dinsdag 19 oktober 2010

Bloed moet


Al jaren ben ik bloeddonor en sinds kort geef ik bloedplasma. Een kleine moeite voor mij, levensreddend voor een ander. Deze week was het weer zover. Dus toog ik naar de bloedbank.
Met een HB van 8.6 en een bloeddruk van 120/75 kwam ik goed door de keuring. Ik ging door naar de ruimte waar het allemaal gebeurt.
Een verpleegkundige wees me een stoel en ik ging liggen naast een man die ook nog lag te wachten tot hij aan de beurt was. Een andere verpleegkundige kwam naar ons toegelopen en vroeg wie het eerst aan de beurt was. 'Ik niet, want lig hier net,' zei ik. Dus ging ze naar mijn buurman.
Toen hij aangesloten was liep ze naar de computer om een nieuwe afspraak voor hem te maken. Ondertussen kwam er weer een andere verpleegkundige de zaal inlopen. Ze liep naar haar collega en begon uitgebreid haar gal te spuien. Wat er te spuien was kon ik niet horen, maar er zat haar wel iets goed dwars.
Een verpleegkundige liep naar het tweetal toe. 'Doe jij vandaag plasma?' vroeg ze aan degene die stond te niksen. Toen ze daar een bevestigend antwoord op kreeg zei ze: 'Die mevrouw daar ligt nog te wachten.' Die mevrouw was ik dus.
De verpleegkundige, die op de vingers was getikt, kwam naar me toe en verontschuldigde zich. 'Maakt niet uit. Ik lig hier heerlijk,' zei ik.
Ze begon me aan te sluiten aan een vernuftig apparaat. Het zorgt ervoor dat mijn rode bloedcellen gescheiden worden van mijn bloedplasma. Het plasma wordt opgevangen in een zak, de cellen in een bakje. Als het bakje vol is stroomt het bloed weer terug in mijn lichaam. Dan begint het weer van voren af aan. Na zo'n zeven keer zit er 650 ml. plasma in de zak. Tenminste, dat is de bedoeling!

Vanmiddag ging het anders. Het begon goed. Ik kreeg koffie en een heerlijke notenkoek. Het bloed stroomde goed. Dat veranderde toen de machine begon te haperen. Het bakje zat nog niet eens voor de eerste keer vol. Toen hij eindelijk vol zat begon hij te piepen. De verpleegkundige kwam naar me toe lopen. Ze mompelde iets over lucht erbij, duwde op een knop, zonder het gewenste resultaat. Duwde nog eens op de knop. Er gebeurde weer niks. Een andere verpleegkundige werd erbij geroepen. En nog één! Die laatste zei: 'We kunnen nog iets illegaals doen, maar dan heb je kans dat de boel ontploft.' Ik zei: 'Doe dat dan maar niet want ik lig ernaast!' 'Ja' zei de verpleegkundige 'en dat wil je echt niet meemaken want een horrorfilm is er niks bij. Koppel maar af.'
Ik zei dat ik het gerust nog een keer wou proberen, maar dat mocht niet. Ik was al een halve liter bloed kwijt en als het nog een keer mis ging dan was het teveel.
Twee stoelen verderop gaf rood knipperlicht en irritant gezoem aan dat de iemand klaar was met bloed geven. 'Even geduld hoor, deze mevrouw moet eerst,' riep de verpleegkundige richting rood knipperlicht. 'Ja, anders ontplof ik,' riep ik er ter aanvulling achteraan. Gegrinnik was het antwoord. Gelukkig deed iemand alvast de zoem uit.
Toen de verpleegkundige mij afkoppelde vroeg ik wat er nou precies gebeurd was. 'De cellenbak zat vol en het bloed had weer terug moeten stromen, maar dat deed het niet.' Ik dacht: 'Volgens mij zit jij ook ergens vol van en duwde je gewoon op de verkeerde knop!' Maar goed, dat kan een keer gebeuren. De 70 ml. bruikbare plasma en de halve liter onbruikbare bloedcellen werden weggehaald. Een nieuwe afspraak werd gemaakt. Volgende keer beter!
Na afloop ging ik eerst even rustig in de kantine zitten. Per slot van rekening was ik nu een halve liter bloed kwijt, terwijl ik normaal alles weer terug krijg. Van een aardige mevrouw kreeg ik nog een kopje koffie. Ze vroeg of ik er ook koek bij wou. 'Ik heb eigenlijk al gehad, maar hij is wel heel lekker,' zei ik. Dus kreeg ik er nog een. 'Ik heb al eens in de supermarkt gezocht naar deze koek, maar ik ben hem nog niet tegen gekomen,' merkte ik op. 'Dan kun je ook lang zoeken,' zei ze 'want deze vind je niet in de supermarkt, die komt uit Groningen.'
'Dan moet ik mijn schoonzoon uit Groningen maar eens lief aankijken,' dacht ik. De vorige keer dat hij er was, had hij Groningse harde worst meegebracht. Dat viel in de smaak bij mijn man. De volgende keer notenkoek voor mij?

Toen de koffie en koek op waren ging ik weer huiswaarts. De auto sloeg direct al af. 'Koppie dr bij Tinuz, je zit niet in de automaat van je vader of schoonvader, je zit in de auto van je man en moet wel de koppeling gebruiken,' sprak ik mezelf toe. Ik besloot om de snelweg te mijden. 70 km. per uur leek me hard genoeg. Gelukkig kwam ik thuis zonder brokken te maken.

Mijn schoonzoon uit Groningen wilde ook wel eens in één van mijn verhalen voorkomen. Bij deze dan! Maar nu wel die koek meenemen hè! :)

1 opmerking: