vrijdag 21 september 2012

Doof


'Waar ben ik toch weer aan begonnen!' Dat vraag ik mezelf vertwijfeld af als een cursus gebarentaal veel moeilijker blijkt dan ik gedacht had. Het is donderdagavond en de docente vraagt me iets, maar ik heb geen idee wat! Ik ben moe en heb een zere keel, maar durfde niet thuis te blijven, bang als ik was dat ik er dan daarna helemaal niets meer van zou snappen. Gelukkig hoef ik niet te praten, mag ik zelfs niet praten, maar wat ik moet gebaren is me ook ten ene male onduidelijk. Ik sta weer eens met de mond vol tanden. Of in dit geval kan ik beter zeggen 'met de handen in het haar.'

Als ze eerst iemand anders een beurt geeft en daarna nog eens iemand, begint het me te dagen dat ze vroeg hoe ik hier gekomen ben en dat ik had moeten antwoorden dat ik met de auto gekomen ben. De meesten zijn met de auto, een enkeling met de fiets en één grapjas gebaart dat hij met de helikopter is gekomen. 'Ach,' denk ik dan, 'wat maakt het me ook uit dat het vanavond even niet gaat, we hebben lol en dat is ook belangrijk.'

Ouderdomsdoofheid zit bij ons in de familie. Mijn moeder is stokdoof. Communicatie is moeilijk. Misschien dat het met ondersteuning van gebaren beter gaat. Sommige gebaren zijn zo voor de hand liggend, die zal mijn moeder ook snappen zonder cursus. Andere zullen misschien bekend worden door het vaak te gebruiken. Het is in ieder geval te proberen.
Verder hebben we regelmatig iemand te gast die ook gebaren gebruikt, ter ondersteuning van het praten, en dan is het fijn dat ik weet wat de gebaren betekenen.
En de kans bestaat natuurlijk dat ik zelf ook steeds slechter ga horen. Daar ben ik dan in ieder geval op voorbereid.

Doofheid zit ook bij mijn man in de familie. Maar mijn man heeft nergens last van. Toen hij een keer vroeg thuiskwam van zijn werk en mij al roerend in de pannen aantrof, vroeg hij: 'Gaan we vroeg eten?' 'Nee,' zei ik, 'dit moet nog drie kwartier in de oven.' 'Wat,' zei hij toen, 'heb je wc-papier in je ogen?' Maar hij wordt niet doof hoor, hij had het alleen verkeerd verstaan.

De cursus valt me tegen. Mijn stijve vingers willen niet meewerken. En dat is toch wel een vereiste natuurlijk. Vrijdagmorgen sta ik voor de spiegel en gebaar tot ziens tegen mezelf. 'Gek mens,' denk ik dan. Maar als ik even later voor het raam sta en de kipjes verlangend naar voer bij het gaas zie staan, gebaar ik goede morgen tegen ze. En dan wil ik gebaren dat ze maar even moeten wachten, maar daar weet ik de juiste gebaren niet voor. Dus ik maak maar een op en neergaande beweging met mijn handen. 'Even rustig aan jullie, ik moet eerst zelf ontbijten.' De haan kukelt terug. Toch iemand die het begrepen heeft.

Het is wel een idee, natuurlijk. Om het te leren moet je veel oefenen. Dus waarom zou ik niet tegen de kippen gebaren? En tegen de hond en tegen de vogels en tegen …

Ik denk dat ik me een beetje teveel laat meeslepen door deze cursus! En dan zit er ook nog een irritant stemmetje in mijn hoofd die me zegt dat er ook een oogziekte in de familie zit en dat ik net zoveel kans heb om blind te worden. Maar voor dat stemmetje houd ik me voorlopig even hartstikke doof!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten