donderdag 28 maart 2013

Plaag




Het is u misschien al bekend dat ik van vogels houd. Maar nu is er één soort die mijn liefde danig op de proef stelt. Ons dorp wordt namelijk geteisterd door een heuse spreeuwenplaag. Als het gaat schemeren komen ze in grote zwermen aanvliegen om voor de nacht een veilig onderkomen te zoeken. De boom naast ons slaapkamerraam is zo'n onderkomen.

In het begin viel het nog wel mee. Het gekwetter 's avonds was best gezellig en ik kon er gerust om slapen. Ook het vroege wakker worden met hetzelfde gekwetter als wekker vond ik geen probleem. Vlak voordat ze de boom verlieten was het even helemaal stil. Daarna vlogen ze allemaal weer met veel lawaai de boom uit. Een witte laag vogelpoep onder de boom is overdag het enige teken dat ze er 's nachts geweest zijn.

Het werd pas een probleem toen het begon te waaien. Nu lijkt het me ook geen pretje als je 's nachts je bed uit waait. En dat was wat er gebeurde. Een gefladder vanjewelste was het gevolg. De hele nacht zo door. De spreeuwen sliepen niet en werden steeds luidruchtiger. Ik sliep ook niet meer. Dus zocht ik naar een oplossing voor mijn probleem.

Een oplossing zou zijn dat ik een dode soortgenoot in de boom zou hangen. Dan moeten ze het wel heel bont maken, wil ik dat gaan doen. Een andere oplossing is veel lawaai maken. Dat heeft alleen maar tot gevolg dat ze even allemaal opvliegen en daarna weer rustig neerstrijken. Even dacht ik dat de Vogelbescherming te hulp zou schieten. In de krant stond namelijk dat ze het spreeuwenprobleem samen met de genisten van de Margrietkazerne zouden aanpakken. Maar toen las ik dat ze tussen tien en twaalf uur 's morgens diverse straten zouden afzetten vanwege onveilige situaties. Ik dacht: 'Wat een belachelijk plan, dan zijn ze er helemaal niet!' Toen ik verder las dat dit op 2e Paasdag zou gebeuren, viel het kwartje. Maken ze je ook nog blij met een dode mus, ehhh spreeuw.

Toen de maat van mijn ergernis vol was, besloot ik ze uit te roken. De wind was precies de goede kant op, de hele boom zou onder de rook komen te staan als ik de houtkachel aan zou maken. Zo gedacht, zo gedaan. Verderop in de straat hoorde ik vuurwerk knallen. 'Er zijn dus nog meer mensen die het zat zijn,' dacht ik.
Mijn eigen plan mislukte volkomen! Nog nooit waren er zoveel vogels als die avond. De rook kringelde netjes naar boven en naast de schoorsteen, in de boom, was het warm toeven.

Mijn schoonzoon plaagt me met mijn pogingen. 'De spreeuwen zitten in de boom met een gasmaskertje op,' zei hij.' Verder adviseert hij me om maar geduld te hebben. Het probleem zal zich vanzelf wel oplossen als de spreeuwen eraan toe zijn om verder te trekken.

Geduld is een schone zaak. Hoe het er onder de boom en op de stoep uitziet is weer een andere zaak. En beslist geen schone. Maar ik geef me gewonnen. Naast de Macfly* is nu ook het Spreeuwenhotel geopend. Dat ze maar gauw weer uitchecken.