vrijdag 25 februari 2011

Getover


Vorige week donderdag zat ik in een tovertrein. Eerst leek het daar niet erg op. Ik word altijd een beetje zenuwachtig en gejaagd van reizen met de trein. Ik ben dan bang dat ik te laat kom of in de verkeerde trein stap. Het is namelijk al eens gebeurd dat ik naar Groningen wilde maar in Leeuwarden uitkwam, omdat halverwege de trein zich splitste en ik in het verkeerde treinstel zat.
Ik besloot al in Zwolle over te stappen en nam de intercity naar Gouda. Alles verliep keurig op tijd en toen ik zat viel er iets van de spanning van me af. Ik kon in deze trein blijven zitten. Er kon niets meer fout gaan. Tenminste, dat dacht ik!

In Utrecht werd omgeroepen dat de trein ging splitsen. De ene helft ging door naar Rotterdam en de andere naar den Haag, via Gouda. De nummers van de treinstellen werden afgelezen, zodat je kon controleren of je nog steeds goed zat. Ik moest naar Gouda en zat in het verkeerde treinstel.
'Het zal me toch niet voor de tweede keer overkomen,' dacht ik. Paniekerig stond ik op en ging op zoek naar het goeie treinstel. Ik had geen idee waar ik heen moest en besloot het aan een jonge vrouw te vragen. Die zei dat ik rustig weer kon gaan zitten, want dat beide treinen via Gouda moesten omdat er geen ander spoor lag. Ze wist het voor 90% zeker. Ik gokte erop dat de andere 10% mij geen parten ging spelen en ging zitten op de eerste vrije plek. Dat was achter een moeder met een klein jongetje. Die zat hij uitgebreid zijn gebit te bestuderen in het raam. Toen de trein weer begon te rijden riep hij: 'Mama, we zitten in een tovertrein. Eerst gingen we vooruit en nu achteruit en ik heb twee monden in het raam!' Zijn moeder maande hem tot stilte, maar ik was blij dat hij zijn wijsheid met mij gedeeld had. Want als je eerst vooruit gaat en daarna achteruit, maar je bereikt toch de volgende halte, en je krijgt ook nog twee monden, dan zit je echt wel in een tovertrein!

De trein bracht mij naar de eerste ontmoeting met mijn kleinkind. Mijn dochter heeft tijdens haar zwangerschap een veel te hoge bloeddruk gekregen. Daarom leek het de verloskundige beter dat ze naar het gecombineerde spreekuur van een gynaecoloog en een internist zou gaan. Voordeel daarvan is dat ze vaker een echo krijgt en deze keer mocht oma mee.
Echoscopie is eigenlijk ook getover. Door middel van een techniek, die gebruik maakt van geluidsgolven, kan ik zomaar even mijn kleinkind zien. Onder de eerste echo, die een paar weken geleden gemaakt was, stond Rob., afkorting van Robinson curve, dus nu heet het kindje Robbie, totdat het geboren wordt.
Robbie heeft alleen geen zin om oma te ontmoeten. Hij ligt met zijn hoofd naar beneden. Doordat je de ruggenwervels op deze manier goed kunt zien, lijkt het net een hagedisje.
Maar opeens steekt hij toch – als een soort overwinningsteken – zijn vuist in de lucht. Was het een groet of stak hij zijn vuist op tegen zijn oma? Ik ga maar uit van het eerste. Wat een supermooi moment!

Mijn dochter vroeg na afloop of ik wilde chaufferen. Dat heb ik gedaan. Ik denk alleen niet dat het haar bloeddruk ten goede is gekomen. Laten we het erop houden dat ik niet op mijn best ben op smalle één-auto-weggetjes met brede sloten ernaast, met hier en daar een parkeerplaats om elkaar te passeren. Ook het schakelen was een probleem. Maar we kwamen zonder ongelukken thuis.
En daar wachtte Sheila, mijn nieuwste kleindier. Ze heeft me gelijk betoverd met haar mooie oogjes en haar lieve luie blik. En ben niet echt een kattenmens, maar voor haar maak ik graag een uitzondering.

