donderdag 26 juli 2012

Vooruitgang


Kijk, dit is Henri, mijn nieuwe hulp in de huishouding! Ze worden steeds leuker, die stofzuigers. Mijn vorige stofzuiger kon niet zo goed tegen al het fijne stof van de verbouwing. Op een gegeven moment liet hij mij in de steek. Ik heb gekeken of hij ergens een verstopping had. Dat had hij niet. Daarna heb ik gekeken of zijn buik vol zat. Ook niet. En omdat hij ook al uit de vorige eeuw stamde, vond ik dat hij met pensioen mocht. En toen kocht ik Henri.

Mijn man deed nog een poging om de oude stofzuiger weer te repareren. Dat lukte natuurlijk, maar toen had ik Henri al. Het kabinet zit toch al te rommelen met de pensioenleeftijd, dus de oude stofzuiger moet nog een poosje door. Hij mag al wel minder gaan werken, hij hoeft alleen de bovenverdieping nog maar schoon te houden.

Ik vraag me af wat mijn oma van Henri gevonden zou hebben. Als je komt uit de tijd van 'alles met bezemen keren,' hoe zou je dan aankijken tegen alle nieuwe ontwikkelingen? Zou je het wel 'vooruitgang' noemen? Wat zou ze bijvoorbeeld van mijn Senseo vinden? Ik zie haar nog zo zitten met de koffiemolen op de schoot. De bonen erin en dan maar draaien tot de koffie er aan de onderkant gemalen uit komt. Dan in een blikken filter op de koffiepot en kokend water erop gieten. Wel met liefde gezet, niet lekker.

Wat is het huishouden tegenwoordig van alle gemakken voorzien. Als ik alleen al aan de was denk. Vroeger moest het in de tobbe gewassen. Daarna door de wringer om het meeste water eruit te persen. Dan gedroogd op de lijn of op de bleek. En als het droog was, gestreken met een strijkijzer dat elke keer verwarmd moest worden op de houtkachel. Wat een werk! Nog een voordeel dat ze niet zoveel kleren hadden.

Ook mijn moeder wordt alle vooruitgang soms teveel. Vorige week zat ze bij mij in de auto. We reden kriskras door Zwolle. 'Wat een auto's,' riep ze aldoor. 'Vroeger had je maar twee auto's, één van de melkboer en nog één!' Toen we langs het station kwamen riep ze: 'Wat een bussen, ik tel er wel tien.' En even later op de parkeerplaats waren het weer de auto's die haar opvielen. 'Wat een auto's!'

Op een gegeven moment zei ze: ' Ik weet ook helemaal niet meer waar ik ben.' Ik stelde haar gerust en zei: 'Maar ik weet het wel!' Toen we weer terug in haar woonplaats waren, herkende ze eerst de straat waar mijn zus woont en daarna wist ze het weer. 'Hier moet je rechtsaf,' zei ze. 'Dat klopt, en daarna dan?' vroeg ik om te testen of ze het echt nog wist. Ze moest even nadenken en zei toen: 'Linksaf, als er geen auto aankomt.'

Niet alle vooruitgang is verbetering. Soms zou ik wel willen dat ik een eeuw eerder was geboren. De tijd dat er weinig auto's waren, lijkt me heerlijk rustig. Ik wil me wel te voet voortbewegen. Of met de fiets, of met paard en wagen. De koffie wil ik ook nog wel zetten zoals mijn oma het deed. Zelfs de was zou ik dan voor lief nemen. Maar Henri wil ik niet meer kwijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten