zondag 24 oktober 2010

Klaar voor de winter


Zaterdag hebben we onze tuin winterklaar gemaakt. 'In de regen?' vraagt u zich misschien af. Ja, het regende, waaide hard en het was ontzettend koud. Maar voordat u medelijden met ons krijgt, zal ik u vertellen wat we hebben gedaan.

In het voorjaar ben ik lid geworden van Vogelbescherming Nederland. Ik had heel erg genoten van hun site www.beleefdelente.nl. Je kunt dan via een webcam meekijken in diverse nestkastjes van verschillende vogels. Heel leuk allemaal. Maar natuurlijk wordt er dan ook gevraagd of je lid wilt worden. En daar zeg je geen nee tegen. Als dank kreeg ik een voedersilo met een zak vogelvoer. Een leuk cadeau voor mij en voor de vogels.
In mijn tuin hebben vogels van diverse pluimage hun plekje weer gevonden. Bijna iedereen is welkom. Koolmeesjes, pimpelmeesjes, mussen, roodborstjes, spreeuwen, merels en vinken zijn vaste gasten. En omdat ik tegen discriminatie van buitenlanders ben, zijn er ook een paar Turkse tortels.
Waar ik wel een hekel aan heb zijn de oproerkraaiers. Vogels die te nadrukkelijk aanwezig zijn. Strak in het zwarte pak met hun grote snavel alsmaar open. Is het niet om te eten dan wel om te schreeuwen. Met hun air van 'wij zijn beter dan de rest' jagen ze alle andere vogels weg. Dan ben je bij mij aan het verkeerde adres. Wegwezen!

Een keer in de zoveel tijd brengt Vogelbescherming Nederland ook een digitale nieuwsbrief uit. Daarin stond de laatste keer een tip om je tuin winterklaar te maken: “Pak een mooi vogelboek, nestel u lekker in een gemakkelijke stoel en laat de natuur zijn gang gaan.”
Dat vond ik nog eens een goed advies! Eigenwijs als ik ben heb ik er alleen een kleine variatie op aangebracht. Toen het even niet regende ben ik naar buiten gegaan om de voedersilo op te hangen. Mijn man moest er aan te pas komen om takken te snoeien. Doordat hij ook nog een ingenieuze inkeeping in een tak maakte, blijft de silo nu mooi hangen. Ondertussen hing ik nog een paar mezenbolletjes aan het vogelhuisje. We waren net klaar toen het weer begon te regenen.
Toen het tussen twee buien door weer even droog was, ben ik naar buiten gegaan om foto's te maken. Verscholen onder een boom, met het toestel in aanslag, stond ik daar doodstil te staan in de hoop dat de vogels brutaal genoeg zouden zijn om te komen.
Ik moest lang wachten. Pas toen mijn armspieren protesteerden en mijn vingers gevoelloos waren geworden, toen de batterij van mijn fototoestel bijna leeg was, wilde meneer pimpelmees eindelijk op de foto.
Net op tijd want het begon weer hard te waaien en te regenen. Inmiddels was ik tot op het bot toe koud maar dat maakte niet uit want ik had mijn foto! Je moet goed zoeken naar het vogeltje maar hij staat erop! Binnengekomen heb ik de houtkachel aangemaakt en ben er met een beker warme chocolademelk voor gekropen. Een tuin winterklaar maken is echt wel zwaar werk!