Kortom, het was een betoverende dag. Ik neem me voor om de wereld wat vaker te bekijken door de ogen van een kind. Dan zie ik vast nog veel meer getover.

donderdag 17 februari 2011

Mac-fly


Deze winter ben ik een Mac-fly begonnen! Het ophangen van een voedersilo in de oude meidoornboom was de eerste aanzet. Daarna is het volledig uit de hand gelopen. Vogels van diverse pluimage komen dagelijks hun vette kost bij mij halen. Het menu bestaat uit gemengde zaden, pindakaas, pinda's, mezenbollen en kaaskorstjes. Dat laatste is vooral in trek bij roodborstjes.
De aanvliegroute is niet duidelijk aangegeven. Iedereen vliegt, hipt of kruipt maar wat heen en weer. Dat kruipen doet de boomkruiper en ik ben er best trots op dat hij af en toe te gast is in mijn Mac-fly.
Het maakt ook niet zo veel uit, dat iedereen door elkaar vliegt, ze hoeven niet keurig in de rij om de bestelling op te geven, het is een vliegend buffet. Misschien dat het daardoor komt dat er nogal eens ruzie wordt gemaakt. De spreeuwen vechten vooral om de pindakaas. Bij de voedersilo zijn het de mussen, die net zoveel naar elkaar als naar het voer pikken. Het lijken soms net mensen die ook de neiging hebben haantje de voorste te willen zijn.

Sinds kort is het ook mogelijk om te overnachten. In een boom verderop hangt een heuse vogelflat. Drie verdiepingen onder elkaar. Het koolmeesje heeft al eens naar binnen gekeken, ik denk dat hij de eerste huurder is. Hij hoeft pas over een poosje te betalen. Net als alle Mac-fly-klanten trouwens. De betaling geschiedt volgens het principe 'voor wat, hoort wat.'

Ik stel me zo voor dat ik op een mooie lente- of zomeravond buiten zit. Met mijn ogen dicht, genietend van vogelzang. Maar dat is nog niet alles! Zo gauw ik word gestoord door het gezoem van een mug, komt natuurlijk één van mijn klanten, en vreet het irritante muggenbeest op. Dat heb ik ze namelijk beloofd deze winter. Nu de vette hap, straks een stukje vlees. En zo is iedereen gelukkig. Het mes snijdt aan twee kanten.
Met datzelfde mes snijd ik dan ook mijn kropjes sla en andere groenten uit de moestuin. Zonder slakken en ander ongedierte natuurlijk, want ook dat wordt uiteraard netjes opgeruimd voor mij!

En nu maar hopen dat zij zich aan hun deel van de afspraak houden. Maar daar heb ik alle vertrouwen in. Als toetje heb ik ze namelijk kersen beloofd. Als de boom net zo'n goeie oogst geeft als vorig jaar, mogen ze daar lekker van eten. Als ze tenminste beloven dat ze daarna mijn was niet onder schijten.

Ik kijk naar de vogels. Ik let even niet op hun ruzies, want een ander aspect van het vogel-zijn trekt mijn aandacht. Hun onbezorgde 'van-de-hak-op-de-tak' leven lijkt me wel wat. Ze weten dat er morgen ook wel weer wat te eten is in mijn tuin. Ben ik ook zo vol vertrouwen? Weet ik wel dat er morgen ook weer voor mij gezorgd wordt? Volgens de Bijbel is dat de les die we van vogels kunnen leren. Het lijkt erop dat ik die les steeds weer opnieuw moet leren. Maar gelukkig, dank zij mijn Mac-fly, heb ik nu genoeg studiemateriaal. Tegenwoordig komt er vaak genoeg een lesje voorbij vliegen. En ik ben nooit te oud om te leren!

woensdag 9 februari 2011

Eenzame fietser


Hoezo, de lente komt eraan? Het leek wel herfst afgelopen weekend!

Al meer dan drie jaar bezorg ik op dinsdag en vrijdag post voor het op één na grootste postbedrijf van Nederland. Dan ben ik lekker buiten bezig, weer of geen weer. Aan de meeste weertypes heb ik geen hekel, alleen storm kan me niet bekoren. Dat komt vast omdat ik in een stormachtige nacht geboren ben.

