dinsdag 26 juni 2012

Oplader


De zomer is weer begonnen. In mijn postwijk zie ik diverse mensen hun heggen snoeien. Ik grinnik zachtjes in mezelf als ik me een voorval van vorig jaar herinner:

Mijn man is van plan om de buxus te snoeien en zoekt de oplader van de heggenschaar. 'Ik weet zeker dat ik hem het laatst in de slaapkamer heb gezien,' zegt hij. 'In de slaapkamer?' vraag ik verwonderd. Een van de weinige nadelen van de zomer vind ik dat je je benen weer moet scheren. Maar hoewel er een behoorlijke wintervacht op mijn benen zit, heb ik nog geen heggenschaar nodig.

Ik begin toch te zoeken. Bovenop de kast staat een doos, die bruin was, maar nu grijs van het stof. De dikke laag stof doet me besluiten om hier binnenkort een schoonmaakprojectje te starten. De oplader vind ik niet.

's Avonds doen we boodschappen bij een goedkope supermarkt en laat ze daar nou een heggenschaar te koop hebben voor maar 40 euro! Mijn man twijfelt nog, want zo goedkoop, dat kan nooit wat zijn. Ik hak de knoop door en zeg: 'Doe nou maar, dan vind je eerdaags die andere wel weer, da's altijd zo als je een nieuwe hebt gekocht.' Zo gezegd, zo gedaan.

De week erop begin ik aan de schoonmaak in de slaapkamer. Wat grijs was, krijgt weer kleur en kapotte dingen worden nu definitief weggedaan. Als ik een kapotte ladyshave met oplader terug wil doen in het bijbehorende tasje blijkt dat er al iets in zit. Precies! De oplader voor de heggenschaar. 
De ene oplader is de andere niet. Mijn man had gelijk dat hij de oplader het laatst in de slaapkamer had gezien. Als je van buiten komt, zit daar het dichtstbijzijnde stopcontact. Dus gemakshalve werd daar even de heggenschaar opgeladen. Maar toen hij vervolgens de oplader niet opruimde, heb ik dat gedaan. Alleen in het verkeerde tasje...

Nu zijn we dus in het bezit van twee scharen met twee opladers. Maar mijn man heeft voorlopig geen tijd om de heggen te knippen. Hij is te druk met het schilderen van de nieuwe aanbouw. Zal ik het zelf eens proberen...

Zaterdag laad ik mezelf en twee scharen op voor het karwei. Ik begin maar met de heg achter het huis. Als het dan mis gaat, kijken wij er alleen zelf tegenaan. Ik neem de dure schaar en begin te snoeien. Eigenlijk valt het best wel mee. Ik doe alles 'schaal één op het oog' maar het is echt niet gek voor een eerste heg.
Na een kwartier zijn de batterijen van de heggenschaar leeg. Als ik de scharen verwissel blijkt dat het gezegde 'goedkoop is duurkoop' in dit geval niet opgaat. Deze houdt het veel langer vol en is veel makkelijker in gebruik.

Overmoedig geworden besluit ik de heg aan de voorkant er achteraan te doen. De buurman is ook bezig, maar dan met een schaar met snoer. Ik vertel hem direct maar dat het de tweede heg is die ik knip in mijn leven en dat vindt hij geloof ik wel vermakelijk. 'Het kan toch niet veel moeilijker zijn dan je man scheren,' was zijn commentaar. Dat dacht ik ook, zeker na het succes van de eerste heg.
Maar de structuur van deze heg is veel losser dan die achter het huis. De weerbarstige takken zwiepen heen en weer. Al gauw ben ik het spoor volledig bijster. Eigenlijk zijn het drie heggen maar ze groeien mooi naar elkaar toe, dus ik besluit dat het één heg gaat worden. Als ik dat later aan mijn man vertel, zegt hij: 'Er zat toch aardig wat hoogteverschil in?' Nu dus niet meer!

Op een gegeven moment is de batterij van deze schaar ook leeg. De buurman grijnst en zegt: 'Batterij leeg!' Ik grijns terug en zeg: 'Ik heb nog een schaar.' 'Dan heb je geen excuus om te stoppen,' was zijn antwoord. Maar ik wil ook niet stoppen. Ik wil hoe dan ook van dit heuvellandschap weer een vlak geheel maken. Ook dit keer begint de schaar al gauw tegen te sputteren. Ik heb hem haast gesmeekt het nog even vol te houden, in ieder geval tot de bovenkant klaar is. Ik wil niet helemaal afgaan in de buurt. Gelukkig begrijpt de schaar me, maar als de bovenkant geknipt is, is de batterij leeg.

