zaterdag 21 december 2013

Wachten

                                          De bomen staan doods en kaal
                                          de hele winter te wachten.
                                          De wind die schuurt is schraal,
                                          de zon kan er niets aan verzachten.
                                          Ik wacht met de bomen mee
                                          – de zomer gaf nog wat rente –
                                          ik ga met de winter in zee,
                                          het wordt vanzelf wel weer lente.

vrijdag 20 december 2013

Profetie vervuld




'Dit is het genadejaar,
God maakt Zijn beloften waar!
Armen krijgen goed bericht,
blinden herstel van hun zicht.
Voor gevangenen gaat de poort weer open,
ze mogen vrij naar buiten lopen.
Ook onderdrukten zijn nu vrij,
want de Geest van de Heer rust op mij,'
zegt de Gezalfde, geboren in een stal,
die de wereld redden zal.








dinsdag 10 december 2013

Storm

Bomen – en niet de minste –

vallen voor de wind!

Zorg dat je, voor het

begint te stormen,

een veilige schuilplaats vindt.

maandag 2 december 2013

Sloop van het oude ziekenhuis



Er zitten gaten
   waar ramen zaten,
waarachter eens
werd gevreesd en
gehoopt.

Geen steen wordt op
de ander gelaten,
waar menig lichaam
door ziekte werd
gesloopt.






donderdag 28 november 2013

Haken

Lossen, vasten en stokjes,

strepen, rondjes of blokjes,

met haaknaald nummer vier

en enorm veel plezier

– menig wolletje is de klos –

haak ik er zomaar wat op los.

zaterdag 16 november 2013

Stal

Heb je wel eens een speedboot gezien met daar achteraan iemand die aan het waterskiën is? Als je dat beeld voor ogen hebt, wil ik graag dat je dat in je gedachten parkeert. Ik zal aangeven wanneer je het weer van stal mag halen.

Over stal gesproken: Roosje en Mientje, de koetjes van mijn schoonzoon, moeten weer op stal. Bij Roosje is dat geen probleem. Dit kalfje is zo mak als een lammetje. Je houdt haar een emmer bix voor en ze wandelt zomaar achter je aan de stal in.
Mientje, een kleine dexterkoe die toch al gauw tweehonderd kilo weegt, is een ander geval. Een probleemgeval wel te verstaan. Mijn schoonzoon en dochter doen een poging maar die mislukt.

Voor de tweede poging wordt mijn hulp ingeroepen. Ze komen nog een mannetje tekort. Nu ben ik wel een vrouwtje, maar tegenwoordig sta ik mijn mannetje als het op dieren aankomt. Alleen voor Mientje ben ik toch een beetje bang. Dus aarzelend stem ik toe.

Donderdagavond is het zover. We zullen de koe bij de horens vatten. Gelukkig heeft deze koe geen horens. Maar wel een sterke eigen wil. Het is mijn dochter 's middags al wel gelukt om haar met een touw aan het hek te binden. Mijn schoonzoon loopt de wei in en na enig geworstel lukt het hem om Mientje een halster om te doen en nog een extra touw zodat mijn schoonzoon en dochter dit varkentje samen kunnen wassen. Ik hoef alleen maar het hek open en dicht te doen en te zorgen dat de geiten en ganzen in de wei blijven. Het touw dat aan het hek zat, wordt losgemaakt.

Nu is het tijd om de geparkeerde speedboot van stal te halen. Denk in plaats van speedboot een koe en de skiër is mijn schoonzoon. Zo gauw het touw van het hek is losgemaakt, gaat Mientje er namelijk vandoor met aan de ene kant mijn schoonzoon en aan de andere kant mijn dochter op sleeptouw. De vele regen van de afgelopen tijd heeft zich vermengd met koeien-, geiten- en ganzenstront. Het weiland is één grote zompige drek geworden. Mijn dochter laat al snel los en daar gaat Mientje met mijn schoonzoon erachteraan door het weiland. Daar achteraan weer mijn dochter die 'sorry lief, ik pak hem wel,' roept. Mientje ziet mijn dochter en draait zich om. Mijn maag ook, want ze loopt nu recht op mijn schoonzoon af, die inmiddels in de blubber ligt, maar nog wel steeds het touw vasthoudt. Gelukkig lukt het mijn dochter om Mientje op tijd bij de neus te pakken. Dat is een zeer gevoelige plek bij koeien en ze staat dan ook abrupt stil. Maar niet voordat ze mijn schoonzoon een gevoelige plek aan zijn been heeft bezorgt. Samen krijgen ze het beest onder controle. Een extra versteviging om de neus helpt. Maar wel als gevolg dat ze geen stap meer wil verzetten. Mijn schoonzoon trekt vooraan het touw, mijn dochter heeft het tweede touw vast en trekt ook nog aan de staart.

Na lang trekken en zwoegen komt Mientje aan bij het hek. Ik ga gauw aan de andere kant staan, zodat er in ieder geval een hek tussen mij en de koe zit. Daarvoor moet ik in het weiland en mijn schoenen zuigen zich vast in de drek. Als Mientje buiten de wei staat, kan ik het hek sluiten. Daarna wordt ik verzocht om ook aan de staart van het beestje te trekken. 'Geef haar maar een klap op haar kont,' zegt mijn schoonzoon. Ook dat doe ik, maar veel te zacht, het haalt niet echt wat uit. Maar stukje bij beetje schuifelen we allemaal richting stal. Als we daar eindelijk zijn en Mientje Roosje ziet, vindt ze het maar wat fijn om er naast te gaan staan. En als ze dan ook nog lekkere wortels krijgt, ziet ze het leven op stal wel weer zitten.


