben wij weer' dacht ik. Een timmerman, die zoals hij zelf zei, meer met hout heeft en nu met kunststof moet werken omdat er toch brood op de plank moet komen.
Het pakte helemaal anders uit dan ik dacht. De één deed zijn best om te laten zien dat hij een vakman was, ondanks dat hij meer met hout had. De ander deed alles keurig voor volgens het boekje en probeerde de ander ervan te overtuigen dat kunststof zo gek nog niet was.
En als het weer heel mooi gelukt was hoorde je: 'Kerel wat strak hè!' En dan was het antwoord steevast: 'Ja, als je er maar een timmerman bij hebt.'

Drie dagen zijn ze bij ons geweest. De tweede dag was het koudst, Toen kwamen ze op het onzalige idee om de drie grootste ramen er in één keer uit te breken. Wat was dat koud! Tegen drieën zaten de kozijnen erin en kon de verwarming weer aan. Wat kun je dan blij zijn met een verwarmd huis.

Woensdag 8 december. Het is half 4 en het karwei is geklaard. Zeven nieuwe kozijnen rijker. Het huis is weer van onszelf. Ik kan weer luisteren naar een muziekzender die ik leuk vind. Morgen ga ik ramen lappen. Nu maar hopen dat ik geen drupneus krijg.

zaterdag 4 december 2010

Brug


Niks geen appels plukken! Ik moet een brugje bouwen!

Maandag werd ik gebeld door de fysiotherapeute. Of ik dinsdag ook kon komen om 12.30 uur, er was iemand uitgevallen! 'Gevaarlijk, die fysio, je kunt dus ook nog uitvallen,' dacht ik. Ik zei dat ik wel kon. De tijd van de kop in het zand is definitief voorbij.

Dus daar zit ik dan in de wachtkamer van de fysio. Er komt een vrouw uit één van de kamers. Ze doet me aan iemand denken die ik echt niet mag. De vrouw blijkt mijn fysiotherapeute te zijn. Als ze begint te glimlachen verdwijnt het beeld van de andere vrouw. Die heb ik namelijk nog nooit zien glimlachen.
Mijn therapeute gaat me voor naar de behandelkamer. Ik geef haar het verwijsbriefje van de huisarts en ze is verbaasd dat ze het handschrift kan lezen. Volgens de dokter heb ik chronische LRP. Ik heb er zelf van gemaakt dat ik voortdurend lage rugpijn heb. En dat was aardig goed, alhoewel de 'L' staat voor een Latijnse naam. Maar de therapeute vind mijn vertaling eigenlijk beter. Dus dat wordt in de computer gezet, samen met al mijn andere gegevens.
De computer doet het niet echt goed. De muis lijkt een dipje te hebben. Zo net tijdens lunchpauze is dat ook niet gek. Ik stel voor dat ze hem een blokje kaas voert. Maar het probleem blijkt aan de onderkant te zitten. De muis is vies geworden. Nadat hij schoongepoetst en onthaart is gaat het vlotter.
Als alles wat mijn therapeute wil weten in de computer staat, volgt een uitgebreid onderzoek. Na dat onderzoek meent ze een aantal dingen uit te kunnen sluiten, waaronder een hernia. Ik heb ook geen beenlengte-verschil en over iets met een moeilijk enge naam hoef ik me ook niet druk te maken. Dus ben ik dat ook gelijk maar weer vergeten.
Er is echter één gewricht waarvan ik, tot op de dag van vandaag, het bestaan niet eens wist, maar die nu zorgt dat ik hem geen dag meer vergeet. Het SI-gewricht! Volgens de therapeute de oorzaak van alle problemen. Ze loopt naar de hoek, waar een stel botten geparkeerd staat. Het lijkt op een skelet zonder hoofd. Ze pakt het vast, kijkt erna en zet het weer terug. Waarschijnlijk mist het SI-gewricht. Dan leg ze uit waar het zit zonder skelet en geeft informatie wat er mis kan zijn. Het duizelt me en ik heb niet alles onthouden.
Als afsluiting van de eerste sessie legt ze me het te volgen behandelplan voor en geeft ze me vast een oefening mee om thuis te doen. Het brugje dus.
Verder vraagt ze me wat ik ervan verwacht. Lastig vind ik dat! Eigenlijk niet veel! Ik hoop dat de pijn die ik nu heb niet steeds erger wordt. Nu kan ik er nog alles om doen, behalve lang staan dan.
Ze merkt op dat ik geen grote verwachting heb en is daarover verbaasd. Er begint iets te kriebelen bij mij. Zou het dan kunnen dat ik die pijn helemaal kwijt raak? Ik durf nog niet teveel te hopen.

Thuisgekomen zoek ik, op internet, de informatie terug die ik al weer vergeten was. Het gewricht zit tussen het heiligbeen en het bekken. De overbelasting kan komen door te zware belasting (zwaar tillen) en/of onverhoedse beweging (verstappen of vallen e.d.). Overgewicht en verkeerde houding, soms veroorzaakt door verkeerde schoenen, vormen aanvullende risicofactoren. Dat laatste heb ik dankzij een tip van mijn schoonzusje al verholpen. Gevolg is wel dat we nu dezelfde schoenen hebben. Maar dat vinden we geen van beiden een probleem.
Over mijn gewicht wil ik niet te gewichtig doen. Beginnen met lijnen in januari vind ik onzin. Waarom eerst al die kilo's eraan eten in december en daar dan in januari pas een probleem van maken? Als ik ga lijnen begin ik NU! Vergeet de 'als' niet aan het begin van de zin!
Op internet vind ik ook nog een forum met allerlei verhalen van mensen met hetzelfde probleem. En dan blijkt dat ik er toch goed aan deed om niet al te hoge verwachtingen te hebben.

Ik stop met dit verhaal voordat ik ook nog RSI krijg. Anders moet ik nog meer oefeningen doen. Ik ga een brugje bouwen. Ik besluit dat ik de fysiotherapie ook zo zal zien: als een te bouwen brug. Stap voor stap, oefening voor oefening ga ik naar de overkant. En ik zie wel wat me daar wacht. Daar zal ik nu nog niet te zwaar aan tillen.

zaterdag 27 november 2010

Struisvogel


Wist u dat een struisvogel zijn kop helemaal niet in het zand steekt? Bij gevaar legt hij zijn nek plat op de grond. Maar als ik het over struisvogelpolitiek heb dan weet u wel wat ik bedoel!
Ik ben een struisvogel! Al maanden loop ik met rugpijn, maar dat gaat toch vanzelf wel weer over!
Drie jaar geleden was het ook zo erg. Toen ben ik naar de dokter geweest! Die vertelde mij dat ik misschien wel een hernia had. En een dokter heeft natuurlijk heel veel geleerd, maar wat weet zij nu over mijn rug? Die voel ik toch zelf het beste.
En of ik hem de laatste tijd voelde! Steeds meer! Een lieve buurvrouw had me al eens naar een osteopaat gestuurd en dat hielp. Alleen hielp het aldoor maar even. Dus stuurde de osteopaat mij in oktober weer terug naar de huisarts. Toen stak ik mijn kop in het zand!
Maar deze struisvogel heeft haar kop weer uitgegraven, en toch maar een afspraak gemaakt bij de dokter.

Op de bewuste dag bereidde ik me voor op het bezoek aan de dokter. Douchen, andere kleren aan. Ik heb nog even getwijfeld of ik toch maar mijn benen zou scheren. Maar dat zou jammer zijn van mijn wintervacht! Ik vond een andere oplossing: kniekousen!
Bij de dokter aangekomen deed ik mijn verhaal. Daarna moest ik mijn kleren uitdoen. Ook mijn sokken! Ik vertelde haar van mijn wintervacht. 'Daar kijken we niet naar' zei ze lachend.
Liggend op een bed moest ik allerlei oefeningen doen. Het bekken werd gekanteld, de heupen geschud. Ik hoefde nog net niet te puffen, maar voor de rest leek het wel op de zwangerschapsgym.
Haar conclusie was dat ik moest werken aan mijn houding. Vaker gekanteld door het leven gaan. Meer schudden! Oftewel: fysiotherapie.

'Het kan verkeren' zei Bredero al. Toen mijn huisarts drie jaar geleden opperde dat ik misschien wel een hernia had, was ik eigenwijs. En nu, nu ik eindelijk aan mezelf toegeef dat ze misschien wel gelijk had, is zij een andere mening toegedaan en vind ze het veel te vroeg om foto's te laten maken in het ziekenhuis. Dus stuurt ze me naar de fysiotherapie.
Jaren geleden ben ik ook eens naar een fysiotherapeut geweest. En die gaf mij huiswerk mee! Appels plukken, wokkels draaien en meer van dat soort ongein. Van die oefeningen die je in het begin keurig elke dag doet, maar van lieverlee wordt dat één keer in de week en dan helemaal niet meer.

Zucht! Zat mijn kop nou nog maar in het zand! Maar dat zal wel te lastig worden met de oefeningen. Dan moeten ze die weer aan gaan passen en moet ik aardappels plukken en wortels draaien. Nee, laat ik me maar aanpassen, dat lijkt me makkelijker.

