zondag 26 december 2010

Zinloos


Vandaag had ik een verhaal willen schrijven over alle zinloze dingen in december. Maar na de eerste zin zak ik al weer vermoeid terug op mijn kussen. De griep heeft mij te pakken. Ik lig in bed. Mijn man heeft net de laptop gebracht zodat ik naar de top 2000 kan luisteren. Ik kan het niet laten om toch af en toe wat te typen.

Ik ben in slaap gevallen. Koorts zorgt ervoor dat mijn lichaam een oven lijkt. Het is zinloos om te denken dat ik nu een verhaal kan schrijven. Bovendien moet ik oppassen met wat ik schrijf. In september schreef ik dat ik niet van kerstkaarten houd. Dat heb ik geweten. Ik heb nog nooit zoveel kerstkaarten gehad. Eén gezin in mijn familie vond het nodig om op 12 november de eerste kaart al te sturen en ze zijn er niet mee opgehouden tot Kerst. Zelfs van hun konijn kreeg ik een kaart.
Als ik nu schrijf dat ik niet van vuurwerk houd, ben ik bang dat ze hun duizendklappers en gillende keukenmeiden voor ons huis komen afsteken. Wees dan gewaarschuwd! Ik ben van plan om bonensoep te maken op de laatste dag van het jaar. Dus ik knal terug!

Weer in slaap gevallen. Ik had jullie nog willen vertellen over het speciale recept van de soep. Een beetje van mezelf en een beetje van mijn vader. Dat hou je tegoed. Ik geef het op en ga nu eerst uitzieken. Een knallende jaarwisseling gewenst en tot volgend jaar.

zondag 19 december 2010

Verlosser


What’s in a name? De geslachtsregisters in de bijbel sla ik meestal maar over. Het is in mijn ogen een saaie opeenvolging van namen. En dan ook nog alleen maar namen van mannen. Daarom vind ik het geslachtsregister van Jezus in Mattheüs 1 zo opvallend. In een cultuur, waarin alleen de mannen telden – en dus ook alleen de mannen geteld werden - vond Mattheüs, geïnspireerd door de Heilige Geest, het nodig om ook vijf vrouwen te noemen. En wat voor vrouwen!!!

Eerst Tamar. Weduwe van twee zonen van Juda. Ze had het recht om ook met de jongste zoon te trouwen, om zodoende kinderen te krijgen. Maar Juda bedenkt allerlei smoesjes om dit tegen te houden, bang als hij is ook zijn laatste zoon kwijt te raken. Tamar neemt dan het heft in eigen handen. Ze doet zich voor als hoer en heeft gemeenschap met haar schoonvader Juda. Ze wordt zwanger van een tweeling. De gewoontes en leefregels van die tijd komen ons vreemd voor, maar niet de geraffineerde manier om toch te krijgen wat je wilt.
Dan wordt Rachab genoemd. Rachab deed zich niet voor als hoer, Rachab wás hoer. Toen het volk Israël voor de poorten van Jericho lag, raakte ze onder de indruk van de macht van hun God. Ze brak met haar oude leven en trouwde met de Israëliet Salmon.
De derde vrouw is Ruth, een buitenlandse. Over haar geschiedenis is een heel Bijbelboek geschreven. Ze was getrouwd met een Israëliet, die met zijn familie was gevlucht naar Moab omdat er hongersnood was in Israël. Nadat de man van Ruth, haar zwager en haar schoonvader gestorven waren, ging haar schoonmoeder terug naar Israël. Ruth ging mee omdat ze niks meer te zoeken had in een land dat afgoden dient. 'Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God,' zei ze vol vertrouwen. Dat vertrouwen wordt niet beschaamd. Ze trouwde met Boaz en kreeg zodoende een plaats in het geslachtsregister van Jezus.
Daarna komen we een vrouw tegen zonder naam, verbonden aan een koning. Koning David!
Van deze vrouw wordt gezegd dat ze de vrouw van Uria is. En dat was ze toen David zijn oog op haar liet vallen. Koning David, waarvan ergens in de bijbel wordt gezegd dat hij “de man naar Gods hart” is. Maar dus ook de man die overspel pleegde met Bathseba, want zo heette ze.
Als laatste wordt Maria genoemd. Ongetrouwd zwanger! Wat zal er over haar gepraat zijn. Wat zal ook Jozef haar verloofde een moeilijke tijd gehad hebben, voordat een engel hem opdracht gaf het kind, dat Maria verwachtte, Jezus te noemen.