dinsdag 19 oktober 2010

Bloed moet


Al jaren ben ik bloeddonor en sinds kort geef ik bloedplasma. Een kleine moeite voor mij, levensreddend voor een ander. Deze week was het weer zover. Dus toog ik naar de bloedbank.
Met een HB van 8.6 en een bloeddruk van 120/75 kwam ik goed door de keuring. Ik ging door naar de ruimte waar het allemaal gebeurt.
Een verpleegkundige wees me een stoel en ik ging liggen naast een man die ook nog lag te wachten tot hij aan de beurt was. Een andere verpleegkundige kwam naar ons toegelopen en vroeg wie het eerst aan de beurt was. 'Ik niet, want lig hier net,' zei ik. Dus ging ze naar mijn buurman.
Toen hij aangesloten was liep ze naar de computer om een nieuwe afspraak voor hem te maken. Ondertussen kwam er weer een andere verpleegkundige de zaal inlopen. Ze liep naar haar collega en begon uitgebreid haar gal te spuien. Wat er te spuien was kon ik niet horen, maar er zat haar wel iets goed dwars.
Een verpleegkundige liep naar het tweetal toe. 'Doe jij vandaag plasma?' vroeg ze aan degene die stond te niksen. Toen ze daar een bevestigend antwoord op kreeg zei ze: 'Die mevrouw daar ligt nog te wachten.' Die mevrouw was ik dus.
De verpleegkundige, die op de vingers was getikt, kwam naar me toe en verontschuldigde zich. 'Maakt niet uit. Ik lig hier heerlijk,' zei ik.
Ze begon me aan te sluiten aan een vernuftig apparaat. Het zorgt ervoor dat mijn rode bloedcellen gescheiden worden van mijn bloedplasma. Het plasma wordt opgevangen in een zak, de cellen in een bakje. Als het bakje vol is stroomt het bloed weer terug in mijn lichaam. Dan begint het weer van voren af aan. Na zo'n zeven keer zit er 650 ml. plasma in de zak. Tenminste, dat is de bedoeling!

Vanmiddag ging het anders. Het begon goed. Ik kreeg koffie en een heerlijke notenkoek. Het bloed stroomde goed. Dat veranderde toen de machine begon te haperen. Het bakje zat nog niet eens voor de eerste keer vol. Toen hij eindelijk vol zat begon hij te piepen. De verpleegkundige kwam naar me toe lopen. Ze mompelde iets over lucht erbij, duwde op een knop, zonder het gewenste resultaat. Duwde nog eens op de knop. Er gebeurde weer niks. Een andere verpleegkundige werd erbij geroepen. En nog één! Die laatste zei: 'We kunnen nog iets illegaals doen, maar dan heb je kans dat de boel ontploft.' Ik zei: 'Doe dat dan maar niet want ik lig ernaast!' 'Ja' zei de verpleegkundige 'en dat wil je echt niet meemaken want een horrorfilm is er niks bij. Koppel maar af.'
Ik zei dat ik het gerust nog een keer wou proberen, maar dat mocht niet. Ik was al een halve liter bloed kwijt en als het nog een keer mis ging dan was het teveel.
Twee stoelen verderop gaf rood knipperlicht en irritant gezoem aan dat de iemand klaar was met bloed geven. 'Even geduld hoor, deze mevrouw moet eerst,' riep de verpleegkundige richting rood knipperlicht. 'Ja, anders ontplof ik,' riep ik er ter aanvulling achteraan. Gegrinnik was het antwoord. Gelukkig deed iemand alvast de zoem uit.
Toen de verpleegkundige mij afkoppelde vroeg ik wat er nou precies gebeurd was. 'De cellenbak zat vol en het bloed had weer terug moeten stromen, maar dat deed het niet.' Ik dacht: 'Volgens mij zit jij ook ergens vol van en duwde je gewoon op de verkeerde knop!' Maar goed, dat kan een keer gebeuren. De 70 ml. bruikbare plasma en de halve liter onbruikbare bloedcellen werden weggehaald. Een nieuwe afspraak werd gemaakt. Volgende keer beter!
Na afloop ging ik eerst even rustig in de kantine zitten. Per slot van rekening was ik nu een halve liter bloed kwijt, terwijl ik normaal alles weer terug krijg. Van een aardige mevrouw kreeg ik nog een kopje koffie. Ze vroeg of ik er ook koek bij wou. 'Ik heb eigenlijk al gehad, maar hij is wel heel lekker,' zei ik. Dus kreeg ik er nog een. 'Ik heb al eens in de supermarkt gezocht naar deze koek, maar ik ben hem nog niet tegen gekomen,' merkte ik op. 'Dan kun je ook lang zoeken,' zei ze 'want deze vind je niet in de supermarkt, die komt uit Groningen.'
'Dan moet ik mijn schoonzoon uit Groningen maar eens lief aankijken,' dacht ik. De vorige keer dat hij er was, had hij Groningse harde worst meegebracht. Dat viel in de smaak bij mijn man. De volgende keer notenkoek voor mij?