Wordt vast vervolgd :)

zondag 14 november 2010

Bovenstem


Zoveel mensen, zoveel smaken. Neem nou bijvoorbeeld alleen al het zingen in de kerkdienst. De één wil alleen psalmen, de ander gezangen en een derde vindt een opwekkingslied mooier.
Ikzelf houd vooral van variatie en ik voel me gesteund door een tekst uit de Bijbel. In Kolossenzen 3: 16 staat:

' Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zingt met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft.'

Deze tekst zit in mijn achterhoofd als ik bezig ben met de voorbereiding van de 'loco.'
Eén keer in de 8 à 10 weken zijn mijn man en ik aan de beurt om een programma te maken voor de locale radio-omroep. Op zondagmorgen van 9 tot 12 uur. De kerkdienst van onze kerk wordt dan rechtstreeks uitgezonden en ervoor en erna hebben wij ons programma met liederen en gedichten. Meestal, als de dominee meewerkt, aansluitend op het thema van de preek.
Tijdens dat programma is te merken dat ik van variatie houd. Alles komt voorbij. Van psalmen gezongen op hele noten tot psalmen voor nu. Van liederen uit de bundel van Johannes de Heer tot opwekkingsliederen! Alles door elkaar. We zijn dus altijd op zoek naar nieuwe cd's.

Onze laatste aanwinst is er één met hele noten. Van het mannenkoor van mijn zwager. Een andere zwager vind hele noten maar niks! 'Als we psalm 42 zingen ben ik al bij het hert en zijn jullie nog aan het hijgen,' zegt hij dan. Toch vind ik deze cd erg mooi. Want de hele noten worden gezongen met bovenstem. Een nieuwe hype, las ik in de krant.
Het enige dat me tegenstaat aan deze cd is dat er alleen maar psalmen op staan. Waar blijven de gezangen en andere liederen? En het mag van mij best op hele noten!

Zou het kunnen? Een opwekkingslied op hele noten, met bovenstem? Ik ben bang dat beide zwagers gaan hijgen als ze dit lezen. Laten we maar blij zijn met variatie. Laten we vooral blijven zingen. En bedenken dat we niet voor onszelf zingen maar tot eer van God. Hart en stem gericht op Boven.

maandag 8 november 2010

(S)tram


Zaterdag zijn mijn man en ik naar Brussel geweest, op bezoek bij onze dochter. Ze heeft een nieuw appartement en dat gingen we bekijken.
Het voordeel van haar nieuwe onderkomen - boven het vorige - is dat we er veel makkelijker heen kunnen rijden. Op hoop van zegen door Brussel crossen, lijkt tot het verleden te behoren.
Ook het appartement zelf is veel mooier en ruimer dan het vorige. En ik hoef maar 46 treden meer op in plaats van 56.
Het nadeel is dat ze er nu alleen woont.
Het lijkt erop dat er meer voordelen zijn dan nadelen. Ik weet het niet. Ik laat het aan de tijd over om daar een antwoord op te geven.

De 46 treden zijn we 4 keer op en af geweest. De reden voor 'op' lijkt me logisch. 'Af' gingen we de eerste keer om te wandelen. We wisten toen nog niet dat we die dag genoeg lichaamsbeweging zouden krijgen. Daarna gingen we een lamp kopen. Dat was weer een half uur lopen.
Toen gingen we uit eten. We gingen met de tram naar het centrum. Mensen die de sportschool te duur vinden, kan ik aanraden om wat vaker met de tram te gaan. We moesten staan want de zitplaatsen waren al vol. Bovenin hingen leren lussen om je aan vast te houden. Niet dat dit wat hielp! Ik stond ook nog op een schijf die af en toe draaide. Heel instabiel slingerde ik heen en weer. Op een gegeven moment, toen de tram wel heel hard remde, lag ik bijna bij iemand op schoot. Gelukkig kon ik, nadat er weer mensen waren uitgestapt, een beugel aan de wand bemachtigen. Dat was iets beter, maar nog steeds een hele belevenis. Eén keer moesten we overstappen. Wat een stank in dat station! Ik denk dat er meer dan één manneke pis in Brussel woont. Hoewel de volgende tram wel iets beter was, besloot ik om op de terugweg te gaan lopen. Maar toen we uitgegeten waren had ik daar echt geen puf meer voor. We gingen dus weer met de tram. De eerste keer kon ik zowaar zitten, maar na het overstappen was de pret alweer voorbij. Dit keer een ander attribuut. Een pilaar in het midden met 3 beugels eraan. Dat was beter. Ik kon me nu aan 2 beugels vast houden en me schrap zetten en dan ging het redelijk. Alleen mijn kuiten begonnen te protesteren. En dat bleven ze doen toen we de trap nog één keer op en af moesten om onze spullen te pakken.

In de auto had het navigatiesysteem opstartproblemen. Mijn man werd ongeduldig. Ik dacht: ‘Mij hoor je niet klagen. Ik zit hier heel stabiel in een heerlijke stoel met mijn benen relaxed naar voren en het stinkt hier niet eens, dus wat wil ik nog meer.’ Gelukkig startte het systeem op en wees ons netjes de weg naar huis.

De volgende dag ondervond ik waarom tram en stram maar met één letter verschillen. Mijn kuiten namen wraak. Ze weigerden dienst. Ze wilden een rustdag ter compensatie van het harde werk dat ze de dag ervoor verzet hadden. Maar ik ben baas in eigen kuit, dus ik ging lopend naar de kerk. Mijn kuiten lieten me voelen dat ze het daar niet mee eens waren. De hele dag bleef het een pijnlijke strijd, maar ik hield vol. Want zeg nou zelf, ik kan toch ook niet over me heen laten lopen? Zelfs niet door mijn kuiten!

maandag 1 november 2010

Wintertijd


Wintertijd

Wat bloeide,
is vergaan.
Er is geoogst 
wat werd gezaaid.
Niets kan worden 
overgedaan.
Alleen de klok
werd 
teruggedraaid.

De plant van 
teleurstelling,
die in mij 
wortel schoot,
gaat, 
als ik me 
niet vergis,
eindelijk 
langzaamaan 
dood.

Ik hoop
dat hij niet 
winterhard is.

zondag 24 oktober 2010

Klaar voor de winter


Zaterdag hebben we onze tuin winterklaar gemaakt. 'In de regen?' vraagt u zich misschien af. Ja, het regende, waaide hard en het was ontzettend koud. Maar voordat u medelijden met ons krijgt, zal ik u vertellen wat we hebben gedaan.

In het voorjaar ben ik lid geworden van Vogelbescherming Nederland. Ik had heel erg genoten van hun site www.beleefdelente.nl. Je kunt dan via een webcam meekijken in diverse nestkastjes van verschillende vogels. Heel leuk allemaal. Maar natuurlijk wordt er dan ook gevraagd of je lid wilt worden. En daar zeg je geen nee tegen. Als dank kreeg ik een voedersilo met een zak vogelvoer. Een leuk cadeau voor mij en voor de vogels.
In mijn tuin hebben vogels van diverse pluimage hun plekje weer gevonden. Bijna iedereen is welkom. Koolmeesjes, pimpelmeesjes, mussen, roodborstjes, spreeuwen, merels en vinken zijn vaste gasten. En omdat ik tegen discriminatie van buitenlanders ben, zijn er ook een paar Turkse tortels.
Waar ik wel een hekel aan heb zijn de oproerkraaiers. Vogels die te nadrukkelijk aanwezig zijn. Strak in het zwarte pak met hun grote snavel alsmaar open. Is het niet om te eten dan wel om te schreeuwen. Met hun air van 'wij zijn beter dan de rest' jagen ze alle andere vogels weg. Dan ben je bij mij aan het verkeerde adres. Wegwezen!