Inmiddels staat de buurvrouw naast de buurman te grijnzen. Ik haast me om ook tegen haar te zeggen dat het mijn eerste keer is en besluit mijn betoog met: 'Je bent nooit te oud om een heg te verprutsen.'

Na een lange pauze zijn we allemaal weer opgeladen en beginnen we weer vol goede moed. Als het karwei af is, komt mijn man kijken. Zijn commentaar: 'Dat heb je zeker niet slechter gedaan dan ik.' Kijk, dat is nou nog eens een oplader!

maandag 18 juni 2012

Op reis


We pakken onze koffers in
met vruchten van de Geest
en reizen naar een nieuw begin,
wie we ook zijn geweest.

Soms zit het mee, soms valt het tegen,
soms loopt het niet zoals verwacht,
soms moeten wij langs andere wegen
dan die we zelf hadden bedacht.

Wij zijn op reis, maar niet alleen,
al zijn we ver van huis,
de Heer gaat mee, Hij weet waarheen,
Hij brengt ons veilig Thuis.

dinsdag 12 juni 2012

Natuurlijk


De natuur is prachtig! Vooral in het voorjaar. De dood lijkende bomen worden weer frisgroen en daarin zingen de vogels hun mooiste lied. Daarna bouwen ze hun kunstige nesten en beginnen aan hun gezinnetje. Vogelbescherming Nederland laat ons via internet weer meekijken in een dertiental nesten.* Natuurlijk gaat het niet altijd goed.

Het nestje merels wordt opgegeten door een kat. Ook bij de slechtvalk gaat het mis. Een gevecht om de broedplaats heeft tot gevolg dat de moedervalk verdwijnt en de eieren te lang onbebroed blijven. 
De ooievaar dood haar zwakste jong en eet het op. Dit om de andere drie meer kans te geven. Dieren met een gebrek worden zonder pardon gedood of aan hun lot overgelaten. Het is de wet van de natuur, ook al lijkt het wreed!

Bij onze buren ontspringen twee kuikens de dans. Ze zijn tot bloedens toe gepikt. We begrijpen opeens waar het spreekwoord 'de pik op iemand hebben' vandaan komt. De buurvrouw doet aan uit-nest-plaatsing, maar ze kunnen vanwege een allergie bij één van de kinderen niet bij haar in huis. Ze heeft zomaar het vermoeden dat ze bij ons wel welkom zijn. Natuurlijk zijn ze dat!
De kraamkamer wordt in gereedheid gebracht. Een plastic bak met warmtelamp erboven doet dienst als couveuse. Het is even wennen maar dan hebben ze het prima naar de zin. Twee kleine wollige wiebeltjes.

Net als ik op de computer de krant zit te lezen, krijg ik één van de kuikens in de handen geduwd door mijn dochter. Zij zit zelf met de andere te knuffelen. Ik was net begonnen aan het artikel 'pastorale groene schroom.' Met in één hand een kuiken en een andere hand die om beurten aait en scrolt, lees ik verder. De schrijver van het artikel meent dat we meer dominees nodig hebben met een hart voor de schepping, zodat zij verbinding kunnen leggen met het hart van ons geloof. En de dominees moeten geregeld in de natuur lopen, zodat ze onze verwondering over de Schepper kunnen voeden. Mijn eerste reactie is: 'Wat een onzin!'

Waarom moet een dominee dat doen? Dominees moeten al zoveel. Ze zijn naast predikant ook al vaak psychiater of maatschappelijk werker. Moeten ze nu ook nog bioloog worden? Ik heb altijd geleerd dat er twee manieren zijn om God te leren kennen: Door zijn Woord en in de schepping. Een dominee is opgeleid om het Woord uit te leggen en heeft misschien wel helemaal geen verstand van de natuur. En dat hoeft ook niet. Als we zelf regelmatig in de natuur lopen zien we dat er geen groter Schepper is dan God. Niemand kan elk voorjaar weer alles tot leven wekken. Niemand kan het laten regenen, niemand kan de zon laten schijnen.

Als ik er nog verder over nadenk vind ik dat artikel toch zo gek nog niet. Met een kleine aanpassing zou het bij mij wel aanslaan. Ik stel me dan een dappere dominee voor die 's middags niet de preekstoel opgaat maar de mensen oproept om mee te gaan de natuur in. Om samen te genieten van – en elkaar te wijzen op – de wonderen in de natuur. In de schepping zien we ook jammer genoeg elke keer weer de gebrokenheid, die samen met de zonde in de wereld kwam. Ook daaruit valt heel wat te leren.

