vrijdag 16 september 2011

Knuffeldokter


Niet alleen kinderen hebben knuffels. Elmo, de hond, heeft een Garfield-knuffel. Maar ik denk dat ze vond dat hij te dik was. Samen hebben we daar wat aan gedaan. Zij heeft hem een maagverkleining gegeven en ik heb hem weer dichtgenaaid. Teamwork!

Nu had ik al enige ervaring als knuffeldokter. Mijn carrière begon een aantal jaren geleden. Toen werd ik bij een hopeloos geval geroepen.

Op de school van mijn nichtje was het de gewoonte dat één knuffel elk weekend bij een ander kind ging logeren. U kunt wel nagaan dat, toen mijn nichtje aan de beurt was, er al heel wat DNA van diverse kinderen op te vinden was. Mijn schoonzusje kreeg er de kriebels van en besloot de knuffel te wassen. Dat heeft het arme beest niet overleefd. Het bestond alleen nog maar uit een velletje. De ingewanden lagen her en der door de wasmachine.

Mijn schoonzusje was ten einde raad. Ze heeft, zo goed en kwaad als het ging, alles bij elkaar geraapt en op de tafel uitgespreid. En toen kreeg ik een telefoontje. Kom over en help. Ik heb mijn dokterstas gepakt en ben direct in de auto gestapt.

Eenmaal bij haar aangekomen zag ik dat het een zeer ernstig geval was. Voor mijn lachspieren dan!
Het duurde een tijdje voor ik met vaste hand aan de operatie kon beginnen. Maar toen was ik er dan ook helemaal klaar voor. Dr. Bernhard zou trots op me zijn geweest. Alle ingewanden kregen weer een plaatsje. Of het allemaal op de goeie plek zat, is nooit duidelijk geworden, maar het beest heeft nadien nergens over geklaagd, dus het zal wel.
Daarna werd de wond vakkundig dichtgenaaid. De knuffel had de rest van het weekend nodig om bij te komen en was toen zover hersteld dat hij weer mee kon naar school.

Ik denk dat ik nu maar een praktijk ga beginnen. Als knuffeldokter. Dus hebt u uw knuffel een poot uitgedraaid of moet ik het een oor aannaaien, dan kunt u mij in de arm nemen. Ook als het beest het achter de ellebogen heeft, prik ik daar zo doorheen. Al uw hopeloze gevallen zijn bij mij in goede handen. Dankzij de knuffeldokter komt uw knuffel altijd weer op zijn pootjes terecht.

maandag 5 september 2011

Virus


Er waart een virus door ons gezin. Overgewaaid uit Brussel. Al heel wat gezinsleden zijn erdoor besmet. Niks ernstigs hoor. Het is een tekenvirus. En dan heb ik het niet over die irritante beestjes die zich zomaar vast kunnen bijten in je huid. Nee, ik heb het over creatief bezig zijn met een potlood.

Van onze oudste dochter wisten we dat ze kon tekenen. Maar onlangs begon de dochter uit Brussel ook tekenen te vertonen van creativiteit. Niet dat ze nooit creatief was, maar ik kan me niet herinneren dat ze ooit in de weer was met potloden. Nu dus wel. Ze wordt er, naar eigen zeggen, zo ontspannen van. En het geeft haar een goed gevoel als het gelukt is.
Deze gave hebben onze kinderen duidelijk meegekregen uit de genen van mijn man. En toen mijn dochter een weekendje kwam logeren, besloot ze dat het tijd werd dat hij die gave weer eens ging ontwikkelen. Samen sloegen ze een middagje aan het tekenen en het resultaat mocht er zijn. Alles werd op Facebook gezet onder de albums 'projects' en 'drawingafternoon with dad'.

Toen was het hek van de dam. De derde in de rij ging kijken of ze het ook kon. En ja hoor, dat kon ze. De jongste vroeg zich toen af of zij de enige was die het niet kon. Ik troostte haar en zei dat ik er ook geen talent voor had.
Op school hadden we een tekenleraar die de opdracht gaf een fiets te tekenen. Uit ons hoofd. Nu weet ik dat een fiets een stuur heeft, twee wielen, een zadel, twee trappers en dat die op de één of andere manier onderling aan elkaar verbonden zijn. Maar het werd niets met de tekening. De verhoudingen waren compleet zoek. Als deze fiets al kon rijden, was het een gevaar op de weg.
De week erop kwam de leraar met een fiets de klas binnen en zette hem voorin. Nu hadden we een voorbeeld, maar nog steeds leek mijn tekening nergens op. Het beeld in mijn hoofd werd niet doorgegeven aan mijn handen. Complete mis-coördinatie.

Ik trok toen de conclusie dat ik niet kan tekenen. Maar dat wilden degenen die het wel kunnen eerst wel eens bewezen zien. Gedeelde smart is halve smart, dus sprak ik af met mijn jongste dochter om ons er samen in te storten. Dat leek haar wel wat. Ik heb me eerst al een dag suf geprakkiseerd wat ik zou gaan tekenen. Gezichten leken me te moeilijk. Eigenlijk leek alles me te moeilijk. Diverse ideeën werden aangedragen. 'Dan teken je een egel,' zei de ene dochter. 'Teveel stekels,' was mijn antwoord. 'Een konijntje dan?' 'Ja, dat is het, ik ga Nijntje tekenen!' zei ik enthousiast. Maar dat was weer te simpel, vonden ze. Het moest wel iets zijn wat echt was. 'Een bieslooksprietje?' probeerde ik nog, maar ook dat werd afgekeurd.

Uiteindelijk is het een kip geworden. Maar ik heb een beetje gesmokkeld. De contouren heb ik eerst overgetrokken, zodat ik in ieder geval de verhoudingen goed zou hebben. 'Mam, ik zou de kop ook even overtrekken,' zei één van m'n dochters. Met de mislukte fiets nog in mijn achterhoofd was dat voorstel te aanlokkelijk om niet in daden om te zetten. Goed, nu had ik de contouren en een kop. Wat heeft een kip eigenlijk meer? Niet veel. Een beetje inkleuren dan maar. Een streepje schaduw hier, een strosprietje daar. Nog best een hele klus. Bijna een uur later strekte ik mijn zere rug.
'Word je er ook ontspannen van?' vroeg ik aan mijn dochter. 'Nee, helemaal gestesst,' was haar antwoord. 'Ik ook,' zuchtte ik.

Nu had ik net die week een mooie uitspraak van mijn oudste dochter gehoord. 'Spanning is wie je denkt te moeten zijn. Ontspanning is wie je bent.' En dat is mooi, want dan hoef ik niet meer te tekenen. De kip bewaar ik als officieel bewijs dat ik daar geen gaven voor heb. Het virus heeft me niet besmet. Ik mag gewoon zijn wie ik ben! Mijn dochter uit Brussel doet nu een poging om te gaan schilderen. Ik hou het bij schilderen met woorden. Dicht bij jezelf blijven is toch het allerbeste.