Een keer in de zoveel tijd brengt Vogelbescherming Nederland ook een digitale nieuwsbrief uit. Daarin stond de laatste keer een tip om je tuin winterklaar te maken: “Pak een mooi vogelboek, nestel u lekker in een gemakkelijke stoel en laat de natuur zijn gang gaan.”
Dat vond ik nog eens een goed advies! Eigenwijs als ik ben heb ik er alleen een kleine variatie op aangebracht. Toen het even niet regende ben ik naar buiten gegaan om de voedersilo op te hangen. Mijn man moest er aan te pas komen om takken te snoeien. Doordat hij ook nog een ingenieuze inkeeping in een tak maakte, blijft de silo nu mooi hangen. Ondertussen hing ik nog een paar mezenbolletjes aan het vogelhuisje. We waren net klaar toen het weer begon te regenen.
Toen het tussen twee buien door weer even droog was, ben ik naar buiten gegaan om foto's te maken. Verscholen onder een boom, met het toestel in aanslag, stond ik daar doodstil te staan in de hoop dat de vogels brutaal genoeg zouden zijn om te komen.
Ik moest lang wachten. Pas toen mijn armspieren protesteerden en mijn vingers gevoelloos waren geworden, toen de batterij van mijn fototoestel bijna leeg was, wilde meneer pimpelmees eindelijk op de foto.
Net op tijd want het begon weer hard te waaien en te regenen. Inmiddels was ik tot op het bot toe koud maar dat maakte niet uit want ik had mijn foto! Je moet goed zoeken naar het vogeltje maar hij staat erop! Binnengekomen heb ik de houtkachel aangemaakt en ben er met een beker warme chocolademelk voor gekropen. Een tuin winterklaar maken is echt wel zwaar werk!

dinsdag 19 oktober 2010

Bloed moet


Al jaren ben ik bloeddonor en sinds kort geef ik bloedplasma. Een kleine moeite voor mij, levensreddend voor een ander. Deze week was het weer zover. Dus toog ik naar de bloedbank.
Met een HB van 8.6 en een bloeddruk van 120/75 kwam ik goed door de keuring. Ik ging door naar de ruimte waar het allemaal gebeurt.
Een verpleegkundige wees me een stoel en ik ging liggen naast een man die ook nog lag te wachten tot hij aan de beurt was. Een andere verpleegkundige kwam naar ons toegelopen en vroeg wie het eerst aan de beurt was. 'Ik niet, want lig hier net,' zei ik. Dus ging ze naar mijn buurman.
Toen hij aangesloten was liep ze naar de computer om een nieuwe afspraak voor hem te maken. Ondertussen kwam er weer een andere verpleegkundige de zaal inlopen. Ze liep naar haar collega en begon uitgebreid haar gal te spuien. Wat er te spuien was kon ik niet horen, maar er zat haar wel iets goed dwars.
Een verpleegkundige liep naar het tweetal toe. 'Doe jij vandaag plasma?' vroeg ze aan degene die stond te niksen. Toen ze daar een bevestigend antwoord op kreeg zei ze: 'Die mevrouw daar ligt nog te wachten.' Die mevrouw was ik dus.
De verpleegkundige, die op de vingers was getikt, kwam naar me toe en verontschuldigde zich. 'Maakt niet uit. Ik lig hier heerlijk,' zei ik.
Ze begon me aan te sluiten aan een vernuftig apparaat. Het zorgt ervoor dat mijn rode bloedcellen gescheiden worden van mijn bloedplasma. Het plasma wordt opgevangen in een zak, de cellen in een bakje. Als het bakje vol is stroomt het bloed weer terug in mijn lichaam. Dan begint het weer van voren af aan. Na zo'n zeven keer zit er 650 ml. plasma in de zak. Tenminste, dat is de bedoeling!

Vanmiddag ging het anders. Het begon goed. Ik kreeg koffie en een heerlijke notenkoek. Het bloed stroomde goed. Dat veranderde toen de machine begon te haperen. Het bakje zat nog niet eens voor de eerste keer vol. Toen hij eindelijk vol zat begon hij te piepen. De verpleegkundige kwam naar me toe lopen. Ze mompelde iets over lucht erbij, duwde op een knop, zonder het gewenste resultaat. Duwde nog eens op de knop. Er gebeurde weer niks. Een andere verpleegkundige werd erbij geroepen. En nog één! Die laatste zei: 'We kunnen nog iets illegaals doen, maar dan heb je kans dat de boel ontploft.' Ik zei: 'Doe dat dan maar niet want ik lig ernaast!' 'Ja' zei de verpleegkundige 'en dat wil je echt niet meemaken want een horrorfilm is er niks bij. Koppel maar af.'
Ik zei dat ik het gerust nog een keer wou proberen, maar dat mocht niet. Ik was al een halve liter bloed kwijt en als het nog een keer mis ging dan was het teveel.
Twee stoelen verderop gaf rood knipperlicht en irritant gezoem aan dat de iemand klaar was met bloed geven. 'Even geduld hoor, deze mevrouw moet eerst,' riep de verpleegkundige richting rood knipperlicht. 'Ja, anders ontplof ik,' riep ik er ter aanvulling achteraan. Gegrinnik was het antwoord. Gelukkig deed iemand alvast de zoem uit.
Toen de verpleegkundige mij afkoppelde vroeg ik wat er nou precies gebeurd was. 'De cellenbak zat vol en het bloed had weer terug moeten stromen, maar dat deed het niet.' Ik dacht: 'Volgens mij zit jij ook ergens vol van en duwde je gewoon op de verkeerde knop!' Maar goed, dat kan een keer gebeuren. De 70 ml. bruikbare plasma en de halve liter onbruikbare bloedcellen werden weggehaald. Een nieuwe afspraak werd gemaakt. Volgende keer beter!
Na afloop ging ik eerst even rustig in de kantine zitten. Per slot van rekening was ik nu een halve liter bloed kwijt, terwijl ik normaal alles weer terug krijg. Van een aardige mevrouw kreeg ik nog een kopje koffie. Ze vroeg of ik er ook koek bij wou. 'Ik heb eigenlijk al gehad, maar hij is wel heel lekker,' zei ik. Dus kreeg ik er nog een. 'Ik heb al eens in de supermarkt gezocht naar deze koek, maar ik ben hem nog niet tegen gekomen,' merkte ik op. 'Dan kun je ook lang zoeken,' zei ze 'want deze vind je niet in de supermarkt, die komt uit Groningen.'
'Dan moet ik mijn schoonzoon uit Groningen maar eens lief aankijken,' dacht ik. De vorige keer dat hij er was, had hij Groningse harde worst meegebracht. Dat viel in de smaak bij mijn man. De volgende keer notenkoek voor mij?

Toen de koffie en koek op waren ging ik weer huiswaarts. De auto sloeg direct al af. 'Koppie dr bij Tinuz, je zit niet in de automaat van je vader of schoonvader, je zit in de auto van je man en moet wel de koppeling gebruiken,' sprak ik mezelf toe. Ik besloot om de snelweg te mijden. 70 km. per uur leek me hard genoeg. Gelukkig kwam ik thuis zonder brokken te maken.

Mijn schoonzoon uit Groningen wilde ook wel eens in één van mijn verhalen voorkomen. Bij deze dan! Maar nu wel die koek meenemen hè! :)

zaterdag 16 oktober 2010

Preek


Hè hè, eindelijk! Ik zit weer achter mijn eigen laptop! Een hele week lang deed hij namelijk niet waar hij voor gemaakt was. Dat lag niet aan mijn laptop, die had alles in zich wat een goede laptop nodig had. Nee, het lag aan de voeding. Die was stuk.
En als mensen geen voeding krijgen worden ze alsmaar zwakker en zwakker. Zo ook mijn laptop. Op een gegeven moment deed hij helemaal niks meer.
Ik was aangewezen op een andere computer met een toetsenbord uit de vorige eeuw. Sommige toetsen zaten ook nog eens vast omdat er een of ander kleverig iets tussen zat. Niet echt prettig werken dus.

Mijn buurman kwam vorige week ook nog langs. Sinds zijn schrijfmachine kapot is, typ ik zijn preken uit. 'Ik heb weer een laatste preek gemaakt,' zei hij lachend. Ik lachte met hem mee omdat ik al heel vaak een 'laatste' preek voor hem heb uitgetypt. 'Zo'n oude knar hoort niet meer te preken,' vindt hij zelf. Ik vind dat, zolang een 'oude knar' nog iets zinnigs te zeggen heeft, hij mooi door moet gaan met preken. En om te voorkomen dat dit echt zijn laatste preek wordt, vroeg ik hem een preek te maken over de vijf wijze en de vijf dwaze meisjes. Dat verhaal heb ik namelijk nooit gesnapt. Hij beloofde erover na te denken.

Het verhaal over de meisjes is te lezen in de Bijbel in Mattheus 25. Voor mensen die het verhaal niet kennen een korte samenvatting:
Tien meisjes wachten samen met de bruid op de bruidegom. Die laat lang op zich wachten. Ze hebben alle tien een lampje, gevuld met olie. En ze krijgen alle tien slaap. Als eindelijk de bruidegom eraan komt schrikken ze wakker. Hun lampjes zijn bijna uit. Vijf meisjes zijn wijs geweest en hebben extra olie. De andere vijf niet. Omdat de wijze meisjes bang zijn dat er voor henzelf niet genoeg over blijft, willen ze de olie niet delen. 'Ga zelf maar gauw olie kopen' zeggen ze tegen de dwaze meisjes. Dat doen ze, met als gevolg dat ze te laat zijn voor de bruiloft en er niet meer in mogen.

Een ouderwets verhaal in deze hightech-tijd? Misschien wel! Daarom besloot ik het verhaal aan te passen.