De dappere dominee zou natuurlijk boze brieven krijgen. Alleen dat weerhoudt hem er misschien wel van om het eens te proberen. Over groene schroom gesproken! En toch... God geeft ons twee manieren om Hem te leren kennen. Natuurlijk doet een dominee zijn best om een goede, aansprekende preek te maken. Toch blijft voor mij de schepping, met al haar pracht en ook al haar gebrokenheid, de beste preek.

* www.beleefdelente.nl

dinsdag 5 juni 2012

Amai


Foj toch! Mijn dochter kwam dit weekend haar nieuwe vriend voorstellen. Een Belg die er de voorkeur aan geeft Vlaming genoemd te worden. Amai!
'Ben je al zenuwachtig?' vroeg mijn dochter vorige week. Ik niet! Dit heb ik al te vaak meegemaakt om me daar nog druk om te maken. Mijn dochters hebben namelijk mijn voorbeeld, om 'de eerste, de beste' te nemen, niet nagevolgd. Waarschijnlijk omdat ze de eerste keer niet de beste hadden. Het gevolg is wel dat we al heel wat jongemannen over de vloer gehad hebben. Voor kennismaken draai ik mijn hand niet meer om. De mooiste kennismaking tot nu toe vond ik met een knul die op mijn verjaardag plotseling kwam binnenvallen. Daar stond hij midden in een kamer vol mensen, petje op, stoere blik in z'n ogen. Hij gaf mij een hand en zei: 'Bent u de moeder van Marijke?' Nu hebben we geen van onze dochters Marijke genoemd dus ik vertelde hem hoe ze wel heette. Hij kleurde rood tot onder zijn pet en ik was blauw van het lachen. Mijn zwager zei: 'Die knul z'n pet zit te strak, daarom weet hij de naam niet meer.' De verkering heeft niet lang geduurd. Amai!

Kennismaken valt me dus niet zwaar. Een heel ander verhaal wordt het als ze weer weggaan. 'Partir, c’est mourir un peu,' zeggen de Fransen. 'Afscheid is een beetje sterven!' Elke keer als er weer een verkering uitraakte, was ik er een poos rouwig om. Mijn man had er minder last van. Toen op zaterdagmiddag één van de jongemannen afscheid kwam nemen, net toen hij het vlees voor zondag stond te braden, zei hij: 'Dus als ik het goed begrijp hebben we morgen een stuk vlees over?' Amai!

En nu kwam er dus weer één zijn opwachting maken. Geheel in de stijl die bij mijn dochter past. Ze houdt namelijk van sprookjes en droomt héél haar leven al van de prins op het witte paard. Dus het leek niet meer dan toepasselijk dat ze samen in een witte sportwagen aankwamen. Moderne paardenkrachten. Het moment van aankomst heb ik helemaal gemist. Ik had ze nog lang niet verwacht, dus stond ik, met een gebloemde schort voor geknoopt, een maggiplant te kortwieken. Ik wilde het struikgewas net op de composthoop gooien, toen ik ze tegenkwam bij de achterdeur. De eerste indruk is toch maar de beste! Amai!

Maar ik kon al een potje bij hem breken. De avond ervoor zagen mijn man en ik op televisie dat een groep Belgische touwtjesspringers 'Holland's got talent' wonnen. Dit wilde ik even delen met mijn dochter, dus sms'te ik haar. Zij voerde net een verhitte discussie met haar vriend over Nederlanders en Belgen en was teruggegaan tot het jaar 1830, toen de Belgen onafhankelijk werden. Mijn sms'je bracht haar weer terug naar 2012: Belgen winnen het van de Nederlanders. Haar vriend heeft haar de rest van de avond uitgelachen en ik werd vriendelijk bedankt voor de inbreng in de discussie. Amai!

Het werd een gezellig weekend. Met zijn rustige manier van doen en zijn gezellige taaltje is de Vlaming vlot door de keuring gekomen. Hij is lief voor mijn dochter en dat is ook niet geheel onbelangrijk! Toen mijn dochter koude handen had, nam hij haar 'pollekes' in zijn handen om ze te warmen. Kijk, behalve dan dat ik moest lachen om 'de pollekes' zag ik ook het lieve gebaar. En 'amai' is gewoon mijn stopwoord 'foj toch,' maar dan in het Vlaams. Dus het gaat wel goed komen met den Vlaming. Als hij nu maar blijft...