dinsdag 16 september 2014

Gedichtenserie gebed 3

Uw koninkrijk kome

Here God, het is mijn bede
dat Uw rijk van liefd' en vrede
nu al in mij zichtbaar wordt.
Here God, wilt U dat geven.
Wilt U in en door mij leven,
want zelf schiet ik aldoor tekort.

*

Heer, haat, geweld en zinloosheid
lijken de heersers van deze tijd.
Werk met Uw Geest in elk mensenkind.
Geef, in deze wereld van wanhoop,
vruchten van liefde, geloof en hoop,
zodat Uw vrederijk nu al begint.



maandag 1 september 2014

Erfenis


Mijn vader en ik maakten altijd grapjes over de erfenis. Als mijn vader weer eens een grote uitgave had gedaan zei ik tegen hem: 'Niet teveel uitgeven hoor, er moet nog wel wat voor ons overblijven.'
Vaak gingen mijn ouders koffiedrinken of een ijsje eten bij hun favoriete restaurant in Dronten. 'We zijn ook weer bij 'Roggebothsluisje' geweest,' zei mijn vader dan tegen ons. Mijn zussen en ik zeiden tegen elkaar: 'Er komt niks terecht van die erfenis van ons, we moeten hem maar onder curatele zetten.'
Het was natuurlijk allemaal gein. Wij vonden het geweldig dat onze ouders zo genoten van het goede van het leven.

Vorig jaar werd mijn vader ziek. Grapjes over de erfenis waren opeens niet zo grappig meer. Maar toen gebeurde er toch weer iets waar we vreselijke lol om hadden:

Het is 9 april. Mijn vader is net de zondag ervoor opgenomen in het ziekenhuis. Mijn moeder zal de dag erop gaan verhuizen.* Omdat mijn moeder niet alleen kan zijn, blijven we om beurten bij haar. Die avond is het mijn beurt.
Mijn moeder wandelt onrustig heen en weer. Niks bijzonders, dat hoort gewoon bij het ziektebeeld. Ik ben een inktvis aan het haken en heb net weer een tentakel af. Dan komt mijn moeder uit de slaapkamer met een blauw emmertje. De emmer die mijn vader 's nachts gebruikt als hij niet snel genoeg naar de wc kan komen. 'Hier, die mag jij wel hebben,' zegt mijn moeder. Ik zie daar de humor wel van in en sms naar mijn zussen: 'Yes, ik heb de erfenis al, de plasemmer van papa!'

De volgende dag gaat mijn zus 's middags naar het ziekenhuis en ik 's avonds. We besluiten om mijn vader te plagen. Mijn zus vertelt dat ik iets gekregen heb, maar vertelt nog niet wat. Als ik 's avonds de zaal opkom, is het eerste wat hij vraagt: 'Nou, wat heb je gekregen?' Als ik hem vertelt dat ik zijn plasemmer gekregen heb, schiet hij ook in de lach. We hebben dezelfde humor, dus ik had niet anders verwacht. 'Maar,' zei hij, 'ik kan je natuurlijk niet voortrekken, dus ik zal dan nog twee van zulke emmertjes moeten kopen voor je zussen.'

Wat hebben we daarna vaak lol gehad om het emmertje. En om andere dingen die het lachen waard waren. Nadat hij uit het ziekenhuis werd ontslagen, kregen we nog drie geweldig mooie maanden samen. Maanden met een lach en een traan. Daarna moesten we afscheid nemen. In de zekerheid dat hem een erfenis in de hemel wachtte, is hij rustig ingeslapen.

De dag erop keek mijn zus in de agenda van mijn vader om eventuele afspraken af te zeggen. Achterin vond ze een briefje met een Bijbeltekst** erop. 'Hè, wat is dat,' vroeg ze aan ons. Ik zag wat het was en schoot in de lach. Deze tekst had ik aangehaald toen we weer eens een 'discussie' hadden over de erfenis. Hij vond dat heel grappig en blijkbaar had hij het overgeschreven en bewaard in zijn agenda: 'Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen.'

Na de begrafenis moesten we zijn appartement ontruimen. Ik hoorde mijn zussen geheimzinnig rommelen in de badkamer. Al giebelend kwamen ze tevoorschijn. Ze hadden het emmertje provisorisch in een handdoek gepakt en bovenaan vastgeplakt met plakband. Daarna volgde de officiële overhandiging.

Het emmertje staat nu bij mij in de tuin. Met een plantje erin, omdat mijn vader zo van plantjes hield. Maar nog mooier dan het emmertje vind ik de eigenschappen die ik van hem heb geërfd. Zijn liefde voor de tuin en de vogeltjes, zijn gevoel voor humor en ja, ook zijn eigenwijsheid. Die laatste erfenis neem ik dan maar op de koop toe.

* http://tinuzplotzeling.blogspot.nl/2014/06/verhuizen.html
** 2 Kor 12:14