Wij zitten ondertussen onder de koeienstront en andere drek. We stinken een uur in de wind. Onze kleren moeten in de was. Maar we hebben een voldaan gevoel, want de beste koe van stal staat weer op stal.

donderdag 24 oktober 2013

Reus


                   Als je een reus meent te zien, kijk dan eerst naar de stand
                   van de zon, wellicht is het de schaduw van een dwerg.





maandag 21 oktober 2013

Computer

Computer

ik & mijn huis
Mijn man is handig met computers. Die gave zet hij in voor mensen in onze kerkelijke gemeente. Daar wil hij niet voor betaald worden, maar een biertje is altijd lekker. Afgelopen week werd er een bierpakketje afgeleverd met een bedankkaartje. Mijn man leest het kaartje voor: ‘Ik ga niet meer achter mijn computer.’ Verbaasd kijkt hij mij aan. De blik in zijn ogen zegt: ‘Wat heb ik fout gedaan?’ Ik schiet in de lach, want ik heb het kaartje al gelezen en raad hem aan om nog maar eens te lezen. Dan leest hij wat er echt staat: ‘Ik geniet weer achter mijn computer.’
bijdragen? achterop@nd.nl

dinsdag 10 september 2013

Taal

De taalontwikkeling van mijn kleinzoon verloopt voorspoedig. Elke keer als ik hem zie, heeft hij weer nieuwe woorden geleerd. Vooral de eerste keer dat hij 'Oma Tiny' zei was natuurlijk super. Maar voor het zover was...

Eerst noemde hij me 'Mina'. Nu heb ik een hele lieve tante die Mina heet, maar ik zat toch te wachten op 'Oma.' Toen hij uiteindelijk in staat was om 'Oma' te zeggen, maakten we het hem gelijk al weer moeilijk. Als je twee oma's hebt, moet je ze natuurlijk wel kunnen onderscheiden. Mijn dochter bedacht dat dat maar gewoon met de voornaam moest. Oma Tiny dus.

Mijn kleinzoon dacht er anders over. We zijn dan ook een hele tijd 'Opa en Oma Elmo' geweest. Eigenlijk kon hij 'Elmo' nog eerder zeggen dan 'Oma'. Het is uiteindelijk toch 'Oma Tiny' geworden maar niet nadat hij me eerst nog een poos 'Oma Nutty' heeft genoemd. Nu ben ik ook wel een beetje 'Nuts' natuurlijk. Ik kan me nog herinneren dat mijn dochter ooit meende op Facebook te moeten zetten: 'I shook my family tree and a bunch of nuts fell out.' Tja, dan is 'Oma Nutty' ook niet zo gek.

Maar nu is het dus 'Oma Tiny'. Alleen 'Opa Harman' moet hij nog oefenen want dat is nog steeds 'Opa Armlam'. Maar ook dat zal hij wel onder de knie krijgen. Want hij oefent genoeg. Hij kletst de hele dag door. Het is vermakelijk om er weer eens een dag getuige van te zijn:

Mijn kleinzoon is een echte jongen en echte jongens halen natuurlijk wel eens kattenkwaad uit. In dit geval letterlijk want hij schopt de kat. Dus moet hij voor straf naar boven. Als hij zijn zonden heeft overdacht en vooral uit heeft geschreeuwd en daarna spijt heeft betoond, mag hij weer naar beneden om 'sorry' te zeggen tegen de poes. Maar die is hem natuurlijk al lang gesmeerd. Mijn kleinzoon loopt zoekend door de kamer: 'Poes, benne nou? Poes, poes? Sorry poes.' Poes heeft zich de hele dag niet meer laten zien.

Aan het eind van de dag is mijn dochter moe van zijn geklets en zegt tegen hem: 'Kun je nu niet eens één minuut je mond dicht houden?' Mijn kleinzoon bedenkt zich niet en doet zijn mond wagenwijd open. Wij stikken bijna van het lachen en dat heeft hij natuurlijk wel door, dus doet hij steeds gekker. Maar praten doet hij niet. Tenminste, niet met zijn mond, maar zijn lichaam spreekt een eigen taal. Niets zeggen en ondertussen alles zeggen. Dat belooft wat voor de toekomst. Ik denk dat ik maar snel weer een opschrijfboekje* aanschaf.






woensdag 28 augustus 2013

Zon

Zondagavond hadden we zomaar zin om de zon in de Zuiderzee te zien zakken. Mijn man ging Googlen op zijn Ipad en las daar dat de zon die avond om 20.42 uur onder zou gaan. En dat Schokland een goede plek zou zijn om dat schouwspel te zien. Wij stapten om half acht in de auto, ruim op tijd, naar wij dachten.

Toen we richting Schokland reden, zagen we al dat het niet goed zou komen. We zouden met de rug naar de zee, de zon onder zien gaan in de polder. Ook leuk, maar niet wat we wilden. Dus reden we verder en kwamen uit in Urk. Daar parkeerden we de auto buiten het dorp bij de haven en gingen vervolgens op zoek naar de zee. Dat was nog niet zo eenvoudig want elke weg liep dood. Er was altijd wel weer een hek dat op slot zat. Mooie foto's konden wel gemaakt worden, maar dichtbij de zee konden we via de haven niet komen.

We liepen weer terug naar de doorgaande weg en volgden de bordjes naar het centrum. 'We moeten opschieten,' zei mijn man, 'want anders is de zon straks al onder.' In draf gingen we door het dorp op weg naar de zon.
Eindelijk zagen we het vrouwtje dat uitkijkt over de zee. En de zon. Ze had netjes op ons gewacht. Ik maakte de ene foto na de andere.

Daarna slenterden we over de kade. Af en toe stopten we omdat er weer een mooi plaatje te schieten was. We vonden een mooi bankje met uitzicht over de zee en besloten daar te wachten tot de zon helemaal onder zou gaan.

Maar natuurlijk kon ik niet blijven zitten, ik zag weer van alles waar het fototoestel aan te pas moest komen. Mijn man werd er ook door aangestoken. 'Als je nu iets naar boven loopt en een foto maakt van de zon, door de lantaarn,' stelde hij voor en hij liep zelf alvast naar boven. Ik liep erachteraan. De zon was niet te zien door de lantaarn, maar er waren wel genoeg andere mooie plaatjes te schieten.

Toen we weer terug wilden naar ons bankje was dat natuurlijk alweer bezet. We liepen door, kwamen op het strand en wachtten daar tot de zon helemaal onder was. Wat een prachtig gezicht. De zon werd steeds mooier en roder. Vijftig foto's later gingen we terug naar de auto. 
Daar gekomen kon ik het niet laten om toch nog weer even een foto te maken van de haven.

