maandag 29 april 2013

Duiven melken


Er zit een Turkse tortel in ons houthok te broeden. Ik noem haar Rachab, naar de hoer uit Jericho.*
Niet dat ze meerdere mannetjes heeft hoor, ze tortelt alleen met haar eigen Turk. Maar laatst, met die harde wind, is bijna al het hout uit het hok naar beneden gedenderd. Alleen het stukje waar het nest op gemaakt was, stond nog overeind. Het helde gevaarlijk naar voren, maar was niet gevallen.
Mijn man heeft het voorzichtig met een grote plaat weer op zijn plaats geduwd en daarna heeft hij al het hout weer opgestapeld. Alles ging goed. Rachab en Turk wachten na deze turbulentie gewoon hun gezinsuitbreiding verder af.

'Heeft de Turkse tortel al een jong,' vraagt mijn schoonzoon. 'Ik denk het niet, want ik heb ze nog niet langs zien komen met voer in de snavel,' antwoord ik. 'Maar duiven geven ook melk aan hun jongen,' zegt mijn schoonzoon daarop.
Nu is het zo dat mijn schoonzoon graag iemand voor de gek houdt. Zo hebben mijn dochter en ik al eens veertien dagen lang een grassprietje liefdevol verzorgt omdat hij zei dat het een paprikaplant was. Dus als hij zegt dat duiven melk geven, geloof ik het niet. Hij blijft volhouden dat het echt zo is. Om het te bewijzen zoekt hij het voor me op op internet. En daar staat het echt! Duiven maken een melkachtige substantie aan in hun krop en dat krijgen de jongen de eerste dagen te eten.

Het hele voorval doet me denken aan een gedicht – geen idee wie het gemaakt heeft – maar een jaar of dertig geleden schreef ik het over in een schrift. Na een tijdje rommelen in de lades heb ik het gevonden:

Een dure les

De jongste op een klein kantoor
waar dient die al niet voor?
't Loopt tegen schaftijd en het werk
wordt straks een uur gestaakt.
Men steekt de koppen bij elkaar
en...'t plannetje is klaar.

Zodra de jongste binnen komt
zijn allen druk aan 't werk,
maar met zijn vriendelijkst gelaat
wenkt hem de oudste klerk.
'Zeg Jan, wil jij een boodschap doen?
Ik moet straks eten gaan
en weet je, broodjes zonder drank
dat is toch niets gedaan.
Hier is een gulden, opgepast,
haal nu een beetje vlug,
hiernaast een flesje duivenmelk,
je krijgt nog geld terug.'

En Jan, van 't onheil onbewust,
staat in een wip op straat,
terwijl dan onder 't personeel
een luid gelach opgaat.
Nogal een hele fles,
men schatert bij voorbaat van plezier
om 't naderend succes.

Met spanning ziet men nu de komst
van Jan... een jongste licht.
Daar is hij... en men glimlacht al,
maar met verbaast gezicht
zien zij...hij heeft iets meegebracht,
zo waar... het is een duif.
De oudste wrijft verschrikt de plaats
van zijn verwezen kuif.

'Eh ja, die heb ik maar gekocht,
een gulden was net goed
en eh, die man zegt dat u ze
dan zelf maar melken moet.'







Geen opmerkingen:

Een reactie posten