Toen de koffie en koek op waren ging ik weer huiswaarts. De auto sloeg direct al af. 'Koppie dr bij Tinuz, je zit niet in de automaat van je vader of schoonvader, je zit in de auto van je man en moet wel de koppeling gebruiken,' sprak ik mezelf toe. Ik besloot om de snelweg te mijden. 70 km. per uur leek me hard genoeg. Gelukkig kwam ik thuis zonder brokken te maken.

Mijn schoonzoon uit Groningen wilde ook wel eens in één van mijn verhalen voorkomen. Bij deze dan! Maar nu wel die koek meenemen hè! :)

zaterdag 16 oktober 2010

Preek


Hè hè, eindelijk! Ik zit weer achter mijn eigen laptop! Een hele week lang deed hij namelijk niet waar hij voor gemaakt was. Dat lag niet aan mijn laptop, die had alles in zich wat een goede laptop nodig had. Nee, het lag aan de voeding. Die was stuk.
En als mensen geen voeding krijgen worden ze alsmaar zwakker en zwakker. Zo ook mijn laptop. Op een gegeven moment deed hij helemaal niks meer.
Ik was aangewezen op een andere computer met een toetsenbord uit de vorige eeuw. Sommige toetsen zaten ook nog eens vast omdat er een of ander kleverig iets tussen zat. Niet echt prettig werken dus.

Mijn buurman kwam vorige week ook nog langs. Sinds zijn schrijfmachine kapot is, typ ik zijn preken uit. 'Ik heb weer een laatste preek gemaakt,' zei hij lachend. Ik lachte met hem mee omdat ik al heel vaak een 'laatste' preek voor hem heb uitgetypt. 'Zo'n oude knar hoort niet meer te preken,' vindt hij zelf. Ik vind dat, zolang een 'oude knar' nog iets zinnigs te zeggen heeft, hij mooi door moet gaan met preken. En om te voorkomen dat dit echt zijn laatste preek wordt, vroeg ik hem een preek te maken over de vijf wijze en de vijf dwaze meisjes. Dat verhaal heb ik namelijk nooit gesnapt. Hij beloofde erover na te denken.

Het verhaal over de meisjes is te lezen in de Bijbel in Mattheus 25. Voor mensen die het verhaal niet kennen een korte samenvatting:
Tien meisjes wachten samen met de bruid op de bruidegom. Die laat lang op zich wachten. Ze hebben alle tien een lampje, gevuld met olie. En ze krijgen alle tien slaap. Als eindelijk de bruidegom eraan komt schrikken ze wakker. Hun lampjes zijn bijna uit. Vijf meisjes zijn wijs geweest en hebben extra olie. De andere vijf niet. Omdat de wijze meisjes bang zijn dat er voor henzelf niet genoeg over blijft, willen ze de olie niet delen. 'Ga zelf maar gauw olie kopen' zeggen ze tegen de dwaze meisjes. Dat doen ze, met als gevolg dat ze te laat zijn voor de bruiloft en er niet meer in mogen.

Een ouderwets verhaal in deze hightech-tijd? Misschien wel! Daarom besloot ik het verhaal aan te passen.