Nu ik dit schrijf moet ik denken aan Herman Finkers met zijn conference 'De zon gaat zinloos onder, morgen moet zij toch weer op.' Zinloos? Ik vind van niet! Wat was het prachtig en wat hebben we genoten. Deze ZONdag deed zijn naam alle eer aan.


woensdag 21 augustus 2013

Vergeten

Vroeger had mijn moeder soms de gewoonte om kopjes om te wisselen. Mijn man kreeg dan mijn kopje koffie en ik die van hem. Tegenwoordig overkomt me nogal eens precies hetzelfde en mijn man zegt dan: 'Je begint op je moeder te lijken.'
Daar schrik ik van. Zou Alzheimer zo beginnen?

Kent u het? Afspraken in de agenda schrijven en dan vergeten in de agenda te kijken? Ben u ook regelmatig dingen kwijt? Ik wel. Vorige week was ik tuinbonen aan het inmaken, kreeg ik telefoon tussendoor en weg waren de bonen. Ik keek in de vriezer of ik ze daar al ingedaan had, maar nee, niet dus. 'Ik ben een boon als ik weet waar ze gebleven zijn,' dacht ik. Niet meer zoeken helpt meestal het beste om iets terug te vinden en ja hoor, ze lagen in de koelkast. Moet ik me zorgen maken?

Ik heb besloten om dat niet te doen. Jammer van de energie die ik daarin steek. Als het zo is, dan is het zo. Dan hoop ik dat de mensen om mij heen liefdevol voor mij zorgen. Als het niet zo is, dan heb ik me in ieder geval niet voor niets bezorgd gemaakt. Het is wel een stimulans om van alle dingen extra te genieten.

Deze week bereikte het vergeten een absoluut dieptepunt:
Ik was vorige week met een schoonzusje bij 'De Kleine Winst' geweest. Eindelijk, zou ik haast zeggen, want van diverse mensen had ik al gehoord dat het zo'n mooie winkel was. En ze hebben gelijk, ze hebben erg mooie spullen. Vooral één schilderij vond ik heel mooi. 'Dat zou perfect in mijn serre staan,' zei ik tegen mijn schoonzusje, die dat beaamde.
Een paar dagen later ging ik met mijn man nog eens naar het schilderij kijken. We gingen over tot de koop en mijn man hing het schilderij direct op. Sindsdien geniet ik van mijn boom.

Ik mailde mijn vriendin dat ik eindelijk bij 'De Kleine Winst' was geweest en een schilderij had gekocht. Ik vertelde haar dat het liefde op het eerste gezicht was geweest en nodigde haar uit om te komen kijken. Dat deed ze maandag.
Toen ze het schilderij zag, schoot ze in de lach en zei: 'Dat schilderij hangt al een paar jaar in mijn woonkamer.'

Ik vertelde het 's avonds aan mijn dochter met de mededeling dat ik nu toch echt dement aan het worden ben. Zij zei: 'Mam, dat is geen Alzheimer, dat is totale desinteresse voor wat iemand in de kamer heeft hangen.' Dat klopt ook wel, want als ik er over nadenk, weet ik alleen maar van mijn dochters wat ze in hun kamers hebben hangen, voor de rest zou ik het niet kunnen zeggen. Nou ja, van mijn vriendin weet ik het nu ook!


Laatst hoorde ik iemand zeggen: 'Als je ouder wordt, wordt alles minder, behalve het vergeten.' Die uitspraak heb ik onthouden. Dat dan weer wel!

woensdag 7 augustus 2013

Gebed van een moeder

Heer, ik maak me zorgen om mijn kind:
Zelfstandig gaat ze haar eigen weg,
ze doet allang niet meer wat ik zeg,
en ook niet wat U belangrijk vindt.

Ik ben zo bang dat ze dwaas is
– geheel vervuld van eigen leven,
zonder aandacht aan U te geven –
en dat ze dan straks het feest mist.

Ik hoop dat U haar nog wat tijd geeft.
Dat U ligt te slapen in haar boot,
totdat het stormt en ze in nood,
beseft dat ze U toch nodig heeft.

Ik bid dat U nog wat geduld heeft.
Ook al zoekt ze U niet meer,
blijf haar tegenkomen, Heer.
Totdat ze haar hart weer aan U geeft.

zondag 21 juli 2013

Boerenkool

Dit is Ingel. De nieuwe puppy van mijn dochter en schoonzoon. Maar  - omdat ze bij ons in huis woont  - ook een beetje mijn puppy. Wat Ingel met boerenkool te maken heeft zal ik u zo uit de doeken doen. Eerst wil ik u graag vertellen waarom ik vorige week, op een zomerse dag, een winterse groente stond in te vriezen.

Vorig jaar hebben we voor het eerst boerenkool gezaaid. Het lukte niet echt, het bleven maar mini-plantjes. Waarschijnlijk veel te laat gezaaid. 'Dat overkomt me niet weer,' dacht ik. Dus dit jaar deed ik wat op het pakje stond. Ik zaaide in mei om in oktober te oogsten. Ik strooide kwistig met het zaad met de gedachte dat, als de helft op zou komen, ik een leuk aantal plantjes zou hebben. Uiteindelijk kwamen er zevenenvijftig plantjes op. Meer dan genoeg zou je denken.

Maar dat was nog niet alles. Twee winters terug kreeg ik paarse boerenkoolplantjes van mijn schoonzoon. De opbrengst was goed en ondanks de kleur hebben we er lekker van gegeten. De laatste keer dat ik oogstte, sneed ik de plantjes net boven de grond af. De rest zou ik er nog wel een keer uithalen. Niet dus.

Tot mijn grote verbazing begonnen de stompjes in de lente weer uit te lopen. Er kwamen prachtige gele bloemetjes in. Ze mochten blijven tot ze uitgebloeid waren, daarna verdwenen de planten in het compostvat. De inhoud van dat vat heb ik in het najaar over mijn moestuintje uitgespreid. En daar kwamen toen dit voorjaar overal spontaan paarse boerenkoolplantjes op. Daarom stond ik dus vorige week met dat mooie weer al boerenkool in te vriezen.

De zevenenvijftig gewone plantjes was al veel, maar nu ik ook nog zomaar weer paarse boerenkool kreeg werd het teveel. Weggeven is dan de beste optie. Ik vroeg mijn zwager of hij nog belang had bij boerenkoolplanten. Jawel, hij wilde wel tien planten met worst en tien planten zonder. Dus kocht ik een blik knakworst en leverde de plantjes af met en zonder worst.