Jezus, gekomen om zijn volk te bevrijden van de zonden. En wat een troost zit er alleen al in zijn geslachtsregister. Hij kwam voor zondaren, voor hoeren, voor overspeligen en voor buitenlanders, die door Hem ook bij het volk van God mogen horen. Voor de kwetsbare, de verstotene, voor iedereen die het moeilijk heeft.
En deze lijn laat Hij zelf ook zien tijdens zijn leven. Hij ging naar de hoeren en tollenaars omdat – zo zei Hij zelf - gezonde mensen geen dokter nodig hebben, maar zieken wel.
Hij zocht het uitschot van de samenleving op en bracht daar de blijde boodschap van verlossing van zonden door zijn bloed.
En Hij wil dat wij hem nadoen. We hebben een boodschap te vertellen. Zijn boodschap! Ergens las ik: 'God zegt niet tegen zondaars dat ze naar de kerk moeten. Hij zegt wel tegen de kerk dat ze naar zondaars toe moet.'

What’s in a name? In Jezus naam ligt alles besloten waarvoor hij kwam: Verlossen!
Zijn naam zegt het, zijn geslachtsregister laat het zien. Het maakt niet uit wie je bent, waar je vandaan komt of wat je gedaan hebt, Jezus kwam om te verlossen.
Deze week is het Kerst. We vieren dan de geboortedag van Jezus. Laten we deze verjaardag niet vieren zonder de Jarige!

Fijne kerstdagen allemaal!

vrijdag 10 december 2010

Drupneus


Maandag 6 december. De temperatuur schommelt rond het vriespunt. Het is bijna windstil en er valt niks neerslachtigs uit de lucht. Vandaag krijgen we nieuwe kozijnen!
Dankbaarheid is het beste woord om mijn stemming te beschrijven. Wat ben ik blij dat we vorige week niet aan de beurt waren. Met een gevoelstemperatuur van -15 door de snijdende wind en al die sneeuw lijkt me dat geen pretje.

Niet dat het nu prettig was. Een huis waarin het maar 8 graden is, is niet echt aangenaam. Elke keer als er weer een raam in kwam was het feest. Omdat het er warmer van werd. En mooier!
Gelukkig hadden we ons houtkacheltje nog waar we bij konden zitten. Maar die kon onmogelijk het hele vertrek verwarmen. Bovendien vloog de warmte zo naar buiten. Net of je midden in de winter bij een vuurkorf staat.

We hebben drupneuskozijnen uitgezocht. Ik heb me laten vertellen dat een Belgische firma deze naam verzonnen heeft. Ach ja, onze zuiderburen hebben we meer rare naamkes. Toen ik bij één van de mannen, die het vakwerk bij ons verrichtten, een drup aan de neus zag hangen vond ik de naam toch niet zo verkeerd gekozen.

Het was een mooi duo dat bij ons aan het werk was. De radio ging aan en begeleid door Nederlandstalige muziek ging het tweetal aan het werk. 'Er is geen banger hart dan dat van mij,' klonk er uit de radio. Nou, een bang hart was teveel gezegd. Het was meer dat ik er een zwaar hoofd in had. Vooral toen ik erachter kwam dat het voor één van de mannen de eerste dag bij de firma was. 'Dat hebben wij weer' dacht ik. Een timmerman, die zoals hij zelf zei, meer met hout heeft en nu met kunststof moet werken omdat er toch brood op de plank moet komen.
Het pakte helemaal anders uit dan ik dacht. De één deed zijn best om te laten zien dat hij een vakman was, ondanks dat hij meer met hout had. De ander deed alles keurig voor volgens het boekje en probeerde de ander ervan te overtuigen dat kunststof zo gek nog niet was.
En als het weer heel mooi gelukt was hoorde je: 'Kerel wat strak hè!' En dan was het antwoord steevast: 'Ja, als je er maar een timmerman bij hebt.'

Drie dagen zijn ze bij ons geweest. De tweede dag was het koudst, Toen kwamen ze op het onzalige idee om de drie grootste ramen er in één keer uit te breken. Wat was dat koud! Tegen drieën zaten de kozijnen erin en kon de verwarming weer aan. Wat kun je dan blij zijn met een verwarmd huis.

Woensdag 8 december. Het is half 4 en het karwei is geklaard. Zeven nieuwe kozijnen rijker. Het huis is weer van onszelf. Ik kan weer luisteren naar een muziekzender die ik leuk vind. Morgen ga ik ramen lappen. Nu maar hopen dat ik geen drupneus krijg.

zaterdag 4 december 2010

Brug


Niks geen appels plukken! Ik moet een brugje bouwen!