Vrijdag waaide er dus een stevige wind. En die was alleen maar aardig voor mij als ik met hem meefietste. Maar o wee, als ik tegen hem inging.... Ik voelde me net de eenzame fietser van Boudewijn de Groot. Kromgebogen over mijn stuur baande ik me een weg tussen de afgevallen takken door. Behalve dat er veel wind over mijn stuur ging, regende het ook nog.

Ik heb een prachtige wijk. Eerst een stuk bebouwde kom. Zes straten heerlijk wandelen van brievenbus naar brievenbus. In één van de straten staat een basisschool. Ik kom net binnenlopen als de pauze begint. Een jongetje staat te worstelen met de rits van zijn jas. 'Zal ik je even helpen?' vraag ik. Voor ik het weet staan er nog drie kleuters te wachten en heb ik er een baantje als klasseassistent bij. Als de laatste jas dicht is, kan ik weer verder met de post.
Als ik de bebouwde kom heb gehad, fiets ik door naar het buitengebied. Een schitterend gebied, met een stuk bos en weilanden met paarden, geiten en schapen. Dat is vooral genieten in het voorjaar, als er weer van allerlei jongs is geboren. Maar eigenlijk gaat er geen bezorgdag voorbij of ik zie wel iets bijzonders.

Zo was ik een keer erg laat met post bezorgen. Het begon al te schemeren. Op een gegeven moment moest ik stoppen voor zeven wilde varkens, die de weg overstaken. Tja, ze kwamen van rechts, dus ze hadden voorrang. Vrijdag vloog op ongeveer dezelfde plek een boomklever de straat over. Ook moest ik eens een keer vijf minuten wachten omdat een pauw in vol ornaat de weg versperde. Prachtig!

Het begint harder te regenen en waaien. Ik kom mijn 'conculega' van het grootste postbedrijf tegen. Hij zwaait vriendelijk naar mij. Maar dan wel hoog en droog vanachter de voorruit van zijn auto. Ik heb een keer voorgesteld om samen te werken. 'Als het regent gaan we met jouw auto, als het mooi weer is, mag je bij mij achter op de fiets,' zei ik. Hij nam mijn voorstel niet serieus en moest alleen maar lachen.

Drie jaar geleden, nadat mijn oudste dochter getrouwd was, bedacht ik dat ik maar weer eens wat moest gaan doen. Je moet natuurlijk ten allen tijde een lege nest syndroom voorkomen. Niet dat het nest toen al leeg was, maar het schoot mooi op, alleen het jongste kuiken zat er nog maar in.
In die tijd vroegen ze een medewerkster voor de mediatheek van een school. Dat leek me wel wat. Maar dan moest ik eerst een cv maken. En dat is lastig wanneer je de afgelopen drie-en-twintig jaar alleen maar moeder bent geweest. Daarvoor had ik vijf jaar administratie gedaan voor een drukkerij. Maar wie niet waagt, wie niet wint. Ooit heb ik eens een mooie omschrijving gehoord van het 'beroep' moeder: 'onderzoeksmedewerkster op het gebied van pedagogiek en intermenselijke relaties.' Dat heb ik ingevuld. Ik heb nog getwijfeld of ik het wel op zou sturen, maar ik dacht, 'als ze geen humor hebben, wil ik er ook niet werken.'
Ik kreeg netjes een brief terug dat ik niet in het team paste. Maar inmiddels was ik er zelf ook al achter dat ik dat niet eens meer wilde. Ik wilde niet twintig uur binnen zitten, ik wilde naar buiten!