En nu kom ik weer bij Ingel. Die zit elke keer net naast de boerenkool in de moestuin gaten te graven. Op deze foto heeft ze daarvoor straf. Maar zie haar nu onschuldig kijken. Net of ze zeggen wil: 'Ja maar, ik heb je horen zeggen dat er worst bij boerenkool hoort. Dus zit de worst vast verstopt in de grond. Ik wil ze alleen maar vast voor je opgraven. Raar hoor dat ik daar straf voor krijg.'

Wat het allemaal nog zal worden met de boerenkool is afwachten. De plantjes zijn ook al ontdekt door slakken. Maar in ieder geval zit de eerste oogst in de vriezer. Want hoe gek ik ook ben op boerenkool, ik ga het toch echt niet in de zomer eten.





donderdag 18 juli 2013

Lofzang*

Als ik een man een psalm hoor fluiten,
sluit ik even de ziekenhuiswereld buiten.
De lofzang klinkt uit de centrale hal.

Er is een Hoorder, die ons horen zal.
Hij zal redden wie Zijn heil verwacht.

Zachtjes zing ik mee met stil ontzag.


*Ps. 65:1



woensdag 12 juni 2013

Wachtkamer

Je zit te wachten tot de dokter je haalt.
Je hoort de uitslag die hij steeds weer herhaalt:

Nog even te leven.

De avond van je leven kleurt nu rood.
Je zit in de wachtkamer van de dood.

Door de artsen opgegeven.
Maar God belooft je eeuwig leven.

Dood


De duivel steek de draak met mij! 'Jij met je vogels*, fluistert hij, vogels gaan ook dood hoor!'

Het is waar! Beleefdelente.nl is dit jaar wat dat betreft één grote teleurstelling! De jonge koolmeesjes gaan, voor het oog van de camera, één voor één dood. Nog gruwelijker zijn de beelden bij de ooievaar. Die broedt vier eieren uit, maar al snel wordt het zwakste jong gedood en gevoerd aan de anderen. En als de drie overgebleven jongen groter worden, en het maar blijft regenen, wordt er nog één overboord gegooid. De jongen mogen namelijk niet nat worden en er blijft maar plek voor twee over onder moeders paraplu.
Maar vier van de acht nestjes zijn tot nu toe min of meer succesvol. En daar zit dan de ooievaar ook nog bij. Een zeer teleurstellend jaar.

Mijn eigen Turkse tortels hebben ook geen succes. Tot twee keer toe worden de eieren opgegeten door een ekster.

Op de dag dat ik met mijn vader naar het ziekenhuis moet voor de uitslag van de scan, laat ik 's morgens de hond uit. Net als we willen oversteken, zie ik een jonge merel dood aan de kant van de weg liggen. Ik zie het maar sla er niet echt acht op. De volgende dag, als ik inmiddels weet dat mijn vader ziek is en niet weer beter zal worden, ligt de vogel er nog. Nu komt het hard binnen. Er zijn ook vogels die dóód gaan. Een paar dagen later ben ik getuige van het vangen en opeten van een jonge pimpelmees door de kater van mijn dochter. Daarna begint het getreiter in mijn hoofd. 'Jij met je vogels, vogels gaan ook dood hoor!'

Is dit een aanval op mijn geloofsvertrouwen? Ik ervaar het wel zo.

'Wat ben je toch een draak,' sis ik terug. Wat gemeen om te proberen mijn geloofsvertrouwen onderuit te schoffelen door op dode vogels te wijzen. Maar het zal je niet lukken. Juist in de moeilijkste momenten van mijn leven heb ik ervaren dat God erbij is. Dat Hij niet voor niets 'Jahweh' – Ik zal er zijn – heet. En op de momenten dat het bijna te moeilijk werd, heeft Hij mij gedragen. Dus schei maar uit met je poging. Ik blijf geloven dat God voor mij zal zorgen, wat er ook gebeurt. Hou je bek maar en ga uit mijn hoofd. Aan het eind komt alles goed, behalve voor jou dan.'

Als ik de week erop weer op mijn bankje zit uit te rusten van mijn rondje post, besluit ik om erover te schrijven. Fluitende vogels moedigen me aan alsof ze zeggen willen: 'Toe maar, schrijf het maar op! De dood heeft niet het laatste woord.'**




** 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.

maandag 29 april 2013

Duiven melken


Er zit een Turkse tortel in ons houthok te broeden. Ik noem haar Rachab, naar de hoer uit Jericho.*
Niet dat ze meerdere mannetjes heeft hoor, ze tortelt alleen met haar eigen Turk. Maar laatst, met die harde wind, is bijna al het hout uit het hok naar beneden gedenderd. Alleen het stukje waar het nest op gemaakt was, stond nog overeind. Het helde gevaarlijk naar voren, maar was niet gevallen.
Mijn man heeft het voorzichtig met een grote plaat weer op zijn plaats geduwd en daarna heeft hij al het hout weer opgestapeld. Alles ging goed. Rachab en Turk wachten na deze turbulentie gewoon hun gezinsuitbreiding verder af.

'Heeft de Turkse tortel al een jong,' vraagt mijn schoonzoon. 'Ik denk het niet, want ik heb ze nog niet langs zien komen met voer in de snavel,' antwoord ik. 'Maar duiven geven ook melk aan hun jongen,' zegt mijn schoonzoon daarop.
Nu is het zo dat mijn schoonzoon graag iemand voor de gek houdt. Zo hebben mijn dochter en ik al eens veertien dagen lang een grassprietje liefdevol verzorgt omdat hij zei dat het een paprikaplant was. Dus als hij zegt dat duiven melk geven, geloof ik het niet. Hij blijft volhouden dat het echt zo is. Om het te bewijzen zoekt hij het voor me op op internet. En daar staat het echt! Duiven maken een melkachtige substantie aan in hun krop en dat krijgen de jongen de eerste dagen te eten.

Het hele voorval doet me denken aan een gedicht – geen idee wie het gemaakt heeft – maar een jaar of dertig geleden schreef ik het over in een schrift. Na een tijdje rommelen in de lades heb ik het gevonden:

Een dure les

De jongste op een klein kantoor
waar dient die al niet voor?
't Loopt tegen schaftijd en het werk
wordt straks een uur gestaakt.
Men steekt de koppen bij elkaar
en...'t plannetje is klaar.