Drie vriendinnen, Joyce, Noa en Maud hebben alleen contact met elkaar via msn. Korte berichten via de computer. Joyce schreef: 'Je raad nooit wat er is gebeurd! Brian heeft me ten huwelijk gevraagd. IK GA TROUWEN! Nader bericht volgt!'
Noa reageert heel enthousiast met felicitaties. Maud heeft het bericht gezien, maar daarna viel de computer uit. Als de computer het weer doet stuurt ze Noa een berichtje: 'Heb ik nou goed gelezen dat Joyce gaat trouwen?' Mijn computer viel uit. Vast een slecht contactje in de voeding.'
Noa stuurde terug: 'Ja, gaaf hè! Je moet de berichtjes goed in de gaten houden hoor. Zorg dat je een nieuwe voeding krijgt! Die kun je gratis halen bij de Biblia Markt.'
Maar Maud schuift het op de lange baan. Ze is veel te druk met haar eigen leven. 'Je moet een bruiloft tegenwoordig zo lang van te voren plannen, het zal nog wel even duren,' denkt ze.
Noa koopt alvast nieuwe kleren en denkt na over een passend cadeau. En ze leest trouw de berichtjes. Berichtjes die Maud niet meer krijgt omdat de voeding het nu definitief heeft begeven.
Het eind van het verhaaltje is dat Noa mee viert in de feestvreugde maar dat Maud nog steeds die voeding moet halen en dus alles mist.

Ach, ik moet maar geen dominee worden. Het verhaal rammelt aan alle kanten. Hopelijk komt de buurman met een betere preek.
Al schrijvend komt er een irritante vraag naar boven drijven: 'Snap ik het verhaal echt niet, of wil ik het niet snappen?' Daar moet ik nog eens goed over nadenken.

maandag 4 oktober 2010

Zieke slak


Vandaag is het dierendag! Een reden om de huis- en tuindieren eens extra te verwennen.
Vroeger, toen mijn dochters nog klein waren, en ik dacht dat een dier alleen leuk was als het in een kooitje zat en weinig lawaai maakte, hadden we alleen maar konijnen en hamsters.
Bijna was daar nog verandering in gekomen. Helaas voor mijn toen bijna 11-jarige dochter, was ik niet voor rede vatbaar.

'Mama, mag ik wel een huisdier op mijn kamer?'
Ik vroeg haar wat ze in gedachten had. Zij zei dat ze een slak wilde vangen en in een potje op haar kamer wilde houden. Nou, dat kun je als moeder natuurlijk niet goed vinden. Ik zei dat ik dat zielig vond en dat die slak dan bovendien binnen drie dagen dood zou zijn, omdat ze vast vergat om hem eten te geven.
'Nou' antwoordde mijn dochter, 'als ik hem niet vang is hij ook binnen drie dagen dood want dan eet een sperel hem op.'
'Een spreeuw of een merel bedoel je zeker' antwoordde ik. 'Hoe dan ook, het gebeurt niet!'
Mijn dochter nam even pauze, omdat ze wel in de gaten had dat verder zeuren geen zin had. Toen kwam ze dus met de rede waar ik niet vatbaar voor was: 'Mama, hoe denk u over de zeehondenopvang in Pieterburen?' Ik antwoordde dat ik dat een hele goeie zaak vond, maar dat die beesten opgevangen worden omdat ze ziek zijn en dat ze, als ze beter zijn, weer vrijgelaten worden in de natuur.
'Dan zoek ik een zieke slak' antwoordde mijn dochter. 'Je doet maar!' antwoordde ik.
Even later kwam ze binnen met een slak met behoorlijk wat dril onderaan. 'Mama, deze heeft diarree' riep ze. 'Bah, wat vies, doe die vieze schijter maar gauw weer naar buiten. Zoek er maar één met migraine' antwoordde ik.
De hele middag bleef ze zoeken, totdat we moesten eten. Aan tafel vroeg ze wat migraine eigenlijk is. 'Dan heb je hele erge hoofdpijn' zei ik. Je zag haar denken: 'Hoe moet ik dat nou zien bij een slak?'
Ik zei: 'Zoek er maar één met een brilletje, die heeft vast hoofdpijn.'
Mijn dochter is niet weer gaan zoeken.

woensdag 22 september 2010

Parels


Mijn zus en zusje werken allebei bij Filadelphia. In een woonvorm voor mensen met een beperking. Maar ja, wie heeft nou geen beperking. Ik vraag me wel eens af wie er meer last heeft van beperkingen, deze mensen of de 'normale' mensen. En wie bepaalt eigenlijk wat normaal is?
Herman Finkers ging eens met zijn neef Hans op audiëntie bij de Paus. Misschien hebt u het gesprek gezien dat hij daarna had met Andries Knevel. Andries vroeg hem hoe hij zijn neef eigenlijk noemde. En hij bedoelde daarmee hoe hij de beperking aanduidde. Herman gaf aan dat hij dat lastig vond.
'Syndroom van Down? Als er één nooit down is dan is hij het wel. En verstandelijk gehandicapt? Wij worden juist gehandicapt door ons verstand! Ik noem hem gewoon Hans,' antwoordde hij.
En zo is het ook met de groep mensen die ik heb leren kennen. Stuk voor stuk prachtig uniek.

Drie jaar geleden ontmoette ik ze voor het eerst op een barbecue. Ik was nog maar net aanwezig toen één van de bewoners aan mijn zusje vroeg of ik wel helemaol zuuver was! Kijk, dat bedoel ik nou. Je ziet dat ik gelijk een klik had.
Maar dezelfde man heeft me daarna ernstig teleurgesteld. De groep ging dit voorjaar naar een concert van Elly en Rikkert en ik mocht ook mee. Wat was dat genieten! Mijn favoriete lied 'weet je dat je een parel bent' werd ook gezongen. Mijn buurmannen zongen uit volle borst mee. Ontroerend.
Na afloop hoorde ik van mijn zusje, dat de man, die zich afgevraagd had of ik wel helemaal zuiver was, een gastgezin zocht. 'Altijd goed,' zei ik en was verbaasd dat mijn zussen in de lach schoten. 'Ja maar, hij wil kerkhoven en kerken bezoeken,' zei mijn zusje. 'Geen probleem,' zei ik en weer schoten ze in de lach. Ik vermoedde dat er een addertje onder het gras zat. Afijn, de hele groep kwam bij ons een kopje koffie drinken en ik moest maar contact proberen te leggen. Dat deed ik en hij vertelde me inderdaad dat hij een gastgezin zocht. Wilde eens bij iemand op de koffie, gezellig praten. Ik zei tegen hem dat hij dan wel bij ons mocht komen. Helaas! Dat ging niet door. De persoon die hij zocht moest jong en blond zijn! Tja, oud en grijs komt eerder bij mij. Ongeschikt!

Afgelopen zaterdag hadden we weer een barbecue. Weer of geen weer, mijn zwager staat dan in zijn korte broek vlees te bakken. En wij eten en drinken en zijn vrolijk. Als het meeste eten op is, gaat de discobal aan. Van de oude platenspeler wordt het stof geblazen en mijn neef wordt aangesteld als DJ. Van Simon en Garfunkel, via kleuterliedjes, komen we bij André Hazes en zijn naamgenoot van Duin. De stemming wordt steeds beter. Vooral als er ook nog een microfoon wordt aangesloten.
Maar na het toetje is het feestje helaas weer afgelopen en wordt iedereen in de bus geholpen. Mijn ene zwager roept nog; 'doe Tiny niet in de bus,' maar mijn zus heeft me al bij de arm en helpt me er in. Daar zit ik dan als verstekeling in de bus! Maar helaas, mijn andere zwager, die chauffeert, heeft het door en na een rondje van de zaak sta ik weer bij mijn zus op de stoep.
Dan toch maar weer 'normaal' proberen te doen. Proberen te leven met mijn beperking zonder de steun van deze groep. Proberen me verstandig door het leven heen te slaan. Maar wel in de wetenschap dat óók ik een parel ben.

dinsdag 21 september 2010

Top tien


Vandaag begint de herfst. Ik weet van mezelf dat ik het liefst in oktober naar bed zou gaan om in januari weer wakker te worden. Maar een winterslaap lijkt alleen voor sommige dieren weggelegd. Daarom ga ik nu bedenken wat de voordelen van de donker wordende dagen zijn. Hier volgt mijn top tien.

1: Niet meer scheren.
Eindelijk! Ik hoef mijn benen niet meer te scheren. Het wintervachtje mag weer groeien. In de lente zie ik wel weer hoe het eraf moet.

2: Geen muggen meer.
Om de één of andere reden vinden ze mijn bloed altijd lekkerder dan dat van mijn man. En dan dat irritante gezoem! Gelukkig zijn we er weer voor een tijdje van af.

3: Houtkachel aan.
Op een koude dag brandt hij af en toe al, maar de rook slaat soms naar beneden en dan is het wat mistig in de buurt. Ik ben altijd bang dat de buren de brandweer gaan bellen.

4: Kaarsen.
Het wordt 's avonds weer donker genoeg om een kaarsje te branden. Gezellig! Ooit kreeg ik op mijn verjaardag van bijna iedereen een waxinelicht-houder of iets wat met kaarsen te maken had. Mijn man vroeg zich toen vertwijfeld af of er nog wel genoeg zuurstof voor hem overbleef.

5: Vogels in de tuin.
Mijn gevederde vriendjes en vriendinnetjes komen weer eten van de mezen-bolletjes en pinda-netjes die ik voor ze op ga hangen. En ik zit in de kamer voor het raam te genieten.