Post bezorgen is een leuk baantje. Het houdt je op de straat. En ook als het weer wat minder is, is het toch lekker om buiten te zijn. Boudewijn heeft gelijk: Beter dat, dan een bord voor de kop van de zakenman. Nee, laat mij maar lekker eenzaam fietsen. Maar dan wel het liefst zonder wind!

woensdag 2 februari 2011

Dag winter


Begin februari alweer. De dagen worden weer langer. Ik zag een boer zijn akker ploegen. Beter nog, ik rook de verse mest die hij op zijn land had gebracht. Heerlijk. Ik vind die geur lekkerder dan menig parfum. Nu moet ik er wel bij zeggen dat ik van de meeste parfums hoofdpijn krijg. Als ik bijvoorbeeld in de kerk zit, met teveel mensen om me heen, die menen dat ze zonder parfum niet lekker genoeg ruiken, dan kan ik weinig van de preek navertellen. Het zal wel een allergie zijn.
Jammer genoeg heb ik het ook met hyacinten. Ik kreeg van iemand een keer een prachtige bos bloemen met vijf hyacinten erin. Ik vond het te jammer om weg te doen. Ze hebben in de hal gestaan. De hele bovenverdieping rook ernaar. Gelukkig slapen wij beneden.

Maar ik dwaal af! Wat ik zeggen wilde is dat de lente eraan komt! Ik ruik het en ik zie het.Vorig jaar heb ik een heleboel bolletjes gepoot. Die komen nu uit de grond. Nou ja, niet de bolletjes natuurlijk, maar wat er uit hoort te groeien. En dat is nog een verrassing want ik heb alles door elkaar gegooid. En ik kan het wel de grond uitkijken. Sneeuwklokjes, narcissen, blauwe en witte druifjes, krokussen en mini tulpjes. Ik denk dat het sneeuwklokje en de krokus een wedstrijd doen wie het eerste bloeien zal, maar voorlopig zie ik van allebei alleen nog maar groene sprietjes.

Het begint weer te kriebelen bij mij. Ik wil al wel weer de tuin in, maar het is nog te vroeg. Verlangend kijk ik naar de border die ik dit voorjaar in wil planten. Ik kijk naar de plek waar we een kippenhok gepland hebben en zie in gedachten die tokkies al scharrelen en ons scharreleitjes bezorgen. Ik maan mezelf om geduld te hebben, het is een onderdeel van het 10-jarenplan.
Misschien weet je het nog, het plan dat ook al tien keer veranderd is. Waar ik nu het kippenhok gepland heb, kwamen achtereenvolgende een vijver, een border en grind. Omdat daarna alle plannen weer net zo snel uit mijn hoofd gingen als ze er ingegaan waren, heb ik op de bewuste plaats afgelopen zomer bietjes gepoot.
Uiteindelijk bedacht ik dat ik er een kippenhok wil. Toen mijn man thuis kwam zei ik: 'Je mag zeggen dat ik gestoord ben, je mag me ook uitlachen, maar ik heb bedacht wat we met dat stuk voortuin, waar we mee in onze maag zitten, kunnen doen. We maken er een kippenhok.' Tot mijn stomme verbazing vond mijn man dat het beste plan sinds tijden en hij is enthousiast gaan zoeken op internet naar een bouwtekening voor een hok. Verder zijn we nog niet gekomen.

Ik wil ook weer bonen planten. Dit keer langs stevige bonenstokken. Vorig jaar zijn ze drie keer omgewaaid. En ik wil een herkansing voor mijn tomaten. Dus ging ik op zoek naar een tomatenkas. Elke dag keek ik op marktplaats, maar iedere keer als er iets opstond wat me zinde, was er wel weer iemand die meer bood en ging de kas weer net aan mijn neus voorbij. Ik bleef volhouden en uiteindelijk is het gelukt! Eindelijk een mailtje dat de kas voor mij was, maar dan moest ik wel meer betalen dan ik geboden had. Ik gaf mijn schoonzoon opdracht om dit al pingelende af te handelen. En dat is gebeurd, dus nu ben ik wat euro's armer en een kas rijker.

In mijn oven staat een gerecht te garen met paprika's, uien en tomaten. Het water loopt me in de mond als ik bedenk dat dit gerecht tien keer beter zal smaken met eigen kweek. Ik kan niet wachten! Geduld! Het zal dan wel een schone zaak zijn, maar het is voor mij vooral een moeilijke zaak!

Geuren van de lente. Tekenen van de lente. Lentekriebels. Het is er allemaal al. Nu de lente zelf nog!