Zodra de jongste binnen komt
zijn allen druk aan 't werk,
maar met zijn vriendelijkst gelaat
wenkt hem de oudste klerk.
'Zeg Jan, wil jij een boodschap doen?
Ik moet straks eten gaan
en weet je, broodjes zonder drank
dat is toch niets gedaan.
Hier is een gulden, opgepast,
haal nu een beetje vlug,
hiernaast een flesje duivenmelk,
je krijgt nog geld terug.'

En Jan, van 't onheil onbewust,
staat in een wip op straat,
terwijl dan onder 't personeel
een luid gelach opgaat.
Nogal een hele fles,
men schatert bij voorbaat van plezier
om 't naderend succes.

Met spanning ziet men nu de komst
van Jan... een jongste licht.
Daar is hij... en men glimlacht al,
maar met verbaast gezicht
zien zij...hij heeft iets meegebracht,
zo waar... het is een duif.
De oudste wrijft verschrikt de plaats
van zijn verwezen kuif.

'Eh ja, die heb ik maar gekocht,
een gulden was net goed
en eh, die man zegt dat u ze
dan zelf maar melken moet.'







woensdag 17 april 2013

Voorwaarden



Trouwen in gemeenschap van goederen is uit de tijd. Trouwen is helemaal uit de tijd maar als er dan toch getrouwd wordt, gebeurt dat onder huwelijkse voorwaarden. Als dan de roze wolk een donderbui wordt, kan het mijn en dijn simpel opgepakt worden en dat scheelt een hoop gedoe.

Mijn kleinzoon Ruben stelt zijn eigen voorwaarden. Niet dat hij al gaat trouwen hoor! Hij is nog niet eens twee. Maar de eerste stappen op het pad der liefde zijn gezet. Veel liefde komt er echter nog niet aan te pas:

Ik ben aan het oppassen bij mijn dochter. 's Middags komt er iemand op bezoek. Een man met een computerprobleem, die mijn dochter om raad komt vragen. Voor de gezelligheid heeft hij zijn dochtertje Sofie meegenomen. Sofie en Ruben zijn ongeveer even oud en het is de bedoeling dat ze samen gaan spelen. Ruben heeft net een nieuw woord geleerd: 'MIJ.' En ja, alles is ook van hem, maar Sofie mag er vanmiddag ook mee spelen. Dat blijft moeilijk. Wat Sofie ook maar pakt, hij pakt het af.

Mijn dochter en de papa van Sofie zijn ondertussen overeengekomen dat Ruben en Sofie later maar met elkaar moeten trouwen. Er wordt zelfs al over de voorwaarden nagedacht. Ik stel voor om maar twee kamelen te geven. Mijn dochter herinnert me eraan dat ik dat al eens eerder voorgesteld heb.
Dat klopt. Voor mijn nog thuiswonende dochter heb ik ook twee kamelen gevraagd en nu ben ik bang dat ik ze ooit echt zal krijgen. Mijn aanstaande schoonzoon is er namelijk toe in staat. Het is nog niet zover, maar als de huwelijksdag aanbreekt, trek ik in eerste instantie maar oude kleren aan.

De voorwaarden voor Ruben en Sofie worden nog even op de lange baan geschoven, eerst moest het computerprobleem opgelost. Ruben blijft ondertussen bij zijn eigen voorwaarden. Alles is van mij en jij moet er afblijven. Ik probeer een lesje te geven in 'samen spelen, samen delen,' maar het helpt niet veel.

Even later staan ze samen bij de deur een koekje te eten. Dan ziet Sofie buiten Sheila, de poes lopen. Ze begint helemaal enthousiast 'JA,JA,' te roepen. Mijn dochter en de papa van Sofie denken dat het aanzoek een feit is. Als Ruben dan ook nog 'JA,' begint mee te roepen, zijn ze er helemaal van overtuigd.

Ruben heeft intussen zijn koekje op en bedenkt dat 'gemeenschap van goederen' toch nog zo gek niet is. Hij probeert het koekje van Sofie af te pakken. Ik steek daar natuurlijk een stokje voor. Maar Ruben geeft het zomaar niet op. Sofie heeft in de ene hand haar koekje en in de andere hand een blokje. Ruben bedenkt zich niet, pakt een ander blokje en geeft dat aan Sofie (het is voor het eerst dat hij vrijwillig zijn speelgoed afstaat.) Sofie legt haar koekje op de tafel en pakt het blokje aan. Ruben pakt vervolgens haar koekje van de tafel. Het is slim bedacht, maar gelukkig voor Sofie hebben we het allemaal gezien. Dus het feest gaat niet door.

Gelukkig voor Ruben kan hij nog een heleboel leren voor hij eraan toe is om te trouwen.
Ooit las ik het volgende gezegde: 'Als je gelukkig wilt worden, moet je niet trouwen. Pas als je iemand gelukkig wilt maken, dan moet je trouwen.'
Onder welke voorwaarden je ook wilt trouwen, het lijkt me goed om dáár eerst over na te denken.


dinsdag 2 april 2013

De weg kwijt



Begin vorige maand waren we een weekje weg in eigen land. We hadden een huisje gehuurd op een park bovenin Limburg. Alhoewel we huisje nummer 666 toegewezen kregen, gebeurde er niets raars. Zelfs de sauna werd niet extra warm opgestookt. Het was gewoon een heerlijk rustige vakantie waar we erg van hebben genoten. Tijd om boeken te lezen en lange wandelingen te maken. De winter wilde van geen wijken weten en er viel een pak sneeuw van tien centimeter, maar ook dat mocht de pret niet drukken. In de sauna werd je vanzelf wel weer warm.

Voordeel van een park vind ik dat je niet echt kunt verdwalen. We hadden de hond bij ons en die moest natuurlijk regelmatig uitgelaten worden. 's Morgens liet ik Elmo meestal alleen uit. Het gebeurde elke keer weer dat ik, na een tijdje, geen idee meer had waar ik was. Nu heb ik het richtingsgevoel van een dode lokeend, dus ik was zelf niet echt verbaasd. En het gaf ook niet. Het was een veilig gevoel dat je toch niet verder kon dan de hekken van het park. Ondertussen genoot ik van de vogels, die het hoogste lied zongen. Van de eekhoorns, die haast over elkaar heen buitelden in de boom. En van de schapen, die zomaar rond de huisjes liepen. Er kwam vanzelf wel weer een punt dat ik de weg weer wist. De wandeling was alleen wat langer geworden dan gepland.