6: Top 2000
Een kort genoegen, maar wel een hele leuke. Tussen Kerst en Oudjaar. Op Radio 2. Lekker zwijmelen met al die oude nummers!

7: Boerenkool met worst!
Alle stamppotten zijn lekker, maar dit is mijn favoriet! Als ik vroeger op mijn verjaardag mocht kiezen wat we gingen eten dan was het boerenkool met worst!

8: Warme dranken.
Chocolademelk en Glühwein. En dan het liefst als het 10 graden vriest. Zo lekker warm!

9: Zachte speculaasbrok.
Je komt er een paar pondjes van aan maar dat mag de pret niet drukken. Sowieso zijn er drie plaatsten voor lekkere dingen. Zeg dat van mij dat ik een lekkerbek ben? Ach, mijn zwager zei eens: 'Ik kan alles eten zonder af te vallen'! Misschien geldt dat ook wel voor mij :)

10: Kerstkaarten.
De klapper van het jaar! Al die mooie kerstkaarten die ik elk jaar krijg.
Geintje! Iedereen die me kent weet, dat ik niet van kerstkaarten houd. Maar ik kan ook niets meer bedenken. Niet eens een top tien!

De herfst en de winter staan weer voor de deur. Zal ik toch maar die daglichtlamp kopen? Maar als dat helpt, waarom staan er dan zeven te koop bij de kringloopwinkel? Zal ik de nieuwste cd van M.W. Smith, met de veelbelovende titel 'Wonder', kopen om mezelf op te vrolijken? Zal ik voorlopig alleen maar boeken lenen, uit de bibliotheek, die zich afspelen in een warm en zonnig land? Zal ik......

Ik weet wat ik zal doen. Ik begin vast aan de voorjaarsschoonmaak! Met schoonmaakmiddel dat ruikt naar lelietjes der dalen. Ik begin met de keukenkastjes. Als dan het sop om mijn oren vliegt ruikt mijn neus de lente alvast. En als het weer voorjaar is ben ik klaar.
Wie heeft ooit bedacht dat de schoonmaak in het voorjaar moet? Vanaf nu hou ik winterschoonmaak!

Toch nog een top tien. Op de tiende plaats het lelietjes der dalen-sop. Een vleugje voorjaar in herfst en winter. Om mezelf eraan te herinneren dat het vanzelf weer lente wordt.

dinsdag 14 september 2010

Mar(i)a


Er kunnen dingen in je leven gebeuren die je bitter stemmen.
Vorige week had ik zo'n week. Alles leek mis te gaan. Het werd één grote deegklomp van verdriet, boosheid, teleurstelling en schuld. En probeer daar dan nog maar eens iets positiefs van te bakken. Dat lukte dus niet. Ik werd bitter.
Naomi had met hetzelfde te worstelen. Mara, noemde ze zichzelf. Bitterheid.
'Noem mij ook maar Mara' dacht ik op een gegeven moment.
Maar dat is niet wat ik wil en niet hoe ik ben! Naomi wil ik niet als voorbeeld. Wie dan wel?

Toen dacht ik weer aan de preek die mijn buurman, die voorganger is bij het Leger des Heils, eens gehouden heeft over Maria!
Maria, die veel vragen had en het waarschijnlijk niet allemaal snapte maar toch zei: 'De Heer wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd' (Luc. 1:38)
En zo wil ik ook proberen te leven! Ik heb een heleboel vragen en snap het allemaal niet, maar ik wil toch zeggen: Uw plan is goed.
En dan denk ik aan die andere Maria, die zat te luisteren aan de voeten van Jezus.
En de Maria, die 'Rabboeni' zei en daarna moest leren dat ze los moest laten. Die moest leren dat het niet ging zoals zij graag wilde maar zoals het in Gods plan besloten lag.
Ja, ik denk dat ik Maria maar als voorbeeld kies!

Mara of Maria! Eén letter anders, maar tegelijk een wereld van verschil!
De i maakt dat verschil. En dat vind ik dan weer een grappig detail. Het symbool van de oude kerk was immers ICHTUS. Dat betekent: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser!
De i staat dus voor Jezus.
Jezus kan ervoor zorgen dat je van een Mara in een Maria verandert.
Als je het idee hebt dat je bitterheid als een molensteen om je nek hangt, ga dan naar Hem. Hij heeft gezegd: 'Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan. Mijn juk is zacht en mijn last is licht!’
Geef Hem die molensteen en neem in plaats daarvan je juk op. De situatie verandert er niet van, maar samen met Hem is het makkelijker te dragen.

zondag 5 september 2010

Onttrekking


Vanmorgen werd de naam van mijn dochter afgelezen in de kerk. Ze wil niet langer lid blijven.
Als een kind zich onttrekt aan de kerk, waar ze als baby is gedoopt, doet dat pijn. Toch zit de pijn meer bij de kerk dan bij het kind. Mijn dochter vindt haar weg wel, daar ben ik van overtuigd. Voor haar is dit geen einde maar een nieuw begin. Geen punt, maar een komma.
Maar hoe zit dat met de kerk? Hoe vaak moet er nog een afkondiging van een onttrekking afgelezen worden voordat er wat gebeurt? Het lijkt er namelijk op dat de kerk meer mensen afstoot dan dat ze aantrekt. Het 'kom ga met ons en doe als wij' wordt al te vaak 'kom ga met ons, maar o wee, als je niet doet zoals wij!'

De maatschappij verandert! De kerk ook, maar twintig jaar te laat!
In het geval van mijn dochter gaat het over samenwonen. De kerk waar wij heengaan heeft als regel dat dat niet mag. En als je als voetbalteam hebt afgesproken dat je allemaal blauwe sokken aandoet, dan doe je ook geen rode sokken aan. Dat is logisch. Maar een logisch gevolg is dan ook dat je naar het team gaat waar ze wel rode sokken aanhebben. Weer een lid minder!
Dat er dan gezegd wordt dat ze zondigt tegen het zevende gebod, stoort me. In mijn ogen is het zevende gebod 'wees trouw' en niet 'ga trouwen' Ook het vijfde gebod wordt genoemd. Als je gaat samenwonen in plaats van trouwen betrek je je ouders, de burgerlijke gemeente en de kerk niet bij je beslissing. Wat nou als je stiekem trouwt? Of je kiest toch voor samenwonen en laat dat officieel vastleggen?
De redenatie van de kerk vind ik vaag. Nog onduidelijker wordt het als mij gezegd wordt dat er geen duidelijke regels zijn. Dat elk geval apart wordt bekeken. Dus de ene zuster of broeder, die samenwoont, mag wel aan het avondmaal, maar mijn dochter mag geen belijdenis doen? Het lijkt me dat dan de verwarring helemaal toeslaat.
In een trouwdienst hoorde ik eens het volgende: 'Seksualiteit is een prachtig geschenk van God, dat je mag uitpakken binnen de veilige kaders van liefde en trouw.'
Je 'ja-woord' in het gemeentehuis of in de kerk is belangrijk. Toch verandert tegenwoordig maar al te vaak dat 'ja' in 'nee'. Belangrijker is wat er in je hart gebeurt. Trouw is belangrijker dan trouwen!

Hoe het moet met de kerk weet ik niet. Ik snap dat er regels moeten zijn. Maar die regels heeft God ons zelf al gegeven. Tien om precies te zijn. Hele duidelijke regels. Goed voor de kerk en voor de samenleving. Maken we er niet meer van dan God bedoelt heeft? Jezus vat de regels zelf samen in twee geboden: 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.'
Zien we door alle regels de mens nog wel? Is liefde wel het eerste waardoor we geleid worden in onze beslissingen? Is belijdenis doen of aangaan aan het avondmaal niet een zaak tussen God en jezelf? Er is toch niemand die je in het hart kan kijken?
Ook valt me op dat de weegschaal bij sommige zonden verder doorslaat dan bij andere. Het zevende gebod zegt dat we geen overspel mogen plegen. De kerk zegt, op grond van dit gebod, dat samenwonen niet mag. Het zesde gebod zegt dat we geen moord mogen plegen. Daarvan zegt de kerk dat we onszelf ook niet moedwillig in gevaar mogen brengen. Maar er is bij mijn weten nog nooit iemand van het avondmaal afgehouden omdat hij of zij rookt! Is de ene zonde erger dan de andere?

