vrijdag 7 oktober 2011

Spraakverwarring


Waarom moesten ze indertijd in Babel zo nodig een toren bouwen? Het was de bedoeling dat die toren tot in de hemel zou reiken. Het liep anders. God vond zo'n vertoon van macht niet nodig. Hij verwarde de spraak van de torenbouwers en zonder de nodige communicatie werd de toren nooit afgebouwd. En van die spraakverwarring heb ik vandaag nog steeds last.

Ik ben drietalig opgevoed. Nederlands, Hattems en Wezeps. En nu denk u misschien dat Hattems en Wezeps hetzelfde dialect is. Toch zijn er nogal wat verschillen. In Hattem zit 'de moes op 't grös'. Maar steek hij de gemeentegrens over naar Wezep dan zit 'de muus op 't gres'. Het blijft dezelfde muis, hij zit alleen op ander gras.

Op de basisschool werd mijn Nederlands verder ontwikkeld. Dat was nog wel te doen. Maar toen kwam ik op het voortgezet onderwijs. Wat een ellende. Men vond het nodig dat ik ook Engels, Duits en Frans leerde. Het schrijven ging nog wel, maar zo gauw ik een mondelinge beurt kreeg, had je de poppen aan het dansen. 'Your pronunciation is very bad,' zei mijn leraar Engels altijd. Tja, ik weet zelf ook wel dat mijn uitspraak erg slecht is. De woorden vormen zich netjes in mijn hoofd, maar als ik ze wil uitspreken lijkt het wel of mijn tong gedraaid in mijn mond zit. En daar komt nog bij dat ik alle talen door elkaar haal. Maar daarin ben ik niet de enige.

Een neef van mijn moeder had vroeger samen met zijn vrouw een bed and breakfast in Noordwijk. Natuurlijk waren er regelmatig Duitsers te gast. De vrouw, op wie meestal het verwelkomen van de gasten neerkwam, wist zich altijd wel verstaanbaar te maken, al was het soms met handen en voeten. Op een gegeven moment kwamen er echter Engelsen logeren. 'Do you speak English?' vroegen ze. 'Nein,' zei ze. 'Sprechen Sie Deuts?' was toen de vraag. 'A little bit,' antwoordde ze.
Kijk, dat zou mij ook zo kunnen overkomen. En samen met die uitspraak vormt het toch best wel een handicap als je op vakantie gaat.

Vorig jaar waren we in Duitsland. We hadden zin in koffie en ik lustte er ook wel wat bij. Ik gaf de bestelling op: Koffie met een appelkoek. Toen de serveerster weg was om het bestelde op te halen, zei mijn man: ' Je hebt zojuist een appelkeuken besteld.' We hebben er smakelijk om gelachen en er daarna smakelijk van gegeten.

Dit jaar gingen we weer naar Duitsland. De bestellingen liet ik inmiddels over aan mijn man. De laatste avond gingen we naar een wijnproeverij. We waren niet de enige. Er waren Amerikanen, die nauwelijks Duits konden; een Duitse vrouw, die geen Engels kon, maar wel een cursus Nederlands had gedaan; haar zoon, die een beetje Engels kon; nog twee Nederlanders die van alles ook een beetje konden; en wij. Het werd reuzegezellig. De communicatie verliep met horten en stoten in alle talen. En als we helemaal vastliepen trad mijn man op als tolk. Als die het ook niet meer wist hadden we onze handen en voeten nog.

Ik moest denken aan Pinksteren en werd doordrongen van het wonder van die dag. Eén man sprak van de grote liefde van God voor ons en alle mensen hoorden hem in hun eigen taal spreken.
Ooit zal het weer zo zijn. Als ik dan wat zeg in de taal die ik het liefst spreek – een combinatie van het Hattems en het Wezeps – dan begrijpt iedereen wat ik bedoel. Dan heeft niemand ondertiteling nodig. Totdat het zover is, zal ik appelkeukens blijven bestellen. Maar zolang ze dat nog netjes serveren op een schoteltje met een vorkje erbij hoor je mij niet klagen.

zaterdag 1 oktober 2011

In de war


Het weer is weer in de war! Dat kunnen we rustig stellen. Toen de lente begon, leek het wel herfst. Daarna kregen we een klein hittegolfje. Toen de zomer begon, leek het ook wel herfst. En dat bleef zo! De hele zomer lang. Nu is het herfst en het lijkt wel zomer! En wij hadden een weekje vakantie! Super toch!

Omdat het erop leek dat de temperatuur zou gaan stijgen, besloot ik voor de vakantie mijn benen te scheren. Maar toen ik een half been had gedaan, besloot de ladyshave dat ze vakantie nam. 'Dat heb ik weer,' dacht ik. Mijn ladyshave was natuurlijk ook in de war, die dacht dat ze kon beginnen aan de winterslaap. Mooi niet! Ik haalde het ding los, blies er eens in en deed het weer aan. Eventjes deed het dienst, toen was het weer gebeurd. Nog een keer loshalen en nog beter blazen en daarna de startknop vasthouden, had als gevolg dat ik de grootste bebossing van mijn benen kon halen. Grofgeschoren kon ik op vakantie.

Ik was ook in de war! Voordat ik wegging had ik tegen diverse mensen gezegd dat ik de dag na onze vakantie de 'kerstboom' op zou zetten. De meeste mensen verklaarden mij voor gek. Misschien hebben ze wel gelijk.
Jaren heb ik gezegd dat een kerstboom voor mij niet hoeft. Zeg nou zelf: 'Wat heeft een kerstboom nou met Kerst te maken?' Maar meestal haalde één van mijn dochters mij toch weer over om de boom wel op te tuigen. En dan vond ik het toch weer gezellig, zo'n lichtjesboom als de dagen almaar donkerder werden. Dus toen bedacht ik dat ik de boom dan ook wel in oktober al op kon zetten. Waarom niet?

Nou, omdat het wel zomer leek!! Ik was helemaal in de war gebracht door het mooie weer! Op de terugweg in de auto begon ik erover tegen mijn man: 'Toch wel een beetje raar hè, een kerstboom opzetten met deze temperatuur!' 'O ja, dat zou je morgen doen hè,' was het enige commentaar. Ik had nog een dag om erover na te denken.

Thuisgekomen bleek dat ik niet meer hoefde te denken. De boom stond al! Mijn dochter had ervoor gezorgd dat ik niet meer terug kon krabbelen. En mijn boom heeft zelfs een hele nieuwe look! Prachtig toch. Daar kan ik nu mooi lang van genieten. Misschien laat ik hem wel staan tot februari!

Mijn ladyshave doet het inmiddels weer gewoon. De werkweigering is over. Mijn lichtjesboom staat te schitteren in de kamer. Voorlopig overdag gewoon lekker gladgeschoren buiten genieten van de zon en 's avonds, als het donker wordt, genieten van de boom. En wat voor weer het ook nog wordt, ik laat me er niet meer door in de war brengen.