Nu zijn we weer thuis en alle wegen zijn vertrouwd. Alleen het weer lijkt wel totaal de weg kwijt.
Mijn zusje had er ook last van. Ze stuurde vorige week een sms'je: 'Is het nu Pasen, Kerst of Sinterklaas? De Passion op tv, dikke sneeuwvlokken buiten en mijn man zit pepernoten te eten. Mijn kleindochter zingt afwisselend “kling klokje klingelingeling” en “biba pepernoot, biba marsepein.” Hoe moet ik mezelf resetten want ik ben compleet de weg kwijt?'
Tja, ik weet het ook niet, ik heb hetzelfde probleem. Ik denk dat we gewoon geduld moeten hebben. Het zal toch wel een keer lente worden?

De weg kwijt! Misschien kwam het door de lange winter maar ik was down en nieuwe zorgen drukten me neer. 'Heb ik de ene storm net gehad, steekt de volgende alweer de kop op,' dacht ik. En hoe zal dat allemaal weer gaan? Waar zal dat op uitlopen? Zorgen voor morgen. Leeuwen en beren op de weg.

Als ik naar buiten kijk, zie ik de vogels die zich tegoed doen aan het voer dat ik voor ze gestrooid heb. Ze maken zich er totaal niet druk om dat er morgen misschien niets zal liggen. En dan weet ik het weer. God heeft in zijn oneindige wijsheid dagen geschapen. Gisteren is alleen maar bedoeld om van te leren, voor morgen is het vandaag nog veel te vroeg. Ik hoef alleen maar vandaag te leven, zoals Hij het bedoeld heeft.

Het is Goede Vrijdag en Pasen geweest. Iemand, die bewezen heeft alle macht te hebben, zegt tegen mij: 'Ga je mee, je hoeft niet te verdwalen. Je kunt veilig wandelen binnen de hekken van Mijn Plan. Pak maar Mijn hand, stel niet teveel vragen. Ik ben erbij, Ik weet de weg.'

donderdag 28 maart 2013

Plaag




Het is u misschien al bekend dat ik van vogels houd. Maar nu is er één soort die mijn liefde danig op de proef stelt. Ons dorp wordt namelijk geteisterd door een heuse spreeuwenplaag. Als het gaat schemeren komen ze in grote zwermen aanvliegen om voor de nacht een veilig onderkomen te zoeken. De boom naast ons slaapkamerraam is zo'n onderkomen.

In het begin viel het nog wel mee. Het gekwetter 's avonds was best gezellig en ik kon er gerust om slapen. Ook het vroege wakker worden met hetzelfde gekwetter als wekker vond ik geen probleem. Vlak voordat ze de boom verlieten was het even helemaal stil. Daarna vlogen ze allemaal weer met veel lawaai de boom uit. Een witte laag vogelpoep onder de boom is overdag het enige teken dat ze er 's nachts geweest zijn.

Het werd pas een probleem toen het begon te waaien. Nu lijkt het me ook geen pretje als je 's nachts je bed uit waait. En dat was wat er gebeurde. Een gefladder vanjewelste was het gevolg. De hele nacht zo door. De spreeuwen sliepen niet en werden steeds luidruchtiger. Ik sliep ook niet meer. Dus zocht ik naar een oplossing voor mijn probleem.

Een oplossing zou zijn dat ik een dode soortgenoot in de boom zou hangen. Dan moeten ze het wel heel bont maken, wil ik dat gaan doen. Een andere oplossing is veel lawaai maken. Dat heeft alleen maar tot gevolg dat ze even allemaal opvliegen en daarna weer rustig neerstrijken. Even dacht ik dat de Vogelbescherming te hulp zou schieten. In de krant stond namelijk dat ze het spreeuwenprobleem samen met de genisten van de Margrietkazerne zouden aanpakken. Maar toen las ik dat ze tussen tien en twaalf uur 's morgens diverse straten zouden afzetten vanwege onveilige situaties. Ik dacht: 'Wat een belachelijk plan, dan zijn ze er helemaal niet!' Toen ik verder las dat dit op 2e Paasdag zou gebeuren, viel het kwartje. Maken ze je ook nog blij met een dode mus, ehhh spreeuw.

Toen de maat van mijn ergernis vol was, besloot ik ze uit te roken. De wind was precies de goede kant op, de hele boom zou onder de rook komen te staan als ik de houtkachel aan zou maken. Zo gedacht, zo gedaan. Verderop in de straat hoorde ik vuurwerk knallen. 'Er zijn dus nog meer mensen die het zat zijn,' dacht ik.
Mijn eigen plan mislukte volkomen! Nog nooit waren er zoveel vogels als die avond. De rook kringelde netjes naar boven en naast de schoorsteen, in de boom, was het warm toeven.

Mijn schoonzoon plaagt me met mijn pogingen. 'De spreeuwen zitten in de boom met een gasmaskertje op,' zei hij.' Verder adviseert hij me om maar geduld te hebben. Het probleem zal zich vanzelf wel oplossen als de spreeuwen eraan toe zijn om verder te trekken.

Geduld is een schone zaak. Hoe het er onder de boom en op de stoep uitziet is weer een andere zaak. En beslist geen schone. Maar ik geef me gewonnen. Naast de Macfly* is nu ook het Spreeuwenhotel geopend. Dat ze maar gauw weer uitchecken.



maandag 11 februari 2013

Neus


Zoals ik al schreef in het voorgaande verhaal, maakten we – mijn zus, mijn zusje en ik – een fotoboek voor mijn ouders. Het werd een reis door de tijd. Van grootouder tot achterkleinkinderen. Zes generaties gevangen in een zestig pagina's dik fotoboek.