Het zal duidelijk zijn dat ik over sommige zaken anders denk dan het gros van de gemeente. Word me dat toegestaan? Allemaal vragen waar ik al langere tijd mee worstel. En ik kom er niet uit!
Wat me troost is dat het woord 'kerk' afgeleid is van 'kureakè'! Dat betekent 'dat wat van de Heer is'. Niets meer, maar ook niets minder. Dan zie ik in gedachten die grote kudde schapen, met de Goede Herder voorop. Hij wijst de weg. Bij Hem is het goed. En dan ben ik opeens weer lid van dezelfde Kerk als mijn dochter!

maandag 30 augustus 2010

Beter een grappige buur dan een chagrijnige vriend


Mijn buurman is 81 jaar en hij is de grappigste man in de buurt.
Afgelopen donderdag kreeg ik een telefoontje of ik even met hem mee wilde naar de huisartsenpost. Hij was gebeten door een hond. Het bleef maar bloeden en hij was er toch niet gerust op. Hij voelde zich ook niet helemaal fit, dus wilde liever niet zelf rijden.
Prima, ik reed de auto voor en binnen een kwartier waren we er. Nadat hij zich gemeld had gingen we in de wachtkamer zitten.
Nu kan mijn buurman slecht tegen wachtkamers vol met mensen die bedrukt kijken en zwijgen. Dan krijgt hij het, naar eigen zeggen, op zijn heupen. Ooit moest hij met zijn vrouw mee om een röntgenfoto te maken. Toen hij de volle wachtkamer binnenkwam en bedacht dat hij hier wel eens lang kon zitten zei hij: 'Ik heb een idee, laten we een groepsfoto maken, dat scheelt een hoop tijd.'
Dit keer had hij een avontuur met een koffiezetapparaat.
'Wil je koffie, buurvrouw?' Ik zei dat ik daar wel zin aan had. De koffie kostte 50 cent. De buurman ging op zoek naar kleingeld. Ook ik dook in mijn portemonnee, en haalde er twee muntjes van 20 en één van 10 uit, maar daar wilde de buurman niks van weten. 'Dat is mijn buurvrouw, die met me meegaat als chauffeuse' vertelde hij aan de mensen in de wachtkamer. 'En nu wil ze zelf ook nog de koffie betalen! Ga weg met dat geld.' De mensen begonnen al iets te grinniken.
Toen hij het kleingeld uit zijn portemonnee had gevist ging hij voor het apparaat staan. 'Waar is de gleuf? Ahh, ik zie het al, het moet hierin!' Hij stopte het geld erin om vervolgens uit te roepen 'O, help! Ik moet er nog een beker onder zetten' Hij griste een beker van de stapel en zette die eronder. Er gebeurde niks. 'Misschien moet u ook nog op de knop duwen, buurman!' suggereerde ik.
Hij vond de knop en duwde erop. 'Ahh, dat is geen koffie, er komt heet water uit' riep hij verontwaardigd. Weer op dezelfde knop duwen gaf als resultaat dat het water stopte. 'Geeft niks, ik lust ook wel thee' zei ik en pakte de beker water en een theezakje.
De buurman pakte weer een nieuwe beker, zette die vervolgens onder de goeie straal, duwde op de goeie knop, maar er gebeurde niks. De mensen begonnen al iets harder te lachen. Het bleek dat hij met het hete water al 20 cent had verbruikt. Dus toen hij weer geld in het apparaat had gegooid en weer op de knop had geduwd, kwam er tot zijn genoegen koffie in de beker.
Hij draaide zich om en zei tegen een mevrouw: 'Je zit me toch niet uit te lachen hè?' Ze antwoordde: 'Nee, auw, auw, ik heb pijn aan m'n gezicht! Maar ze lachte wel! Iedereen lachte.
De buurman ging naast me zitten en zei: 'Och, nu heb je maar voor 20 cent thee!' Iedereen schoot weer in de lach. Ik had inmiddels zelf ook bijna een tena lady nodig.
Net toen hij de melk in zijn beker wilde doen kwam de verpleegster om hem te halen. 'Drink jij mijn koffie maar op' zei hij. Maar de verpleegster dacht dat hij er wel weer zou zijn voordat zijn koffie koud geworden was. En dat was ook zo. Even later hoor ik op de gang: 'Buurvrouw? Is mijn koffie al koud?' Daar kwam hij al weer aan en hij heeft met smaak zijn koffie gedronken.
Toen ik hem weer bij zijn huis afzette vroeg hij wat ik hem schuldig was. 'Niks buurman, de baas van mijn man betaald de brandstof, dus als u een donatie wilt doen moet het daarheen, maar ze hebben al genoeg.' 'Dan krijgen ze ook niet meer' zei hij. We spraken af dat ik een kopje koffie bij hem zou komen halen. En dan iets meer dan voor 20 cent.
Over de chagrijnige vriend zal ik zwijgen. De grappige buur is veel beter.

maandag 23 augustus 2010

Fytoftora


In 2009 zijn we begonnen met een 10-jarenplan om onze tuin te veranderen. De plannen daarvoor zijn ook al 10 keer gewijzigd. Dat komt omdat ik het brein ben achter de meeste plannen. We hadden een grote zak grind met 'tuinvisie' erop in de tuin staan. Dat vond ik wel komisch omdat mijn visie over de tuin nogal eens veranderd.
Zo moest er in het begin een tuinhuisje komen bij onze vijver. Omdat ik bedacht dat ik toch liever bezig ben in de tuin dan dat ik er in zit, is daar uiteindelijk, aangestoken door mijn dochter en schoonzoon, een moestuin voor in de plaats gekomen. Het is nog niet helemaal zoals ik het bedoeld had. Ik ben van plan om nog een stuk siertuin te vorderen om bietjes te verbouwen. Die staan nu namelijk in de voortuin. Ik heb al diverse mensen in de lach zien schieten als ze er langs liepen. Volgend jaar wil ik de bieten dus keurig naast de bonen.
Naast bonen en bieten heb ik nog wat aardbeiplantjes, diverse kruiden, sla en tomaten.
De tomaten waren mijn trots. Vooral die ene woeste plant, die elke keer weer gestut en vastgebonden moest worden. De oogst beloofde enorm te worden. We zochten al recepten voor pastasaus en tomatensoep.
In één dag was alles anders. Vrijdag plukte ik nog vol trots mijn 6e tomaat, zaterdag zag het er naar uit dat het één van de laatsten was die ik zal oogsten.
Fytoftora! Zwarte plekken op de bladeren en tomaten die rotten. De oranje tomaten die goed lijken heb ik op de vensterbank in de woonkamer gelegd in de hoop dat de zon ze nog verder kleurt.
Buiten heb ik een poging gedaan om de zwarte bladeren te verwijderen. Ik bleef aan het knippen. Mijn man, die het sneu voor me vond, probeerde me te troosten. Boos gooide ik de schaar op de grond en zei: 'Nou, knip jij dan maar verder, ik word er helemaal hopeloos van'.
Ik liep naar binnen om thee te zetten. Op dat moment belde mijn dochter.
Zoals gebruikelijk vroeg ze hoe het gaat. Ik vertelde haar van mijn zieke plantjes. Toen werd ik even met mijn eigen woorden om de oren geslagen! 'Huil niet om iets wat niet om jou kan huilen, mam' zei ze. Natuurlijk! Altijd positief blijven. Blij zijn dat je tomaat ziek is en niet jij.

Fytoftora! De naam van een aardappelziekte die in Ierland tot twee keer toe een grote hongersnood veroorzaakte. Als ik het al zo erg vind dat mijn planten gedoemd zijn te eindigen als een zwarte rottende brei, wat moeten die boeren dan wel niet gevoeld hebben toen ze hun oogst zagen mislukken?
Aan het eind van de middag sta ik in de tuin. Bewust met mijn rug naar wat is overgebleven van de tomatenplanten. In mijn hoofd ontstaat een nieuw plan. Een inloopkas voor tomaten. De enige manier om deze ziekte te voorkomen. Dat betekent natuurlijk wel dat het oorspronkelijke plan voor de zoveelste keer wordt gewijzigd. Het kan nog. Het is nog lang geen 2019!