Drie vriendinnen, Joyce, Noa en Maud hebben alleen contact met elkaar via msn. Korte berichten via de computer. Joyce schreef: 'Je raad nooit wat er is gebeurd! Brian heeft me ten huwelijk gevraagd. IK GA TROUWEN! Nader bericht volgt!'
Noa reageert heel enthousiast met felicitaties. Maud heeft het bericht gezien, maar daarna viel de computer uit. Als de computer het weer doet stuurt ze Noa een berichtje: 'Heb ik nou goed gelezen dat Joyce gaat trouwen?' Mijn computer viel uit. Vast een slecht contactje in de voeding.'
Noa stuurde terug: 'Ja, gaaf hè! Je moet de berichtjes goed in de gaten houden hoor. Zorg dat je een nieuwe voeding krijgt! Die kun je gratis halen bij de Biblia Markt.'
Maar Maud schuift het op de lange baan. Ze is veel te druk met haar eigen leven. 'Je moet een bruiloft tegenwoordig zo lang van te voren plannen, het zal nog wel even duren,' denkt ze.
Noa koopt alvast nieuwe kleren en denkt na over een passend cadeau. En ze leest trouw de berichtjes. Berichtjes die Maud niet meer krijgt omdat de voeding het nu definitief heeft begeven.
Het eind van het verhaaltje is dat Noa mee viert in de feestvreugde maar dat Maud nog steeds die voeding moet halen en dus alles mist.

Ach, ik moet maar geen dominee worden. Het verhaal rammelt aan alle kanten. Hopelijk komt de buurman met een betere preek.
Al schrijvend komt er een irritante vraag naar boven drijven: 'Snap ik het verhaal echt niet, of wil ik het niet snappen?' Daar moet ik nog eens goed over nadenken.

maandag 4 oktober 2010

Zieke slak


Vandaag is het dierendag! Een reden om de huis- en tuindieren eens extra te verwennen.
Vroeger, toen mijn dochters nog klein waren, en ik dacht dat een dier alleen leuk was als het in een kooitje zat en weinig lawaai maakte, hadden we alleen maar konijnen en hamsters.
Bijna was daar nog verandering in gekomen. Helaas voor mijn toen bijna 11-jarige dochter, was ik niet voor rede vatbaar.

'Mama, mag ik wel een huisdier op mijn kamer?'
Ik vroeg haar wat ze in gedachten had. Zij zei dat ze een slak wilde vangen en in een potje op haar kamer wilde houden. Nou, dat kun je als moeder natuurlijk niet goed vinden. Ik zei dat ik dat zielig vond en dat die slak dan bovendien binnen drie dagen dood zou zijn, omdat ze vast vergat om hem eten te geven.
'Nou' antwoordde mijn dochter, 'als ik hem niet vang is hij ook binnen drie dagen dood want dan eet een sperel hem op.'
'Een spreeuw of een merel bedoel je zeker' antwoordde ik. 'Hoe dan ook, het gebeurt niet!'
Mijn dochter nam even pauze, omdat ze wel in de gaten had dat verder zeuren geen zin had. Toen kwam ze dus met de rede waar ik niet vatbaar voor was: 'Mama, hoe denk u over de zeehondenopvang in Pieterburen?' Ik antwoordde dat ik dat een hele goeie zaak vond, maar dat die beesten opgevangen worden omdat ze ziek zijn en dat ze, als ze beter zijn, weer vrijgelaten worden in de natuur.
'Dan zoek ik een zieke slak' antwoordde mijn dochter. 'Je doet maar!' antwoordde ik.
Even later kwam ze binnen met een slak met behoorlijk wat dril onderaan. 'Mama, deze heeft diarree' riep ze. 'Bah, wat vies, doe die vieze schijter maar gauw weer naar buiten. Zoek er maar één met migraine' antwoordde ik.
De hele middag bleef ze zoeken, totdat we moesten eten. Aan tafel vroeg ze wat migraine eigenlijk is. 'Dan heb je hele erge hoofdpijn' zei ik. Je zag haar denken: 'Hoe moet ik dat nou zien bij een slak?'
Ik zei: 'Zoek er maar één met een brilletje, die heeft vast hoofdpijn.'
Mijn dochter is niet weer gaan zoeken.