Mijn zusje heeft een neus voor dit soort zaken, dus zij werd gebombardeerd tot samensteller van het boek. Dagen bracht ze door achter de computer. Uiteindelijk had ze vierkante ogen en pijnlijke schouders. Om haar te helpen sloot mijn zus vriendschap met de scanner. Ik vond het knap dat ze het apparaat kon bedienen. Toen ik die gedachte deelde met haar man zei hij: 'Er zitten twee knoppen op, dat kan ze nog net!' Toch vind ik het knap! Ik kan namelijk helemaal niks met apparaten, zelfs niet als er maar twee knoppen op zitten. Dus ik was voor de controle. Overal werden namen en data bij gezet en dat moest natuurlijk wel goed gebeuren. Zo ontdekte ik dat ik volgens het boek een tweeling had gebaard, terwijl ze toch allemaal op verschillende data ter wereld zijn gekomen. Foutje, moet kunnen.

Mijn zus en ik zijn verschillende keren naar mijn zusje in Genemuiden gereden om de klus te klaren. Gewapend met fotoboeken en een USB-stick waar mijn man ook nog diverse foto's op had gezet. Die foto's werden allemaal weer overgeheveld naar de computer van mijn zusje. Toen het wel erg lang duurde met die stick, zag ze dat er nog veel meer documenten op stonden. Mijn zusje is erg handig met de computer, dus die selecteerde de foto's en de rest gooide ze gelijk van haar computer. Het ging daarna een stuk sneller.

De volgende dag kwam mijn man tot de ontdekking dat zijn USB-stick helemaal leeg was. Alle documenten verdwenen. Ik kwam net terug van de post bezorgen en trof een boze man aan. 'Ik hoop dat ze alles nog op de computer heeft,' zei mijn man. Ik wist dat dat niet zo was. Met angst en beven belde ik mijn zusje, die mijn vermoeden bevestigde. 'Het zweet breekt me aan alle kanten uit,' zei ze. 'Wat denk je dan van mij,' antwoordde ik, 'ik heb net post bezorgd dus ik heb mijn thermos-ondergoed nog aan ook!' Gelukkig bestaat er zoiets als een 'prullenbak' op de computer en daar zat alles nog in.

De week erop togen we weer met USB-stick en nog meer fotoboeken naar Genemuiden. Alles werd weer rechtgezet en de laatste foto's werden gescand en gecontroleerd.
'Zeg, zijn er eigenlijk geen naaktfoto's van jou,' vroeg mijn zus opeens. Ik had net een slok water genomen en deed er alles aan om dat niet over de computer van mijn zusje te proesten. Zo gek was de vraag eigenlijk niet eens want van mijn zus en zusje zijn allebei wel babyfoto's waar ze naakt op staan. Was het vroeger mode om je baby naakt op de foto te zetten? Pas toen ik thuis een leuke babyfoto zocht voor dit verhaal, kwam ik ze tegen: mijn naaktfoto's! Gelukkig was het boek toen al klaar.

Het volgende obstakel was de neus van mijn vader. We hadden een babyfoto van hem en een foto van een jongetje van een jaar of acht. Verder hadden we nog een foto van mijn vader in soldatenpak. Maar mijn zus begon te twijfelen bij de babyfoto: 'Is dit papa wel?'
'Nou kijk,' zei mijn zusje, 'de neus op deze foto is dezelfde als de neus op de andere foto. Maar kijk je nu naar de foto van de soldaat, dan zie je een andere neus. En daarvan weten we zeker dat het onze vader is.' Na dit geneuzel besloten we het maar op zijn beloop te laten.

Het boek werd het neusje van de zalm. Nou ja, bijna dan. Gelukkig hadden ze bij Albelli de laatste zes bladzijden niet goed gedrukt, dus kon het boek op het feest bekeken worden en de foutjes die er nog in zaten eruit gehaald worden. Daarna werd hij weer kosteloos opnieuw gedrukt.
Niemand heeft de neus van mijn vader opgeëist, dus mag hij zijn neus houden. Nu heb ik nog niet alles verteld wat er over te vertellen is, maar de rest kan ik u echt niet aan de neus hangen.

zaterdag 2 februari 2013

Tijd



Er is een tijd om te verwelkomen en een tijd om afscheid te nemen. Vorig jaar mochten we een nieuwe schoonzoon verwelkomen. In januari vertrok hij naar Nigeria om daar minstens twee jaar te werken en hij nam mijn dochter mee. Maar wat is nou afscheid nemen in deze tijd van internet, Facebook en Skype. Vooral bij dat laatste zit je, als het ware, bij elkaar in de huiskamer. Ik laat haar zien hoeveel sneeuw er buiten ligt. Zij laat mij het zwembad zien waar ze een frisse duik kan nemen als 33 graden haar toch te warm wordt. Verschil moet er zijn en een beetje jaloers ben ik wel. Maar dan alleen op de temperatuur. Voor de rest lijkt het me niets om huis en haard te verlaten en zo'n avontuur aan te gaan.

Er is een tijd voor opvang en een tijd voor afgang. De kuikens, die ik vorig jaar liefdevol heb opgevangen, hebben het niet gered. Na het gehandicapte kuiken is nu ook de haan aan de beurt om af te gaan. Hij maakte meer lawaai dan de buurt aankan. Dus werd hij verbannen naar een schuurtje op het erf van mijn schoonzoon. Daar zat hij heel alleen in het donker zonder kans op vrije uitloop.
'Maak hem dan maar af,' zei ik, 'dit is ook geen leven.' Bovendien was ik bang dat mijn schoonzoon nu op zijn beurt problemen zou krijgen met de buurt. Mijn schoonzoon is niet van opgeven voordat hij alles heeft geprobeerd. De haan werd bij de Vlaamse reus in het hok gestopt. Vond de Vlaamse reus niet goed en de haan liep de eerste verwonding op. Toen geprobeerd om hem bij het kippenhok in te doen. Vond de andere haan geen succes en die deed er nog een schepje verwonding bovenop. Daarna in het hok dat grenst aan het kippenhok. Maar de haan wilde te graag naar zijn soortgenoten en stak elke keer zijn kop door het gaas. Ook dat bekwam hem niet goed.
Aldus verwond en nergens gewenst werd hij weer opgesloten in het schuurtje. Daar ging hij met zijn achterste in een bak water zitten. De volgende dag trof mijn dochter hem halfbevroren aan. Ze heeft nog geprobeerd om hem weer te reanimeren maar het mocht niet meer baten. Een droevig einde van een prachtige haan.