donderdag 19 augustus 2010

Noodpakket


Heb u ook een noodpakket in huis? De regering is, een aantal jaren geleden al, begonnen met een campagne om iedereen voor te bereiden op een eventuele ramp. Een bedrijf, dat een gat in de markt zag, stelde noodpakketten samen en bood ze te koop via internet De campagne is een fiasco geworden. De meeste mensen in Nederland geloven namelijk niet dat ze ooit een noodpakket nodig zullen hebben. Het bedrijf is failliet gegaan. De noodpakketten staan nutteloos in een loods. Stille getuigen van zorgeloos Nederland.
Nu is men een nieuwe campagne begonnen. Maar of het dit keer beter zal gaan betwijfel ik.
Ik heb het aan diverse mensen gevraagd en inderdaad, ze kijken je dan aan of ze het in Keulen horen donderen! Keulen is nog best een eind weg en dat het ook hier kan donderen, geloven ze niet! 'Welke ramp?' vragen ze dan.
Alle rampen van tegenwoordig gebeuren een heel eind bij ons uit de buurt. En het ziet er niet uit dat dit zal veranderen. De grootste bedreiging voor Nederland lijkt een dijkdoorbraak. Maar dat we ooit Amersfoort aan zee zullen krijgen lijkt niet echt waarschijnlijk.
Op de radio hoorde ik wat je in huis moet hebben voor als het ondenkbare toch gebeurt. Bij mij leeft het ook te weinig dus heb ik niet alles onthouden. En ik heb ook nog niet eens alles in huis. Maar ik ga er wel werk van maken! Deze week nog!
In het kort komt het er op neer dat je moet zorgen voor voldoende water en eten, waxinelichtjes en een zaklamp met reserve-batterijen voor als het licht uitvalt, een eerste hulp doos, een radio op batterijen om de berichtgeving te volgen en een deken tegen de kou,. O ja, en een fluitje, zodat je om hulp kunt fluiten. Er is waarschijnlijk wel een complete lijst te vinden ergens op internet.
Ik moet u bekennen dat ik bij de eerste campagne blikken bonensoep in huis heb gehaald. Dat vond mijn familie toch niet zo'n geslaagd idee. De aanschaf van een fluitje is dan weer niet nodig. Ik denk dat mijn darmen er dan voor zorgen dat ze me zo wel horen en anders wel ruiken. Nu staan er blikken nasi en bami over datum te raken. Het water moet nog worden aangeschaft. Het lijkt zo onnodig om flessen water aan te schaffen als je het lekkerste water van Nederland uit de kraan kunt halen. Deze week zal het gebeuren.
Ooit breekt de laatste dag van deze wereld aan. Aan het noodpakket dat de regering heeft samengesteld heb je dan niks. Maar gelukkig heeft God zelf een noodpakket voor ons samengesteld: Jezus.
Levend Water! Gebroken Brood! Licht van de Wereld! Eerste Hulp voor al onze pijn! Woord dat er was vanaf het begin. Zijn Geest zet ons in vuur en vlam als we dat willen. We hoeven alleen maar onze handen te vouwen om gehoord te worden!
Een noodpakket! Het lijkt zinloos, maar het kan het verschil zijn tussen leven en dood! Dat geldt zeker voor Gods noodpakket. Bent u voorbereid als de sirene gaat of de bazuin klinkt?

dinsdag 3 augustus 2010

Aangifte


Zaterdag las ik in de krant dat virtueel aangifte doen goed blijkt te werken. Ik schoot in de lach! Wij hebben een tijdje geleden namelijk ook virtueel aangifte gedaan en dat was een hele belevenis. Bij nader inzien en lezen begreep ik dat je nu aangifte doet tegenover een politieman of -vrouw op een scherm. Wij moesten via internet een vragenformulier invullen.
Een week voor Moederdag kwam mijn man in de woonkamer, keek naar buiten en zag dat zijn mooie zelf gemetselde muurtje vernield was. De bovenste rollaag lag eraf in 3 stukken. Hij baalde verschrikkelijk en was van plan om daarvan aangifte te doen, al was het alleen maar om aan te geven hoeveel er vernield wordt in ons dorp. Ik vond het een beetje overdreven.
Toch een beetje beteuterd zaten we aan het ontbijt. Dat iemand niet van je spullen af kan blijven is iets waar ik niet helemaal goed mee overweg kan. Na het ontbijt gingen we naar de kerk. Daarna ging mijn man kijken of er nog stukken los lagen, want hij wou natuurlijk niet dat een toevallige voorbijganger een stuk rollaag op de voeten kreeg. En inderdaad, er lagen nog twee stukken los, dus heeft hij die er ook maar afgehaald. Hij kwam binnen en zei dat ze ook in de tuin gelopen hadden, maar dat er volgens hem niks weg was.
Toen, eindelijk, werd ik wakker. Ik keek naar de tuinbank, en ja hoor! Weg! M'n mooie mand met violen. Ik ergerde me groen en geel. Toen wilden we allebei aangifte doen natuurlijk.
Dus vulden we de vragenlijst op de computer in. Eerst werd er gevraagd of er ook sporen waren. Die waren er, iemand had met hoge hakken in de tuin gelopen. Vervolgens stond er dat je dan geen aangifte kon doen via internet. Ik had toch echt geen zin om voor een tuinmuur en een bloemenmand naar het politiebureau te fietsen. Dus zei ik: 'Dan zijn de sporen vanaf nu plotseling spoorloos verdwenen'. Toen konden we verder met de volgende vraag.
We begonnen met aangifte van de vernieling van de tuinmuur. De vragen die je dan krijgt zijn lachwekkend als het om tuinmuur gaat. Wat is het merk? Wat is het typenummer? Wat is de kleur?.
En dan blijkt maar weer dat de politie toch je beste vriend is, want de lol die we hadden met het invullen van de vragenlijst was groter dan de ergernis daarvoor.
Ik zei: 'Straks vragen ze ook nog of je slachtofferhulp nodig hebt'. En ja hoor, dat was de laatste vraag!
Op de tuinbank staat inmiddels een nieuwe mand, dit keer met margrieten. En tot nu toe blijft iedereen eraf. Maar mocht het toch nog eens nodig zijn om weer aangifte te doen, dan ben ik benieuwd welke Schermlock Holmes me te woord staat. Ik zal het jullie laten weten als het gebeurt, maar voorlopig is deze zaak gesloten.

vrijdag 23 juli 2010

Oppasoma


Tegenwoordig ben ik oppasoma. Nee, ik hoef geen EHBO-cursus te volgen, Ik hoef ook geen certificaat 'hoe ga ik om met vraagouders' te halen. En ik hoef ook niks te weten over de eerste of tweede koppigheidsfase.
Ik pas, als het zo uitkomt, met plezier op Elmo, de hond van mijn schoonzooon en dochter. Dus ik heb geen kindervingertjes op mijn ruiten maar hondeneusjes.
Elmo is al helemaal gewend bij ons. Ze mag lekker in de tuin wandelen, weet dat ze op de paadjes moet blijven en houdt zich daar meestal wel aan. Behalve gisteren.
Gisteren had ik namelijk zomaar ineens nog een hond achter het huis. Elmo vond dat natuurlijk niet kunnen, want het is háár territorium, en vloog achter het beest aan de tuin door, het hek over, tot aan het eind van de straat.
Ik er achter aan! Ik schreeuwde, met mijn volume op het allerhardst, door de straat: 'ELMO HIERKOMEN! EN RAP!
De buurman stoof van schrik uit de tuin en vroeg: 'Is ze stout geweest?' Ja, ze was stout geweest en dat wist ze zelf ook wel. Ze kwam terug schuifelen met de staart tussen de benen. Na nog wat op haar gemopperd te hebben gingen we weer naar huis. 'Niet over het hek' zei ik! Jump, Elmo ging wel over het hek, ze zal wel gedacht hebben: 'ik krijg toch straf, dan maakt één zo'n overtreding ook niks meer uit'
Maar nadat ze een poos in de mand gezeten had, mocht ze er weer uit en waren we weer vriendjes. Het is leuk om te zien hoe ze omgaat met de kikkers in onze tuin. Als de kikker springt, springt Elmo zo mogelijk nog hoger met 4 poten tegelijk in de lucht.
Uitlaten is ook een hele happening. Ondanks dat het een vrouwtjeshond is tilt ze één poot in de lucht voor zowel het plasje als het poepje. Gek beest.
Bijna weer thuis werd de weg versperd door 3 jongens van een jaar of 12 met hun fietsen. Dus vriendelijk gevraagd of we er langs mochten. 'Mevrouw, we zijn aan het communiceren'. 'Heel goed, jongens, maar kun je dan je fiets iets opschuiven, dan kan ik er langs'. 'Communiceren is heel belangrijk, er moet meer gecommuniceerd worden in deze wereld' zei één van de jongens, terwijl hij langzaam zijn fiets een eindje opschoof. 'Ben ik helemaal met jullie eens hoor,' zei ik, terwijl ik me langs de fiets wurmde. 'Communiceert u wel eens met uw hond?' vroeg dezelfde jongen weer. Ik dacht: 'Je had me vanmorgen eens moeten horen communiceren tegen de hond', en zei: 'Ja hoor, dat doe ik regelmatig.' Als demonstratie zei ik tegen Elmo dat ze moest wachten, want we moesten de straat oversteken. En wonder boven wonder deed ze wat ik zei. Toen zei ik dat ze moest zitten en ook dat deed ze gelukkig. Toen we overstaken keek ik achterom of de jongens het wel gezien hadden. Maar de jongens waren alweer aan het communiceren, die merkten niet eens dat ik het braafste oppashondje van de wereld heb. Nou ja, meestal dan!

donderdag 22 juli 2010

Corrigerende slip


(Op verzoek, een van mijn eerste verhalen uit 2007)

