Wie dit lapwerk ziet,
zal waarschijnlijk niet kunnen geloven dat zelf mijn eigen kleding
maken jarenlang mijn grootste hobby was. Nu pak ik mijn naaimandje
alleen als er wat verstelt moet worden en dan ook nog met grote
tegenzin. Dingen veranderen!
Soms ontkom je er niet
aan. De oude werkbroek van mijn man – die jarenlang dienst deed en
inmiddels gekleurd is met alle kleuren van ons huis – begint te
scheuren op de knieën. 'Weg met dat ding,' roep ik. 'Wat moet ik dan
aan?' vraagt mijn man. In de kast vind ik nog een spijkerbroek, niet
meer geschikt voor daags gebruik, maar nog best als werkbroek. Mijn
man is blij met zijn nieuwe 'oude' broek. Maar na een paar weken
begint ook die te scheuren. 'Dan moet ik er toch maar knielappen
opzetten,' denk ik.
In de winkel zie ik
geen knielappen. 'Misschien is dat wel niet meer van deze tijd,'
bedenk ik hoopvol. De winkelier helpt me uit die droom. 'Volgende
week weer,' antwoord hij op mijn vraag of er ook nog knielappen te
koop zijn. Dan bedenkt hij dat hij achter nog enkele heeft liggen met
niet alledaagse kleuren en vraagt welke kleur ik wil. Ik vertel hem
dat het voor een werkbroek is van mijn man, dus dat de kleur mij niet
zoveel uitmaakt, zolang het geen roze of iets dergelijks is. Als hij
hoort waar het voor is, komt hij aanzetten met herstelstof, speciaal
voor spijkerbroeken. En als hij dan ook nog zegt dat ik het alleen
maar op hoef te strijken, ben ik helemaal blij.
Het strijken is zo
gebeurd. Ik ben ondertussen wel benieuwd wat mijn man er van zal
zeggen, want de kleur is bij lange na niet hetzelfde. 'Geef me nog
een geblokt overhemd en een rooie neus en ik kan zo aan het werk als
clown,' is zijn reactie als hij de broek ziet. Tja, misschien heeft
hij wel een beetje gelijk. 'Maak hem dan maar gauw zo vies mogelijk,'
is mijn advies. Helaas, hij wordt niet alleen vies, de stof laat ook
los. Bah, nu moet ik toch nog met naald en draad aan de gang.
Als de broek gewassen
is, besluit ik direct maar te beginnen met het lapwerk. Het hoeft
geen kunstwerk te worden, dus met grote steken naai ik de lap vast
aan de broek. Het lijkt nergens op. 'Jezus zei ook al dat je een
nieuwe lap niet op een oude jas moest naaien,' bedenk ik al prutsend.
Als het naaiwerk klaar is, zoek ik het gedeelte van 'de nieuwe lap'
op in de Bijbel* Daar wordt Jezus de vraag gesteld waarom zijn
leerlingen niet vasten. Hij legt dan uit dat het bruiloftsgasten niet
past om te vasten, zolang de Bruidegom er nog is. Net zomin als een
nieuwe lap past op een oude jas.
Ik denk er verder over
na. Soms voel ik me net zo'n oude uitgestukte jas. Mijn oude mens,
opgelapt met stukken nieuwe mens. Het blijft wringen en de zonde
scheurt het maar al te vaak weer stuk. Gelukkig weet ik dat ik,
voordat ik de bruiloftszaal binnen ga, nieuwe kleren krijg.** Tot aan
die tijd zal het lapwerk blijven.
*Matteüs 9:16
**Matteüs 22:11
Geen opmerkingen:
Een reactie posten