Er is een tijd om kinderen op te voeden en een tijd om de opvoeding over te laten aan een jongere generatie. Afgelopen maand heb ik mijn kleinzoon een paar dagen te logeren gehad. Dat is naast genieten ook erg vermoeiend. Hij heeft namelijk maar twee standen: snel en heel snel. De enige keren dat hij stilstaat, is als hij een luier vol staat te maken. De enige keren dat hij stilligt, is als hij slaapt. Als je dan bedenkt dat hij de nacht gebruikt om nieuwe kiezen te krijgen, kun je begrijpen dat de vermoeidheid toesloeg.
'Hoe heb ik dat toch vroeger gedaan met vier kinderen,' dacht ik. Waarschijnlijk zit het antwoord in de leeftijd. Ik neem mijn petje af voor alle jonge moeders, die vaak ook nog een baan hebben. Wat ben ik blij dat ik niet meer hoef. Dat ik gewoon mag genieten van een heerlijk ventje die, als ik wegga, lieve kabouterkusjes geeft en zo leuk voor het raam staat te zwaaien. Genieten van je kleinzoon en daarna genieten van de rust. Dubbelop genieten dus.

Er is een tijd voor het verleden en een tijd voor het heden. Mijn ouders vierden op 30 januari hun 55-jarig huwelijksfeest. Mijn zussen en ik hebben menig kostelijk uurtje besteed aan het uitzoeken van dia's en foto's uit verleden en heden. Een prachtig fotoboek was het resultaat. Daarmee is alles nog lang niet gezegd want we hebben heel wat beleefd. Wordt vervolgt dus.

Dit gebeurde allemaal in januari. Maar op de één of andere manier vond ik geen tijd om erover te schrijven. Alles heeft zijn tijd. Hoe waar is deze zin* uit de bijbel! En ik kan me helemaal vinden in de conclusie van het gedeelte: Vrolijk zijn en genieten van alles wat God je geeft.

Er is een tijd voor de winter en een tijd voor het voorjaar. De sneeuw was prachtig. Het ijs een geschenk voor menig schaatsliefhebber. Maar die kou, daar heb ik een hekel aan. Ik hoop dat het gauw weer tijd wordt voor de lente. Wat zal ik daarvan gaan genieten.





woensdag 2 januari 2013

Oud en Nieuw



'Ik wens je liefde, blijdschap, vrede en een heleboel geduld,
vriendelijkheid, goedheid, trouw en tederheid en dat je jezelf beheersen zult.'

Dit is een regel uit een liedje van Elly en Rikkert. Bij het begin van dit nieuwe jaar wens ik u dit van harte toe. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik dit doe met de opgeluchte gedachte: 'Zo, dat hebben we ook allemaal weer gehad.' Toen ik op die eerste dag van het nieuwe jaar tegen mijn man zei dat ik aan vakantie toe was, reageerde hij verbaasd en zei: 'We zijn toch net een week vrij geweest?' Misschien is het nog de nasleep van de griep die ik voor de Kerst opliep, maar ik ben moe!

Kerst was mooi en gezellig, maar vermoeiend. Daarna luisterden we traditiegetrouw naar de top 2000. Vooral de nummers uit de jaren zeventig zijn bakens in de tijd. Ik ben weer het verlegen meisje uit de brugklas. Ik ben mijn kamer aan het schilderen, samen met mijn man, die toen mijn vriend was. Ik rijd weer in de Austin Allegro naar mijn werk. Ik koop mijn allereerste langspeelplaat – David Gates and Bread – en vind nog steeds 'If' het mooiste nummer van de vorige eeuw.
Toen we trouwden en kinderen kregen raakte de radio op de achtergrond. Ik luisterde samen met mijn dochters liever naar Elly en Rikkert. Ik denk dat ze heel wat liedjes, en ook het bovenstaande, nog uit hun hoofd mee kunnen zingen.
Maar kleine kinderen worden groot, kopen hun eigen draagbare radio of stereotoren en ontwikkelen hun eigen muzieksmaak. En ook dat leverde weer allerlei herinneringen op: Verkeringen die uit gingen. Een trouwdag met 'love is all you need,' terwijl later bleek dat liefde toch niet alles was wat nodig is. Autoritten in de polder en dan keihard meezingen met Marco Borsato. En zoveel andere herinneringen meer. Al die herinneringen van oude en nieuwe muziek buitelen over elkaar heen, die laatste dagen van het jaar. Mooi, maar vermoeiend. En dan als klap op de vuurpijl de vervelendste avond van het jaar.

Dan begint het nieuwe jaar. Ik ben het nieuwe jaar begonnen met niet zulke vriendelijke gedachten voor alle mensen, die ervoor zorgden dat de wereld buiten één grote waas van blauwgroene nevel werd, met als negatieve bijwerking een enorm lawaai dat maakte ik niet kon slapen.

Mijn schoonzoon had me beloofd had hij een honderdduizendklapper onder mijn raam af zou schieten als ik net in mijn eerste slaap zou zijn. Nu ik toch nog wakker lag, zon ik alvast op wraak: Ik zou mijn wekker zetten op vijf uur, er vanuit gaande dat hij dan in zijn eerste slaap was, dan zou ik naar de kamer lopen en de cd van het Genemuider mannenkoor – psalmen op hele noten met bovenstem – in de cd-speler doen en dan aan op standje 'stof uit de boxen,' zodat hij lag te schudden in zijn bed.
Gelukkig is het mannenkoor dergelijk misbruik bespaard gebleven, mijn schoonzoon heeft zich gedragen en zijn dreigementen niet uitgevoerd. Maar mijn gedachten waren ondertussen weinig vredelievend geweest.

Verderop die dag, op de nieuwjaarsreceptie van mijn familie, heb ik mijn goede voornemen voor 2013 gelanceerd: Op zijn minst vijftien kilo aankomen. Ik schepte mijn bord nog eens vol met alle heerlijkheden die mijn zus voor ons had gemaakt. Over zelfbeheersing gesproken...

Op die eerste dag van 2013 ontdekte ik dat ik mijn oude zelf had meegenomen het nieuwe jaar in. Daarom wens ik mezelf ook maar liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, tederheid en zelfbeheersing. Dat het oude maar nieuw mag worden. En dat u er op zijn tijd de vruchten van mag plukken.