In 2006 is mijn dochter getrouwd. En als moeder van de bruid wil je er dan goed uitzien. Het was toen dat ik voor het eerst van een corrigerende slip hoorde. Een verkoopster meende dat dit toch echt bij de outfit hoorde en ik schafte het ding aan.
Na één keer dragen lag die slip vergeten in de kast te wachten tot de volgende bruiloft.
En dat was het jaar erop. Weer een dochter die het huis uit wil vliegen. Als je ze kort achter elkaar krijgt, ben je ze ook kort achter elkaar weer kwijt. Natuurlijk klopt dat niet echt, want je krijgt er alleen maar een zoon bij. Maar het feit blijft dat ze haar eigen leven gaat leiden en dat ze ook nog eens een keer erg ver uit de buurt gaat wonen.
De bruiloft werd een jaar geleden al aangekondigd en in dat jaar werd alles tot in de puntjes geregeld, zodat het een dag zou worden om nooit meer te vergeten!
De dag voor de bruiloft ging mijn dochter met de auto van mijn man, haar laatste spullen verhuizen naar het huis van haar toekomstige man.
Op de A-12 reed een man voor haar met een aanhangwagen achter z’n auto en hij reed maar liefst 120 km. per uur! ‘Dit kan nooit goed gaan’ dacht mijn dochter nog en inderdaad, dat ging goed fout! De aanhanger begon te slingeren en de auto vloog, vlak voor haar, eerst de berm in en toen tegen de vangrail! Mijn dochter had het besef om het stuur om te gooien en maakte een “corrigerende slip”, en stond vervolgens dwars op de snelweg, de auto achter haar kwam 20 cm. voor haar deur tot stilstand!
Mijn dochter kroop aan de andere kant de auto uit en schold van pure zenuwen de man met de aanhangwagen de huid vol. ‘Hoe kun je dat nu doen, met 120 op de snelweg met een aanhangwagen, en morgen ga ik ook nog trouwen!’
‘O, gefeliciteerd alvast’ antwoordde de man nuchter en toen moesten ze allebei vreselijk lachen.
D.V. stond op hun trouwkaart, Deo Volente: zo de Here wil en wij leven! Tja, je kunt van alles plannen, je kunt er een jaar mee bezig zijn geweest en alles tot in de puntjes verzorgd hebben en dan toch is het een wonder dat de dag aanbreekt en dat je het gewoon mee mag maken allemaal. Iedereen gezond, iedereen netjes in de kleren, je dochter het stralende middelpunt van de dag.
En die corrigerende slip gaat weer de kast in tot de volgende bruiloft!

maandag 19 juli 2010

De boot in.


Gisteren heb ik gevaren! 'O, leuk met dat zonnige weer' is misschien je reactie. Nou, laat ik dan zeggen dat het niet helemaal mijn ding is.
Vorige week belde mijn dochter uit Reeuwijk op met de vraag wanneer we weer eens langskwamen. Ze had vakantiefoto's en ook een nieuwe tuinset. En ik moest het allemaal komen bekijken. We hebben toen afgesproken voor de 18e en dat was dus gisteren. 'Dan kunnen we ook leuk gaan varen' zei mijn dochter. Nu vind ik persoonlijk dat 'leuk'' en 'varen' niet in één zin thuishoren, maar ja, ik vond het moeilijk om dat te zeggen.
Mijn schoonzus had ook al eens gevraagd of ik meeging, maar ik hield altijd de boot af, letterlijk en figuurlijk! Ik ben namelijk al duizelig op een schommel en een boot schommelt nogal!
Uiteindelijk gingen we met 6 personen de boot in. Twee dochters, twee schone zonen, mijn man en ik. Het was al een hele happening voordat ik in de boot zat. Ik probeerde niet te gillen, maar kon niet voorkomen dat er toch wat 'ooohhh' en 'aaahhh' ontglipten uit mijn mond. Toen moest de rest er nog in en dat leverde weer heel wat geschommel op.
Voordat we op de plas waren moesten we eerst nog onder diverse brugjes door. Bukken dus, anders ging je hoofd er zo raar uitzien. Eindelijk waren we op de plas en ik heb geprobeerd om me te ontspannen. Tot aan die tijd hield ik met mijn ene hand de rand van de boot vast en met mijn andere het bankje waar ik op zat. Ik moet zeggen dat het mooi was wat we onderweg tegenkwamen. Reigers, zwanen, andere zwemsijsies, mooie huisjes en mooie planten. En al die andere boten met ontspannen vrolijke mensen! Ontspannen! Adem in, adem uit! En het ging! Eventjes!
Toen kwamen we bij het ijskraampje van Antonio naast een smal brugje. En moest er ijs gekocht worden. Dus eerst weer allemaal bukken, onder het brugje door, de boot aan de kant, 4 personen eruit, schommel de schommel. En ik zat natuurlijk aan de kant waar ze eruit moesten. Mijn schoonzoon stelde voor dat ik voorin op de punt van de boot in het midden ging zitten en dat was best een goed plekje. Ik had zicht op de ijskraam, waar een flinke rij voor stond. Antonio had het druk want ook heel veel fietsers hadden zin aan een ijsje. Er kwam een Bentley die het bruggetje over moest, maar net de draai niet kon halen, dus weer achteruit, ondertussen het raampje open, grappen met Antonio. 'Gratis ijs voor iedereen' riep hij! Maar daar had Antonio geen boodschap aan. Er moest gewoon worden betaald.
'Ik heb vanille, meloen, pistache, bosvruchten en....' Verder hoorde ik niet! BOSVRUCHTEN! En nu had ik net opgegeven dat ik vanille wou! Dus gezwaaid met de armen, wat weer geschommel opleverde. Dan maar schreeuwen! 'Joehoe!!!' Joehoe!!! Mijn man maande me tot stilte, want dat doe je niet, zomaar schreeuwen over de straat. Later hoorde ik dat, in sommige buurten van Reeuwijk, het heel gewoon is dat je tegen elkaar schreeuwt in de straat. Uiteindelijk kreeg ik de aandacht van één van mijn dochters en schreeuwde ik, mijn man ten spijt, over de straat dat ik bosvruchten wilde. Heerlijk!
Iedereen weer in de boot, ik bleef mooi zitten waar ik zat en dat was inderdaad iets minder geschommel. Na nog wat gevaren te hebben over de plassen gingen we weer richting huis. Dus toen kwamen de brugjes weer. En voorin de boot moet je verder bukken. Nu ben ik niet meer zo heel erg soepel door de hoepel, dus toen mijn dochter zei dat ik moest bukken, bukte ik! Toen ze zei dat ik nog meer moest bukken, deed ik dat braaf want ik wou mijn hoofd toch wel graag zo houden als dat ie is. En toen ik vervolgens op haar advies nóg verder bukte lag ik onderin de boot. Bovenop de kleine teen van mijn man. Iedereen lag in een deuk en mijn ego liep er ook één op. Maar ik besloot maar om mee te lachen, het zal ook wel een heel komisch gezicht zijn geweest.
Eindelijk bereikten we de aanlegsteiger en met nog een paar 'oohhs' en 'ahhs' ben ik uitgestapt.
Mijn dochter en schoonzoon hebben een hele mooie tuinset gekocht! Fijne stoelen met lekkere kussens. Volgende keer als de familie weer wil varen, neem ik een boek mee en nestel ik me lekker in zo'n tuinstoel. Gaan zij schuitje varen en ik theetje drinken. Lijkt me een veel beter plan!

vrijdag 16 juli 2010

Egel


Dinsdag hadden we een egel in de tuin. Hij (of zij, dat kon ik niet goed zien :)) leek een beetje in de war. Want om 20.00 uur al rondstruinen in de tuin is niet des egels.
Waarschijnlijk heeft mijn man's ijver om de struik bij te knippen hem opgeschrikt en veel te vroeg wakker gemaakt. Ik heb de kans waargenomen en op heel korte afstand allerlei foto's en filmpjes gemaakt. Toen we 's avonds laat nog eens polshoogte namen was hij nog niet echt ver gekomen en draaide een beetje in het rond.
We hebben hem maar aan zijn lot overgelaten op hoop van zegen.
De volgende dag kwam ik erachter dat het een egel is met zelfmoordneigingen. Ik kon hem eerst niet vinden, totdat ik een vrouw in de Lavendelstraat hoorde roepen: 'ach, dat beest, straks rijdt er nog iemand overheen' Ahhh, daar ben je dus, midden op de Lavendelstraat. Gewapend met sneeuwschep en werkhandschoenen ben ik overgegaan op operatie 'red de egel' Ik heb hem weer in de tuin in een dichtbegroeid stukje gezet, heb hem water gegeven, wat hij dankbaar opslurpte en heb de hond bij hem weggehouden.
En dan zou je toch denken dat dat beest daar wel blijft, wat naaktslakjes en ander ongedierte uit m'n tuin vist. Niet dus.
's Avonds na het eten liep mijn dochter naar buiten, hoorde een boel geritsel bij de vijver en toen een plons! Ja hoor, weer een nieuwe poging! Ze heeft hem met een schepnet weer opgevist en we hebben hem wéér onder een struik gezet. Water had hij genoeg gehad, dit keer.
Uiteindelijk hebben we besloten om meneer van Stekelenburg maar af te voeren naar 'het landgoed' van mijn aanstaande schoonzoon, een dorp verderop. Daar heeft hij iets meer kans om zijn eigenwijze acties te overleven. Mijn dochter heeft hem gevangen, onderzocht, 6 teken verwijderd, water gegeven en laten gaan. En nu maar hopen dat hij het eens is met zijn verhuizing, zo niet, dan duurt het vast wel een poosje voordat hij hier weer op de stoep staat! :)