Maandag werd ik gebeld door de fysiotherapeute. Of ik dinsdag ook kon komen om 12.30 uur, er was iemand uitgevallen! 'Gevaarlijk, die fysio, je kunt dus ook nog uitvallen,' dacht ik. Ik zei dat ik wel kon. De tijd van de kop in het zand is definitief voorbij.

Dus daar zit ik dan in de wachtkamer van de fysio. Er komt een vrouw uit één van de kamers. Ze doet me aan iemand denken die ik echt niet mag. De vrouw blijkt mijn fysiotherapeute te zijn. Als ze begint te glimlachen verdwijnt het beeld van de andere vrouw. Die heb ik namelijk nog nooit zien glimlachen.
Mijn therapeute gaat me voor naar de behandelkamer. Ik geef haar het verwijsbriefje van de huisarts en ze is verbaasd dat ze het handschrift kan lezen. Volgens de dokter heb ik chronische LRP. Ik heb er zelf van gemaakt dat ik voortdurend lage rugpijn heb. En dat was aardig goed, alhoewel de 'L' staat voor een Latijnse naam. Maar de therapeute vind mijn vertaling eigenlijk beter. Dus dat wordt in de computer gezet, samen met al mijn andere gegevens.
De computer doet het niet echt goed. De muis lijkt een dipje te hebben. Zo net tijdens lunchpauze is dat ook niet gek. Ik stel voor dat ze hem een blokje kaas voert. Maar het probleem blijkt aan de onderkant te zitten. De muis is vies geworden. Nadat hij schoongepoetst en onthaart is gaat het vlotter.
Als alles wat mijn therapeute wil weten in de computer staat, volgt een uitgebreid onderzoek. Na dat onderzoek meent ze een aantal dingen uit te kunnen sluiten, waaronder een hernia. Ik heb ook geen beenlengte-verschil en over iets met een moeilijk enge naam hoef ik me ook niet druk te maken. Dus ben ik dat ook gelijk maar weer vergeten.
Er is echter één gewricht waarvan ik, tot op de dag van vandaag, het bestaan niet eens wist, maar die nu zorgt dat ik hem geen dag meer vergeet. Het SI-gewricht! Volgens de therapeute de oorzaak van alle problemen. Ze loopt naar de hoek, waar een stel botten geparkeerd staat. Het lijkt op een skelet zonder hoofd. Ze pakt het vast, kijkt erna en zet het weer terug. Waarschijnlijk mist het SI-gewricht. Dan leg ze uit waar het zit zonder skelet en geeft informatie wat er mis kan zijn. Het duizelt me en ik heb niet alles onthouden.
Als afsluiting van de eerste sessie legt ze me het te volgen behandelplan voor en geeft ze me vast een oefening mee om thuis te doen. Het brugje dus.
Verder vraagt ze me wat ik ervan verwacht. Lastig vind ik dat! Eigenlijk niet veel! Ik hoop dat de pijn die ik nu heb niet steeds erger wordt. Nu kan ik er nog alles om doen, behalve lang staan dan.
Ze merkt op dat ik geen grote verwachting heb en is daarover verbaasd. Er begint iets te kriebelen bij mij. Zou het dan kunnen dat ik die pijn helemaal kwijt raak? Ik durf nog niet teveel te hopen.

Thuisgekomen zoek ik, op internet, de informatie terug die ik al weer vergeten was. Het gewricht zit tussen het heiligbeen en het bekken. De overbelasting kan komen door te zware belasting (zwaar tillen) en/of onverhoedse beweging (verstappen of vallen e.d.). Overgewicht en verkeerde houding, soms veroorzaakt door verkeerde schoenen, vormen aanvullende risicofactoren. Dat laatste heb ik dankzij een tip van mijn schoonzusje al verholpen. Gevolg is wel dat we nu dezelfde schoenen hebben. Maar dat vinden we geen van beiden een probleem.
Over mijn gewicht wil ik niet te gewichtig doen. Beginnen met lijnen in januari vind ik onzin. Waarom eerst al die kilo's eraan eten in december en daar dan in januari pas een probleem van maken? Als ik ga lijnen begin ik NU! Vergeet de 'als' niet aan het begin van de zin!
Op internet vind ik ook nog een forum met allerlei verhalen van mensen met hetzelfde probleem. En dan blijkt dat ik er toch goed aan deed om niet al te hoge verwachtingen te hebben.

Ik stop met dit verhaal voordat ik ook nog RSI krijg. Anders moet ik nog meer oefeningen doen. Ik ga een brugje bouwen. Ik besluit dat ik de fysiotherapie ook zo zal zien: als een te bouwen brug. Stap voor stap, oefening voor oefening ga ik naar de overkant. En ik zie wel wat me daar wacht. Daar zal ik nu nog niet te zwaar aan tillen.