Kijk, dit is Henri,
mijn nieuwe hulp in de huishouding! Ze worden steeds leuker, die
stofzuigers. Mijn vorige stofzuiger kon niet zo goed tegen al het
fijne stof van de verbouwing. Op een gegeven moment liet hij mij in
de steek. Ik heb gekeken of hij ergens een verstopping had. Dat had
hij niet. Daarna heb ik gekeken of zijn buik vol zat. Ook niet. En
omdat hij ook al uit de vorige eeuw stamde, vond ik dat hij met
pensioen mocht. En toen kocht ik Henri.
Mijn man deed nog een
poging om de oude stofzuiger weer te repareren. Dat lukte natuurlijk,
maar toen had ik Henri al. Het kabinet zit toch al te rommelen met de
pensioenleeftijd, dus de oude stofzuiger moet nog een poosje door.
Hij mag al wel minder gaan werken, hij hoeft alleen de
bovenverdieping nog maar schoon te houden.
Ik vraag me af wat mijn
oma van Henri gevonden zou hebben. Als je komt uit de tijd van 'alles
met bezemen keren,' hoe zou je dan aankijken tegen alle nieuwe
ontwikkelingen? Zou je het wel 'vooruitgang' noemen? Wat zou ze
bijvoorbeeld van mijn Senseo vinden? Ik zie haar nog zo zitten met de
koffiemolen op de schoot. De bonen erin en dan maar draaien tot de
koffie er aan de onderkant gemalen uit komt. Dan in een blikken
filter op de koffiepot en kokend water erop gieten. Wel met liefde
gezet, niet lekker.
Wat is het huishouden
tegenwoordig van alle gemakken voorzien. Als ik alleen al aan de was
denk. Vroeger moest het in de tobbe gewassen. Daarna door de wringer
om het meeste water eruit te persen. Dan gedroogd op de lijn of op de
bleek. En als het droog was, gestreken met een strijkijzer dat elke
keer verwarmd moest worden op de houtkachel. Wat een werk! Nog een
voordeel dat ze niet zoveel kleren hadden.
Ook mijn moeder wordt
alle vooruitgang soms teveel. Vorige week zat ze bij mij in de auto.
We reden kriskras door Zwolle. 'Wat een auto's,' riep ze aldoor.
'Vroeger had je maar twee auto's, één van de melkboer en nog één!'
Toen we langs het station kwamen riep ze: 'Wat een bussen, ik tel er
wel tien.' En even later op de parkeerplaats waren het weer de auto's
die haar opvielen. 'Wat een auto's!'
Op een gegeven moment
zei ze: ' Ik weet ook helemaal niet meer waar ik ben.' Ik stelde haar
gerust en zei: 'Maar ik weet het wel!' Toen we weer terug in haar
woonplaats waren, herkende ze eerst de straat waar mijn zus woont en
daarna wist ze het weer. 'Hier moet je rechtsaf,' zei ze. 'Dat klopt,
en daarna dan?' vroeg ik om te testen of ze het echt nog wist. Ze
moest even nadenken en zei toen: 'Linksaf, als er geen auto aankomt.'
Niet alle vooruitgang
is verbetering. Soms zou ik wel willen dat ik een eeuw eerder was
geboren. De tijd dat er weinig auto's waren, lijkt me heerlijk
rustig. Ik wil me wel te voet voortbewegen. Of met de fiets, of met
paard en wagen. De koffie wil ik ook nog wel zetten zoals mijn oma
het deed. Zelfs de was zou ik dan voor lief nemen. Maar Henri wil ik
niet meer kwijt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten