vrijdag 19 augustus 2011

Zinloos


'Nederland wordt steeds onveiliger'! Een kreet die je steeds vaker hoort. Laatst werd er in Roosendaal een jongen van 16 jaar doodschoten. Als je vroeger hoorde dat iemand door geweld om het leven gekomen was, gebeurde dat in Amerika of ergens anders ver weg. Maar tegenwoordig is het steeds vaker geen ver-van-mijn-bedshow meer.
Tegenwoordig hoor je ook steeds van beschietingen op de snelweg. Je zal er maar rijden. En dan zijn er ook nog van die malloten die hun grof vuil op de snelweg droppen. Fietsen, koelkasten, alles kun je tegenwoordig tegenkomen op de snelweg. Het moet niet gekker worden.
Op de site waar het nieuws uit ons dorp staat, las ik dat een buurt geterroriseerd wordt door een buurtbewoner. Auto's worden bekrast, vuilcontainers omgegooid, bewoners geïntimideerd. Het lijkt me vreselijk om in zo'n buurt te wonen.

Al dat zinloos geweld kan je gaan benauwen. Een onveilig gevoel is dan het gevolg.
Gelukkig woon ik in een hele veilige buurt. Buurjongetjes in militaire pakken, met houten geweren in de aanslag, bewaken de straat. De kromme fluweelboom wordt als uitkijkpost gebruikt. Vanuit mijn keukenraam kijk ik af en toe of ze alles nog onder controle hebben. Het geeft me een vrolijk gevoel en dat is altijd veilig.

Ook over overlast kunnen we niet echt meepraten. Of het moet al zijn dat een andere buurjongen op een leeftijd is gekomen van de scooter en harde muziek. En zijn vrienden ook. Af en toe chillen ze in de tuin van de buren. Maar meestal is dat al afgelopen tegen de tijd dat wij naar bed gaan.
Mijn man ergerde zich in het begin aan het geluid van de scooters als er weer eens vrienden de oprit op kwamen scheuren. We hebben namelijk een gezamenlijke oprit. Hij zou ze wel eens een lesje leren. Toen de club in de tuin zat, startte mijn man zijn auto met een heleboel gevroem vroem en gejeng jeng. Grote rookwolken kwamen uit de uitlaat. Rustig zette hij de auto in de garage en stapte uit. Het was even helemaal stil bij de buren, maar het heeft niet genoeg indruk gemaakt om het lawaai te stoppen. Wij lagen dubbel van het lachen achter de schutting, maar verder heeft het niets opgeleverd. Een zinloze actie dus!

Even dacht ik dat het tij zich ook in onze buurt zou keren. Kregen we nu toch te maken met overlast? Een stel tieners, met een uitdagende blik in hun ogen, liepen heen en weer in de straat. De buurjongetjes lagen al op bed, niet meer in staat om iets anders te bewaken dan alleen hun eigen dromen. De tieners schopten verveeld tegen een bal. En natuurlijk vloog die bal bij ons in de tuin. Mijn dochter stond voor het raam te kijken. Ze zagen haar staan en waren nog net niet zo brutaal om direct de tuin in te banjeren.
Mijn dochter liep met Elmo, de hond, naar buiten. Elmo sloofde zich uit om te laten zien dat ze een echte waakhond is. Mijn dochter gaf één van de jongens toestemming om de bal uit de tuin te halen. 'Stil maar, lief hondje,' zei hij om Elmo te vriend te houden. Elmo bleef grommen.
Ik vond het voorval wel vermakelijk. Dat veranderde toen ik 's avonds in bed lag en opnieuw tumult in de straat hoorde. Het bleek dezelfde groep jongens te zijn. Mijn man, die net naar bed wilde gaan en bezig was de lichten uit te doen, ging voor het raam staan. De jongens gooiden volgens hem met stenen naar ons huis en renden daarna hard weg, om op veilige afstand te kijken of er ook reactie kwam. Toen die uitbleef was de lol er af en liepen ze toch maar verder. Dit vond ik echt niet meer lollig.

De volgende dag bleek dat de 'stenen' badeendjes waren. Nog net geen lieveheersbeestjes, maar het scheelde weinig. Ik was weer gerustgesteld. Jongens die met badeendjes gooien, hebben vast geen kwaad in de zin. Het was natuurlijk vrij zinloos, maar ach, we hebben toch allemaal wel eens zinloze dingen gedaan in onze jeugd? En mocht er toevallig iemand in onze buurt wonen die een paar eendjes mist, die zwemmen nu in onze regenton.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten